Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Jeroen van der Boom: 'Ik ga van mezelf al best wel hard op het podium'

Topper Jeroen van der Boom is zanger, pianist, presentator én medebedenker van Holland Zingt Hazes en The Pianoman. Toch sleutelt hij het liefst aan auto's of aan de televisie van zijn buurman.

Jeroen van der Boom

Koning van de meezingers 
Jeroen van der Boom, geboren in 1972 in Nijmegen, breekt in 2007 door met de hit Jij bent zo. Het is het begin van een carrière vol hoogtepunten. Niet alleen als zanger, pianist en sinds 2009 als vaste waarde bij de Toppers, maar ook als presentator én medebedenker van Holland zingt Hazes en The Pianoman bewijst hij dat hij een van de meest veelzijdige entertainers van Nederland is.

Wat maakt jou een echte man?
“Ik sleutel aan auto’s. Ik heb een voorliefde voor oude Porsches. Je kan mij blijer maken met een oude Porsche dan met een nieuwe. Ik sleutel er zelf aan. Als de accu leeg is, doe ik het. Ik lig eronder. Ik heb een garage. Ik heb een brug waar mijn auto op gaat. En af en toe dan weet ik het niet meer en haal ik hulp. Ik bestel zelf. Als iets kapot is, een startmotor van mijn boot, dan ga ik naar het type kijken. Haal ik hem eruit, kijk ik nauwkeurig hoe dat gaat, en dan bestel ik exact hetzelfde type. Dan zet ik hem precies zo terug en dan roep ik: Het is gelukt! Maar er moet niks fout gaan. Dan wordt het lastig. Ik doe het in principe allemaal zelf. Dat vind ik heerlijk. Ik ben een visser, dus ik vis ook veel. Ja, echt roofvissen, dus niet met een dobbertje, maar echt de polder in voor snoek en snoekbaars. Ik heb een visbootje.”

Is dat zo’n ding waarbij je met je benen in het water zit?
“Nee, dat is een Belly, dat is niet mijn ding. Ik heb een echte visboot, een donkergroene boot. Met een sensor, zodat je weet waar je moet zijn. Ik ga ook niet met mijn Amsterdamse sloep, dat doe ik niet, dat weiger ik.”

‘Rico Verhoeven had van die peperdure hengels gekocht en toen heb ik hem uitgedaagd. Maar ik heb hem nog nooit vissend gezien’

Die ligt gewoon achter je huis?
“Ja ja, dat weet ook iedereen hoor.”

Daar gaat Jeroen weer, denken de buren dan.
“Ja, dat is ook lachen. Jeroen, jij gaat even lekker vissen? Vind ik zó niet bij jou passen, hoor ik dan. Ik heb een vriend die wel eens meegaat en een heleboel bekenden vissen ook. Patrick Kluivert ging vroeger vissen. Jochem Myjer is een goeie snoeker en ik stuur wel eens fotootjes naar hem. En ik had Rico Verhoeven uitgedaagd om een keertje te gaan vissen, want die had peperdure hengels gekocht, maar ik heb nog nooit een foto van hem gezien terwijl hij vist. Maar ja, dat soort dingen doe ik dus. 

Zelf sleutelen vind ik nog steeds leuk. Ik ben er wel van. Als we een huis huren voor ons kind, dan wit ik de boel zelf. Mijn fijnste winkel in Amsterdam is de ijzerhandel. Ik was vanmorgen bezig met mijn boot. Meerkoeten maken op de achterkant van mijn boot een nest. Dus ik heb iets onwijs goeds ontwikkeld: duivenpinnen voor achterop, maar die drijven eraf als je ze niet verzwaart. Dus heb ik van die hele grote moeren van ongeveer een kilo of vier gehaald, en die heb ik op drie punten op die duivenpinnen gelegd.

Die klik ik er dan zo doorheen en dan blijven ze liggen vanwege het gewicht. Er stond een mevrouw achter me, die zei: Hoe heb je dat bedacht? Ik zei: Ik moet er eigenlijk patent op aanvragen. De bootjes in Amsterdam hebben allemaal last van die beesten en dit is een heel makkelijke oplossing. Voor 11 euro ben je klaar. En dat vind ik gewoon leuk. Dat aanklooien, dat is misschien wel wat ik het allerleukste vind.”

Naast het zingen is dit Jeroen van der Boom?
“Maar dat weten mijn vrienden wel, hoor. Ze kunnen mij bellen als er wat kapot is. Mijn buurman belt mij ook als de televisie het niet doet.”

Soldeer je ook?
“Tuurlijk. Had je niet gedacht hè?”

Nog meer verrassends?
“Nee, ik ben gewoon handig. Ik kan iets maken. Dat is toch leuk? Denk je dat dit eelt (wijst naar zijn handen) komt van het zingen?”

Niet van het stevig omklemmen van een microfoon dus?
“Nee, dat komt echt van alles zelf doen. Sleutelen jongen! Als je mij ziet onder die auto’s… Ik vind het gewoon prachtig om te doen. Vroeger sleutelde ik aan brommers. Ik kom uit de tijd van de Tomos, Puch en Kreidler en die dingen kon ik heel goed opvoeren. Mijn oom zat bij de marine, en via hem had ik twee van die grote dubbele katrollen op de kop getikt.

