10 jaar cel en tbs voor jonge moordenaar die willekeurige vrouw doodstak in bos Hellevoetsluis

P. verklaarde tijdens de rechtszaak dat hij zijn slachtoffer "volstrekt willekeurig" had uitgekozen. Op 30 mei vorig jaar liet Elise haar hond uit in het Ravense Hout in Hellevoetsluis. Mitchell P. ging die dag ook naar het bos, met witte latexhandschoenen, een bivakmuts en een mes. Daar besloop hij Elise van achteren en stak haar vijf keer in haar bovenlichaam en rechterarm.

Na de moord meldde hij zichzelf bij de politie. Tegen de rechters zei hij dat hij al vier keer eerder met het mes op pad was gegaan om te testen of hij zijn agressie kon beheersen. Die vijfde keer liep het fataal af.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Moord, geen doodslag

Volgens de rechtbank is er sprake van moord, en niet van doodslag, omdat P. doelbewust te werk ging en voldoende tijd had om zichzelf te bedenken. De rechter zei daarover: "U keek voor dat u van huis ging in de spiegel om te kijken of u er met handschoenen aan en een donkere hoody op er wel eng genoeg uitzag. Uit de keuken pakte u een koksmes dat u vervolgens in uw rugzak deed." Dat schrijft het Algemeen Dagblad (AD).

P. krijgt naast zijn celstraf ook tbs met dwangverpleging opgelegd. Die maatregel is ongemaximeerd, wat betekent dat hij zo lang in een kliniek kan worden vastgehouden als het risico op herhaling bestaat. In theorie kan dat levenslang duren.

Bekijk ook

Mitchell P. (22) stak Elise (59) op klaarlichte dag dood terwijl ze haar hond uitliet | Panorama

Het Openbaar Ministerie heeft een celstraf van 16 jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 22-jarige Mitchell P. voor het doden van Elise in Hellevoetsluis.

Lagere straf dan geëist

Het Openbaar Ministerie had eerder 16 jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist. De rechtbank legde een lagere gevangenisstraf op vanwege P.’s jonge leeftijd: hij was pas twintig toen hij de moord pleegde.

Ook hield de rechtbank rekening met het feit dat P. verminderd toerekeningsvatbaar is. Uit onderzoek blijkt dat hij lijdt aan psychiatrische stoornissen, waaronder borderline. Helemaal ontoerekeningsvatbaar is hij echter niet, omdat er geen sprake was van psychoses.