Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Verdwijnen tegen betaling: Japanse nachtverhuizers bieden anonimiteit en een nieuw leven

Yonige-ya worden ze genoemd. Vrij vertaald betekent dat ‘nachtverhuizers’. Mensen in Japan die op een of andere manier zijn vastgelopen in het leven, kunnen met hun hulp spoorloos verdwijnen om in volstrekte anonimiteit een doorstart te maken.

Japanse nachtverhuizers

Een buitenwijk van Osaka, half drie ’s nachts. Een stille straat, het stationair draaiende geluid van een vrachtwagenmotor weerkaatst tegen de flatgebouwen. Voor een huis op de begane grond staan twee mannen in donkere werkkleding dozen in te laden. Ze werken snel, geroutineerd. Een paar futons – traditionele Japanse matrassen – wordt opgerold en verdwijnen samen met twee tassen vol speelgoed en kleding in de laadruimte.

Binnen zit een vrouw op de rand van haar bed. Ze oogt nerveus, haar blik schiet rusteloos door de kamer. Haar handen klemmen om de draagbanden van een kleine schooltas. In een naastgelegen kamertje liggen haar kinderen te slapen, allebei nog geen tien jaar oud. Ze mogen niets weten, niets horen. Over nog geen uur zijn ze in een ander huis, in een andere stad, met een ander adres.

De werklui zijn geen gewone verhuizers. Ze werken voor een yonige-ya, oftewel nachtverhuizer. Hun specialiteit is mensen laten verdwijnen. Geen adres achterlaten, geen enkel spoor, geen uitleg aan nieuwsgierige buren. Gewoon weg. Het doet denken aan het getuigenbeschermingsprogramma, zoals we dat ook kennen in Nederland: onder toezicht van de politie elders een nieuw leven beginnen.

Nachtelijk Osaka.

Maar hier is iets anders aan de hand. In Japan gaat het om mensen die er nadrukkelijk voor kiezen om te verdwijnen. Al is die vrijwilligheid betrekkelijk: vaak zijn ze door omstandigheden gedwongen. Schaamte om een faillissement, een huwelijk dat op de klippen is gelopen, het verlies van werk of de druk van hoge schulden. De Japanners hebben er een woord voor: jōhatsu. Het betekent letterlijk ‘verdamping’, alsof iemand oplost in de lucht.

De politie in Japan registreerde vorig jaar ruim 90.000 vermissingen. Het gros wordt teruggevonden: kinderen die na een dag weer thuiskomen, mannen voor wie een avondje ‘overwerken’ was geëindigd in een hotelbed, ouderen die aan de wandel waren gegaan en hopeloos verdwaalden in de miljoenenstad. Maar een deel blijft spoorloos, vaak willens en wetens. Zij laten hun vroegere leven achter als een oude, afgedragen jas. Voor hen bestaat een stille industrie. Yonige-ya bieden anonieme nachtverhuizingen. De prijzen variëren van zo’n 500 tot 2000 euro, afhankelijk van de afstand, de hoeveelheid spullen en of er kinderen meeverhuizen. Wat je ervoor terugkrijgt: discretie. De mannen werken stil, anoniem en met routine. 

De Japanse politie kijkt in geval van ‘verdamping’ vaak de andere kant op.

Enige uitweg

Waarom iemand kiest voor zo’n radicale stap verschilt nogal. Vaak gaat het om schaamte of faalangst. In een cultuur waarin eer en reputatie zwaar wegen, kan een mislukking – ontslag, faillissement, een scheiding – ondraaglijk zijn. Verdwijnen lijkt dan eenvoudiger dan toegeven dat je gefaald hebt. Ook vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld zien yonige-ya als enige uitweg. In één nacht zijn ze uit beeld, met kinderen en al, en begint er ergens een nieuw leven. Met één beperking: een nieuwe identiteit kunnen de nachtverhuizers niet leveren. Je gaat verder als je onzichtbare zelf.

