Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Edwin Struis

SPORTCOLUMN: De vreemdste derby waar jij ooit bent geweest

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: beladen stadsderby’s.

Micha Jacobs

Ik heb best een zwak voor Oranje, zeker voor het huidige, maar Malta-uit (donderdag) en Finland-thuis (zondag) zijn toch weer van die hinderlijke onderbrekingen van het competitievoetbal. Daar hebben ze bij de amateurs geen last van, gelukkig. Sterker nog, aanstaande zaterdag staat de grootste en meest beladen amateurwedstrijd van Nederland op het programma: Spakenburg-IJsselmeervogels, ofwel de derby van Spakenburg.

Extra bijzonder dit jaar, omdat het alweer drie jaar geleden is dat de ‘blauwen’ (Spakenburg) en de ‘rooien’ (IJsselmeervogels) voor het laatst tegenover elkaar stonden. Heeft er alles mee te maken dat IJsselmeervogels degradeerde en weer promoveerde naar de tweede divisie en nu weer in dezelfde divisie als Spakenburg speelt. Zoals het hoort.

“Ik regel wel iets voor zaterdag,” zei mijn bevriende buurman die kind aan huis is in het vissersdorp en ‘blauw’ bloed heeft. “Als je maar niet iets roods aantrekt.” Uiteraard niet: ik mag af en toe een ezel zijn, maar ik stoot me niet twee keer aan dezelfde steen. Ik was ooit al eens zo stom om een Feyenoord-trainingspak aan te trekken toen de Rotterdammers een Europese uitwedstrijd speelden tegen Borussia Mönchengladbach, in Düsseldorf. Stom, omdat ik in het Duitse thuisvak zat, niet in het uitvak. Maar goed, ik was vijftien, speelde de vermoorde onschuld en kwam weer levend thuis, maar zo’n fout zal ik dus niet meer zo snel maken. Ook zaterdag niet. “Blauw is mijn favoriete kleur,” zei ik tegen mijn buurman, wat niet eens gelogen is. 

Sfeeractie rond de Spakenburgse derby.

Als ik de verhalen mag geloven, gaat het er op wedstrijddagen behoorlijk wild aan toe aan het IJsselmeer. Nog wilder dan in Volendam, om maar een ander voetbaldorp aan datzelfde water te noemen. Dat zag je al toen Spakenburg twee jaar geleden de halve finales om de KNVB-beker bereikte (Spakenburg-PSV 1-2), het hele dorp uitliep, de wedstrijd later begon omdat een platte kar met daarop een dj eerst van het veld moest worden getrokken en eerst een heel Chinees warenhuis aan vuurwerk de lucht in moest, terwijl de naastgelegen feesttent uren voor aanvang al uitpuilde. En uren na afloop nog steeds. 

Maar dat is nog allemaal onschuldig. Ik hoorde ook iets over kippen die blauw en rood werden gespoten, supporters die op het dak van de vijandige tribunes klommen en meer van dat soort ongein. Ook dat de meeste fans al een tientje hebben bijgelegd voor een paar sfeeracties. Een tientje maal achtduizend, want zoveel zitten en staan er zaterdag, en je weet meteen welke toestanden er zullen plaatsvinden dit weekend. Wat is eigenlijk de vreemdste derby waar jij ooit bent geweest?

Edwin Struis

Laatst vooraan in de Adelaarshorst, nu een riant uitzicht op de Spakenburgse derby; jouw voetbalbeleving vaart er wel bij. Toevallig zijn rood en blauw, vanwege een HFC Haarlem-verleden, mijn favoriete kleuren, dus je begrijpt dat ik geen echte favoriet kan aanwijzen in deze burenruzie. Nou ja, vooruit, vanuit historisch perspectief heb ik meer met rood (IJsselmeervogels) dan met blauw (Spakenburg), maar dat komt natuurlijk door die legendarische bekercampagne in 1975 en dan met name die onvergetelijke zege op AZ’67 plus het feit dat het elftal rond Jaan ‘nooit op zondag’ de Graaf later dat jaar ook nog eens werd uitgeroepen tot Sportploeg van het Jaar. Maar goed, opa vertelt, we zijn vijftig jaar verder.

Ik heb in mijn werkzame reportersleven al heel wat beladen stadsderby’s afgevinkt. Naast een paar vrij intense (Gala-Fener, Atlético-Real, St. Pauli-HSV, Inter-AC, Hibs-Hearts, Wisla-Cracovia, Spartak-CSKA, AS-Lazio) staan me bovenal een twintigtal Old Firms helder voor de geest, de overtreffende derby-trap tussen Rangers en Celtic. Na de laatste keer, een paar jaar geleden, kwam ik in een vrij ongebruikelijke situatie terecht. Kuierend op de terugweg van Celtic Park naar het centrum van Glasgow besloot ik ergens in de katholieke wijk een in groen-wit gespoten Celtic-café in te duiken om mijn reportage over The Old Firm van wat couleur locale te voorzien. Maar waar ik een typische voetbalsfeer verwachtte, kreeg ik een soort herdenkingsdienst voorgeschoteld voor de IRA-hongerstakers uit 1981, je weet wel, Bobby Sands en consorten. 

Toen ik m’n opschrijfboekje pakte om wat aantekeningen te maken, kwamen er wat ongure types voor me staan die waarschijnlijk dachten dat ik een soort informant van de politie was. Toen ik uitlegde dat ik enkel een morsige inktkoelie uit Nederland was, lieten ze me met rust. Je begrijpt dat ik, toen ze eenmaal uitgezongen waren, me snel uit de voeten maakte.

Nee, dan denk ik liever terug aan Vathyllou-Karlovasi, de derby op het Griekse eiland Samos, waar ik tijdens een vakantie bij toeval in verzeild raakte. Op het vierde nationale niveau, uitgevoerd op een kiezelhard veld met her en der wat plukjes gras, nou, dan weet je het wel. Toen het stof weer neerdwarrelde en de balans werd opgemaakt, werden er meer in het ongerede geraakte ledematen geteld dan doelpunten. 

De dag erop werd ons appartement schoongemaakt door een type dat me vaag bekend voor kwam. Toen hij de spons opgooide en feilloos uit de lucht plukte, wist ik het ineens: de keeper van Vathyllou.  

Sport
  • NL Beeld