MISDAADCOLUMN: Stoer op het Malieveld, zielig in de rechtbank
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: de rellen in Den Haag.
Elke man is een gladiator in het diepst van zijn gedachten. Al zou je dat niet meteen zeggen als je Joost van de salarisadministratie zijn bril ziet oppoetsen of de buurman op zaterdag de auto ziet wassen. Maar gooi er wat alcohol en pillen in en je krijgt een heel ander beeld, vooral als er ook nog groepsgedrag bij komt kijken. Op het Malieveld zagen we wat dat oplevert: een orgie van geweld. Oudhollands gooi- en smijtwerk. Politiebussen in brand, journalisten belaagd. Een demonstratie van ‘rechts tegen links’ die ontaardde in een veldslag.
En toen, een paar dagen later, diezelfde relschoppers in de rechtszaal. Weg bravoure. Weg stoerheid. Wat overbleef: tranen, smoezen, zelfbeklag. Buiten nog een grote bek, binnen de rol van slachtoffer. Beduusd dat hun heldenrol zo snel was gedegradeerd tot een dossiernummer en een dagvaarding voor de snelrechter.
Zo was daar de 20-jarige Maurits uit Voorburg. Op het Malieveld nog met bivakmuts en stenen, nu snikkend in het beklaagdenbankje. “Dit waren de ergste dagen van mijn leven,” jammerde hij. Spijt, spijt, spijt edelachtbare. Toneelspel, zo leek het, maar de rechter slikte het: geen maanden, maar zes weken cel waarvan drie voorwaardelijk. Thuis kan hij verder piekeren over de baan die hij naar eigen zeggen heeft verprutst.
Een zekere Erik uit Hoogeveen was met een broodje ei in zijn rugzak naar het Malieveld afgereisd, een detail dat hij om onduidelijke redenen maar bleef herhalen. Gewoon een dagje uit, edelachtbare, meer niet. Maar volgens justitie had ook hij met stenen gegooid. Het bewijs was te mager: vrijspraak. Of dat broodje ei in zijn maag is beland of tegen de helm van een ME’er, vertelt het verhaal niet.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2F1AGVJ55od4ipdZ1760079505.jpg)
Dan ene Laurens uit Zeewolde. Hij had zich naar eigen zeggen ingezet ‘voor de toekomst van zijn dochter en stiefzoon.’ Wat het schoppen tegen een politiebus daaraan bijdraagt, kon hij niet goed uitleggen. Bij de rechter barstte hij in tranen uit. “De grootste fout van mijn leven.” Hij kreeg een taakstraf, een voorwaardelijke celstraf en 1500 euro boete. Voor iemand die zegt begaan te zijn met de toekomst van zijn kinderen, geen fraai voorbeeld. Kinderen leren van wat je doet, niet van wat je roept in een rechtszaal.
En dan de enige vrouw in dit verhaal. Ze was in de trein opgepakt. Volgens haar had ze alleen een plank weggehaald om een open put af te dekken. Een nobele daad, zei ze zelf, maar de rechter zag toch vooral iemand die het stuk hout naar een waterwerper gooide. Veertien dagen voorwaardelijk, 500 euro boete. Ze huilde dat ze daardoor de diploma-uitreiking van haar zoon moest missen. Sneu, maar ook wrang: een moeder die zegt dat ze voor haar kinderen opkomt, maar ze met haar gedrag bepaald geen dienst bewijst.
Maurits uit Voorburg, op het Malieveld nog met bivakmuts en stenen, zat nu snikkend in het beklaagdenbankje
Wat vooral opviel: niemand nam verantwoordelijkheid. Geen enkele verdachte die zei: “Ik heb de boel kort en klein geslagen, ik neem mijn straf.” Nee, het was allemaal een ongelukje, een emotionele opwelling. Iemand wees erop dat de stok waarmee hij was gezien slechts één euro had gekost bij de Action. Alsof de prijs iets verandert aan de ernst van het vergrijp. De rechter had er snel genoeg van. Ja, hij hoorde de spijt. Ja, hij zag de tranen. Maar hij wond er geen doekjes om: er is een verschil tussen je mening uiten en er ‘een grote teringzooi’ van maken. Want precies dat was er gebeurd.
En zo voltrok zich het klassieke treurspel. Op straat gelegenheidshelden, met adrenaline in de aderen en vlaggen in de lucht. Voor de rechter bange mensen, met halfslachtige excuses. Stoer op het Malieveld, zielig in de rechtbank. Peter R. de Vries zei het goed: “Alleen huilebalken hebben spijt.”
- ANP