De yonige-ya hebben ook jongeren onder de klandizie, zo blijkt uit diverse publicaties over de verdwijnindustrie. Zoals de 18-jarige scholier die zakte voor zijn toelatingsexamen en uit pure schaamte niet meer naar huis durfde. Hij verdween spoorloos, dook onder in een dichtbevolkte wijk in andere stad en scharrelde met losse baantjes de kost bij elkaar. Cash uitbetaald. Onverzekerd. Maar ook onzichtbaar. En daar was het hem om te doen.

Ook een man die na een mislukte investering diep in de schulden zat, werd door de yonige-ya uit de brand geholpen. Zijn schuldeisers stonden letterlijk bij hem op de stoep. In één nacht werd hij met een paar tassen verplaatst naar een anoniem kamertje in Yokohama. De verhuizers vertelden later hoe ze hem aantroffen: ineengedoken op een plastic stoel, een wrak, de belichaming van iemand die ten einde raad is. De blik in zijn ogen, leeg en uitgeblust, maakte duidelijk dat hij ‘verdampen’ niet zozeer had gekozen, maar dat het voor hem de enige overgebleven uitweg was geweest.

In een cultuur waarin eer en reputatie zwaar wegen, kan een mislukking – ontslag, faillissement, een scheiding – ondraaglijk zijn

Zo’n nachtverhuizing gaat zoals gezegd altijd geruisloos. Door documentaires en artikelen over het fenomeen yonige-ya is inmiddels een rij scherp beeld ontstaan doe het er in de praktijk aan toe gaat. Zoals de man in Tokio die op een maandagochtend zijn huis verlaat, alsof hij naar zijn werk gaat. Zijn vrouw zet zoals altijd het ontbijt klaar, de kinderen zwaaien hem uit bij de deur. Die avond blijft zijn stoel leeg. Het eten blijft onaangeroerd op tafel staan. Terwijl het gezin dodelijk ongerust op zijn thuiskomst wacht, zit de man op datzelfde moment al in een goedkoop pension in Sanya, een wijk waar niemand lastige vragen stelt en waar iedereen gedijt in anonimiteit. Voor zijn gezin is hij verdwenen in het niets, maar in werkelijkheid werkt hij vanaf de volgende dag als dagloner op een bouwplaats. Voor hem voelt het als een bevrijding, voor zijn achterblijvers is het een levenslang trauma.

Net als de man uit Tokio verdwijnen ook andere klanten van de yonige-ya vaak naar dichtbevolkte, anonieme plekken ver van hun eigen woonomgeving. In Tokio is dat bijvoorbeeld Sanya, ooit een wijk van dagloners en goedkope pensions. In Osaka valt de keus doorgaans op Kamagasaki en in Yokohama is de bestemming vaak Kotobukichō. Het zijn plekken die niet meer officieel op de kaart staan, maar iedereen kent ze. In deze wijken zijn kamers goedkoop, werkgevers vragen niet om officiële documenten en er is altijd werk in de bouw, sloop of schoonmaak. Het leven speelt zich af in volstrekte anonimiteit. Niemand vraagt naar elkaars achtergrond, iets wat in Japan sowieso al als onbeleefd wordt gezien. 

Rol van schaamte

Het idee van vrijwillig verdwijnen is voor veel Europeanen maar moeilijk te begrijpen. Er zijn talloze andere manieren om problemen het hoofd te bieden. Maar in Japan speelt schaamte een grotere rol. Falen, schulden of een scheiding gelden als een smet, niet alleen op jezelf maar ook op je familie. In plaats van je schande onder ogen te zien, kun je beter kiezen voor een rigoureuze uitweg. Voor Japanners ligt hier ook een culturele laag onder: al eeuwen geldt zelfmoord – van de samoerai die seppuku pleegden tot de zakenman die uit het kantoor de diepte induikt – als een laatste, eervolle uitweg. In dat licht bezien, is verdwijnen een zachte variant. Oplossen in het niets in plaats van het leven zelf beëindigen. Toch is deze verdwijntruc voor de achterblijvers misschien nog zwaarder: zij tasten in het duister over het lot van hun familielid. Is hij dood? Leeft hij of zij nog? Moet je rouwen of hopen? 

