Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

MISDAADCOLUMN: Tom pakt zijn koffer om naar plekken te vliegen waar je volgens de reiswijzer beter weg kunt blijven

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: gevaarlijke vakantieplannen.

In Weert woont Tom. Tom is een man naar mijn hart. Terwijl heel Nederland zijn vakantieplannen laat afhangen van een kleurcode op de site van Buitenlandse Zaken, pakt Tom gewoon zijn koffer om naar plekken te vliegen waar je volgens de reiswijzer beter weg kunt blijven. Israël. Congo. Caracas. Bestemmingen die in de kroeg verbaasde gezichten opleveren, alsof je levensmoe bent of net iets te diep in het glaasje hebt gekeken.

Hij vertelt erover in dagblad De Limburger. Dat hij zich in Caracas veiliger voelt dan in Brussel. Vooral rond de stations vond hij de Belgische hoofdstad ‘niet te doen.’ In Israël liep hij gewoon over straat, raketalarm of niet, en ook daar voelde hij zich niet bedreigd. In Caracas, ooit nog betiteld als ‘moordhoofdstad van de wereld,’ voelde hij zich zelfs verrassend ontspannen. En dat terwijl hij er moederziel alleen rondliep. “Negen van de tien keer valt het reuze mee,” zegt hij. Het is geen borstklopperij van Tom, geen ‘kijk mij eens.’ Gewoon een man met een camera die laat zien dat de werkelijkheid vaak minder eng is dan het achtuurjournaal je wil doen geloven. Hij deelt zijn filmpjes op YouTube, waar je hem ziet rondlopen op plekken die op de reiswijzer knalrood kleuren en waar het er verrassend genoeg meestal gewoon uitziet als een doordeweekse stad.

Ik herken dat wel. Tel Aviv is voor mij hetzelfde verhaal. Zeg ‘Israël’ en mensen zien raketten, oorlog en zelfbenoemde deskundigen die met bezorgde gezichten de situatie duiden. Maar ik zie een boulevard vol hardlopers, markten die tot diep in de nacht open zijn en een stad waar ik me veiliger voel dan in Breda of Deventer. In Tel Aviv merk je niets van dat typisch Nederlandse fenomeen: zinloos geweld. Niemand die je zomaar een klap verkoopt omdat je ‘verkeerd kijkt.’ Sterker nog, een vrouw kan er ’s nachts gewoon alleen over straat. Probeer dat maar eens in een willekeurige Nederlandse binnenstad op zaterdagavond.

In Tel Aviv kan een vrouw ’s nachts gewoon alleen over straat. Probeer dat maar eens in een willekeurige Nederlandse binnenstad

In Kaapstad ben ik ook geweest. Twee keer zelfs. Volgens de reiswijzer spelen met je leven. Maar ik voelde me geen seconde onveilig. Natuurlijk, ik ben niet lallend om twee uur ’s nachts gaan pinnen. Dat moet je in Dordrecht of Den Helder ook niet doen. De meeste ellende daar speelt zich af in de townships. En daar hoef ik niet te zijn. Voor mij geen georganiseerde tour waarbij je in een bus met airco door de steegjes worden gereden, terwijl de straatarme locals zich onder een dak van golfplaten tegoed doen aan zelfgestookte drank om aan de ellende te ontsnappen. Dat voelt niet alleen ongemakkelijk, het ís respectloos.

Het echte gevaar op reis zit meestal ergens anders. In een los steentje waardoor je tijdens een bergwandeling je enkel breekt. In een bord kip dat te lang in de zon heeft gelegen. In een onder de kraan gewassen salade in die Egyptische badplaats. In een mug die je met malaria naar huis stuurt. Of in kabbelend bergbeekje dat in een minuut verandert in een verwoestende vloedgolf. Maar ja, dat valt een beetje onder de gewone vakantieperikelen. Een roofoverval scoort beter, een zakkenroller is spannender.

Tom van den Heuvel voelt zich veiliger in Caracas dan in Brussel.

En intussen vergeten we dat de meeste risico’s veel dichterbij liggen. Een steekpartij in de tram. Een vechtpartij na een potje voetbal. Syrische jongeren die onze binnensteden op stelten zetten. Maar daar hebben we geen reisadvies voor. Geen kleurcode. Tom heeft gelijk: we staren ons blind op symbolen en lijstjes. Veiligheid is geen cijfer. Het is een gevoel. Het is geluk hebben of net pech. Net de verkeerde tegenkomen, net de verkeerde blik. En misschien is dat wel het wrange: we zijn doodsbang voor Caracas, maar sluiten onze ogen voor de jungle van de zaterdagavond in onze eigen binnenstad.