Een duistere krocht in Tokio.

Jōhatsu – verdamping – is legaal zolang er geen sprake is van een misdrijf. Een verhuizer die een vrouw helpt te ontsnappen aan haar man, begeeft zich weliswaar in een moreel grijs gebied, maar niet in een strafbaar domein. Alleen als er kinderen zonder toestemming van beide ouders worden meegenomen, of als iemand fraude probeert te plegen, grijpt de politie in. Dat verklaart waarom de lucratieve verdwijnsector kan bestaan. De politie kijkt de andere kant op, de wet biedt ruimte, en privacywetgeving bemoeilijkt het terugvinden van mensen die niet gevonden willen worden. Zelfs particuliere detectives lopen vast op de dichte muren van het systeem.

Achterblijvers zijn minder enthousiast over de diensten van de yonige-ya. Families leven met wat psychologen ambiguous loss noemen: een verlies zonder duidelijk einde. Sommige families zoeken jarenlang, anderen geven na verloop van tijd op. Ook voor de ‘verdampte’ weglopers zelf is het vaak allesbehalve een sprookje. Het nieuwe leven komt meestal neer op kleine, bedompte kamers, slecht betaalde baantjes en blijvende anonimiteit. Je bent niemand. Maar onder de streep is dat voor hen beter dan de schaamte van het oude bestaan.

Privédetectives

In de straten van Sanya, Tokio, kun je de aanwezigheid van johatsu bijna voelen. Hier vind je de pensions waar de gangen ruiken naar zelfgestookte drank, zweet en sigarettenrook. Hier wonen de mannen die ooit vaders waren, echtgenoten, werknemers. Nu zijn ze schaduwen. Overdag schuifelen ze naar bouwplaatsen waar niemand lastige vragen stelt. ’s Avonds drinken ze twijfelachtige sake in benauwde izakaya’s, bars die amper groter zijn dan een gemiddelde huiskamer. Ze kijken strak voor zich uit, de ogen gericht op het glas. Geen van hen wil herkend worden. Eén verkeerde vraag kan genoeg zijn om een gesprek abrupt te beëindigen. De ongeschreven regel is simpel: vraag niet naar het verleden.

Een vrouw die haar man verliest aan de jōhatsu-cultuur vertelde ooit aan een documentairemaker: “Het is alsof hij door de aarde is opgeslokt. Geen lichaam, geen afscheid, alleen stilte.” Ze heeft jarenlang naar hem gezocht, met hulp van privédetectives. Maar het leverde niets op, behalve een gepeperde rekening van het detectivebureau. Het enige spoor was een pinopname bij een geldautomaat in Osaka. Daarna niets meer. Precies zoals de man het had gewild. 

De schatting dat er jaarlijks honderdduizend Japanners verdwijnen, zoals in de media word gemeld, moet met een korreltje zout worden genomen. Het precieze aantal is onduidelijk. Politie en overheid registreren alleen de officiële vermissingen. Mensen die uit eigen wil vertrekken en dat niet laten registreren, vallen daar dus buiten. Zeker is wel dat de jōhatsu een stille onderlaag vormen van de samenleving. Een verborgen wereld waar duizenden levens zich in stilte afspelen.

De vrouw die jarenlang opsprong bij elk telefoontje was gestopt met wachten. Maar de wond was gebleven. ‘Je rouwt niet, je verdort,’ zegt ze

De redenen zijn divers, maar in de kern komt het steeds neer op schaamte, angst en druk. Zoals de jonge vrouw die met hulp van een yonige-ya wegvluchtte bij haar gewelddadige echtgenoot. Ze liet alles achter: huis, familie, verleden. Haar moeder vertelde later dat ze wéét dat haar dochter leeft, maar waar? Dat is de vraag waarop ze nooit antwoord zal krijgen en meteen ook het zwaarste aspect van zo’n nachtverhuizing: weten dat iemand er nog is, maar dat hij of zij nooit meer deel uit zal maken van je leven.

Per saldo wordt de prijs dus betaald door de achterblijvers. Kinderen die geen vader meer hebben. Ouders die nooit weten of hun zoon nog leeft. Partners die geen antwoorden krijgen. Het is de paradox van de jōhatsu: verdwijnen lijkt een persoonlijke keuze, maar de gevolgen worden door anderen gedragen. Een vrouw vertelt in een documentaire hoe ze jarenlang bij elk telefoontje opsprong, in de hoop dat haar man aan de lijn was. Uiteindelijk was ze gestopt met wachten, maar de wond was gebleven. “Je rouwt niet, je verdort,” zegt ze.

Tegelijkertijd is er de vraag: kan zo’n nachtelijke verdwijningsactie in het huidige tijdsgewricht nog wel? In een land waar overal camera’s hangen, waar digitale betalingen elk spoor vastleggen, is verdwijnen moeilijker dan ooit zou je denken. Toch blijkt de praktijk anders. Wie cash afrekent, goedkoop onderdak vindt en zijn verleden achter zich laat, kan nog steeds onder de radar blijven. De anonimiteit van de grote stad en zwijgzaamheid van gelijkgestemden doet de rest.

Beroep: nachtverhuizer

Overdag oogt Miho Saita als een keurige kantoordirecteur, maar ’s nachts draait ze een bedrijf dat balanceert tussen legitiem en louche. Ze noemt zich ‘verdwijnmakelaar’ – iemand die levens verplaatst. Haar klantenbestand is divers, maar allemaal hebben ze dezelfde hulpvraag: verdwijnen zonder sporen achter te laten.

Ze werkt met een vast team van mannen die blind op haar aanwijzingen vertrouwen. Ze kent de hotels die geen paspoort vragen, de pensions waar contant geld zonder vragen wordt geaccepteerd, de werkgevers die niet verder kijken dan een dag. In die stille wereld van schaduwadressen en halve afspraken kent ze de weg als geen ander.

Saita moet het hebben van snelheid en onopvallendheid. Geen vrachtwagens vol meubels, maar juist de stilte van een enkele doos, een plastic tas, een opgerold matras. De essentie van verdwijnen zit in de details: geen post meer, geen bemoeizuchtige buren, geen spoor dat je ooit op die plek hebt bestaan.

De verdwijnmakelaar weet hoe het voelt om gevangen te zitten in een net van ellende. Als kind groeit ze op in een gewelddadig gezin. Dat verleden maakt dat ze onmiddellijk hoort of een stem aan de andere kant van de lijn écht in nood is. Soms is er geen uitleg nodig. “Ik kon eraan,” zegt ze dan, en binnen een uur is de operatie in gang gezet.

Ze vertelt hoe ze recent nog een vrouw in de laatste maand van haar zwangerschap hielp te vertrekken. Ze zag geen toekomst met de vader van het kind. Maar ja, geen opvang, geen hulp van instanties. Dus restte alleen de anonieme service van Saita’s bedrijf. Een kamer, een matras, een nieuw adres. Geen frisse start met een naar Zwitsal geurende babykamer, maar een vangnet voor wie nergens anders heen kan.

Glamour zit er niet aan. Het leven dat Saita regelt, is klein, armoedig en stil. Maar het is de poort naar een nieuw leven. Voor haar klanten is dat genoeg. 

Hoe Norihiro verdampte

Norihiro heeft jarenlang een nette baan als ingenieur. Net pak, vaste werkplek, een gezin dat op hem rekent. Tot hij zijn baan verliest. Het nieuws komt hard aan, maar vertellen doet hij het niet. Elke ochtend doet hij alsof er niets aan de hand is. Overhemd aan, stropdas recht, kus voor zijn vrouw en weg. Maar in plaats van naar kantoor rijdt hij doelloos rond, parkeert zijn auto ergens bij een park of bij een afgelegen parkeerplaats. Soms zit hij urenlang achter het stuur, starend naar de horizon tot het tijd is om weer naar huis te gaan.

Zo sleept hij zich maanden voort, gevangen in zijn eigen leugen. Het gezin merkt dat er iets mis is, maar hij houdt vol: druk op het werk. De salarisstrook blijft uit, de spaarrekening slinkt. De schaamte zuigt alle zelfvertrouwen weg uit de ingenieur. Voor zijn vrouw wil hij niet afgaan, voor zijn kinderen wil hij geen mislukkeling zijn.

Op een avond belt hij een yonige-ya. Hij hoeft weinig uit te leggen; de mannen aan de andere kant van de lijn herkennen zijn toon, de gebroken stem van iemand die aan het eind van zijn Latijn is. Een paar dagen later staan ze voor de deur. Norihiro heeft twee plastic tassen klaarstaan. Meer neemt hij niet mee. Zelfs een afscheidsbrief kan er niet af. 

Nog diezelfde nacht rijdt de vrachtwagen naar Sanya, de wijk waar je naam er niet meer toe doet. De Japanner krijgt een kleine kamer, een matras op de grond, en werk als dagloner in de bouw. Voor hem voelt het als een opluchting: het toneelspel is voorbij. Maar de prijs is hoog. Zijn vrouw en kinderen blijven achter in een leeg huis, zonder antwoorden. 

Norihiro kiest niet voor de ultieme uitweg van zelfmoord, maar voor de stille verdamping die voor zijn gezin minstens zo hard ingrijpt. Voor hen is hij net zo goed dood, maar dan zonder graf. Voor Norihiro is het verdwijnen geen luxe keuze, maar de enige uitweg; een sprong uit de hel van schaamte en mislukking, recht de anonimiteit in.

Kan dit ook in Nederland?

Het antwoord is kort: nee. Ons land is klein, digitaal en strak georganiseerd. Iedereen staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Wie zijn verhuizing niet doorgeeft, krijgt de status ‘vertrokken onbekend waarheen’ en verliest vrijwel meteen toegang tot zorg, uitkeringen, toeslagen en zelfs een geldig paspoort.

Bovendien zijn instanties hier sterk aan elkaar gekoppeld. Gemeenten, Belastingdienst en zorgverzekeraars wisselen gegevens uit. Wie buiten beeld probeert te blijven, loopt snel vast. Natuurlijk verdwijnen ook in Nederland mensen. Soms uit wanhoop, soms om schulden te ontlopen. Maar vrijwel altijd duiken ze weer op of worden ze opgespoord.

Een Nederlandse versie van de jōhatsu-cultuur, compleet met discrete verhuizers die je anoniem naar een nieuw leven brengen, is ondenkbaar. Niet omdat er geen behoefte aan zou zijn – je zou ze de kost moeten geven – maar omdat de structuur van onze samenleving het simpelweg onmogelijk maakt. Wie hier wil verdwijnen, komt al snel in de illegaliteit terecht: zonder inschrijving, zonder zorg, zonder inkomen.

Dat laat dus meteen het contrast met Japan zien. Daar bestaat ruimte voor een grijze zone waarin mensen kunnen verdampen en opnieuw beginnen. In Nederland is die ruimte er niet. Hier zou de enige echte verdwijntruc zijn: een enkeltje Japan boeken en daar een nachtverhuizer bellen. 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Bizar
  • Adobe Stock, Imageye E.A.