Ze hangen nog steeds bij mijn vader in de schuur. Daar hees ik dan met twee haken mijn brommer mee omhoog en dan zette ik er een andere carburateur, een cilinder en zuiger op. En dan reed dat ding gewoon 80. Mijn vader zat bij de politie en die haalde me een keer in op weg naar huis en toen ik thuiskwam, was het meteen: Je gaat nu naar de garage en je haalt dat spul eraf. En ik wil het motorblok zien. Ik wil alles zien wat je doet.

Hij hield je onderweg niet aan.
“Nee, hij haalde me gewoon in.”

Maar hij stond het niet oogluikend toe?
“Nee. Dat zou ik bij mijn kinderen ook niet doen. Veiligheid gaat wel voor alles. Als zij nu 70 gaan op de scooter, zou ik gelijk bellen.”

Ik neem aan dat je de dag erna weer iets anders verzon.
“Ik was er gewoon goed in. Het was een verdienmodel ook. Ik was heel goed in oude autootjes spuiten. Ging ik naar de autosloop, haalde ik een nieuwe deur en dan spoot ik die deur en dan was het weer goed. Vond ik heel leuk.”

Wat is je favoriete auto?
“De Porsche 911 uit 1984. Vorig jaar gekocht, tweede eigenaar ben ik. Ja, ik heb een aantal van die ouwe dingetjes. Ik knap ze zelf op. En dan probeer ik er spullen bij te zoeken. Dat vind ik heel leuk. Dat is mijn grootste hobby. Alleen specifiek de Porsche 911.”

‘Ik kan beter inparkeren, maar mijn vrouw kan beter rijden. Zij is meer van de details. Ik niet. Ik ga gewoon’

Je hebt er zo een als die van Tom Waes, in het zilver. De kritiek op Tom Waes was: je moet überhaupt niet in zo’n oude auto rijden, want dat is een koekblik. Als je iets raakt, ben je de sjaak.
“Maar ja, dan moeten ze alle oldtimers wegdoen. Ik vind het prachtig om in te rijden. Doe ik ook vaak. Ik drink niet, dus dat gaat best.”

Je drinkt helemaal niet?
“Een wijntje of een biertje soms, gewoon voor de gezelligheid. Maar ik ben niet saai, hè?”

Want dat wordt vaak tegen jou gezegd? Als je niet drinkt, ben je saai?
“Dat is de groepsdruk. Daar heb ik helemaal geen last van. Ik vind een 0.0-biertje prima, maar op Koningsdag met mijn vrienden een avond bier drinken of bij het eten een fles wijn openmaken als ik vrij ben, dat doe ik wel. Maar dat is misschien één keer in de maand. Voor de rest niet. En met shows helemaal niet. Het kan wel, maar ik doe dat niet.”

En een snuifje links of rechts? Ooit geprobeerd?
“Nee, niks geen behoefte aan. Ik ga van mezelf al best wel hard op het podium. Nog steeds. Ik ben heel beweeglijk en ik vind het gewoon heel leuk om overal op te springen en het publiek in te gaan en dat soort dingen. Daar voel ik me goed bij. Mijn kinderen hebben er ook geen behoefte aan, aan drugs. Aan roken ook niet. Sporten, muziek. Ik weet niet beter. En altijd dezelfde mensen om me heen. Dezelfde tourmanager, dezelfde geluidsmensen, mijn vrouw Dany al 23 jaar. Ik ben niet van de drugs. Ik snap het ook niet, maar ja.”

Er zijn wel artiesten die zichzelf een beetje moed indrinken voor op het podium.
“Kijk, dan moet ik wel eerlijk zijn: ik heb wel geleerd – ik word 53 – om niet overal over te oordelen. Als jij dat nodig hebt om wat te ontspannen en ik roep dan: Dat is toch raar man, doe normaal! Dan is dat misschien wat kort door de bocht. Ja, ík heb het niet nodig. Hetzelfde met roken. Ik heb nooit gerookt en ik zeg best wel snel tegen iemand: Stop er lekker mee, stom, vies. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Het líjkt misschien simpel voor iemand zoals ik die niet weet hoe het is, die niet dat verslavingsdingetje heeft. Dan is oordelen best wel makkelijk. Mijn kinderen en mijn vrouw roken niet, maar mijn moeder wel. En mijn zus ook, volgens mij.”

Dus je bent er wel mee opgegroeid.
“Ja, ik ben wel van de rookgeneratie: op verjaardagen in de familie werd er altijd druk gepaft en ook in de kroeg rookte iedereen binnen. Misschien ben ik ook wel een beetje een hypochonder. Veel te bang dat je er een ziekte van krijgt of zo. Als je ouder wordt, verlies je mensen om je heen en dan word je wel automatisch wat voorzichtiger. Ook als je aan je kinderen denkt. Mijn jongens zijn er nu wel doorheen, denk ik. Ze zijn 18 en 22, die gaan niet meer beginnen. De één, Daan, is heel erg bezig met sport, die wil voetbalmakelaar worden, en Luuk is veel te bang volgens mij, net zoals ik.”

Is er nog iets wat mannen kunnen leren van vrouwen?
“Ja, natuurlijk wel. Mannen kunnen heel veel leren van vrouwen. Ik ben een slechte autorijder volgens mijn vrouw. Die kan het veel beter. Dat is ook echt zo. Ik kan beter inparkeren, maar mijn vrouw kan beter rijden. Ook: wat meer details zien. Mijn vrouw is van de details. Ik niet. Ik ga gewoon. In de shows ook. Ik kan soms te snel praten.”

Je zingt ook veel hoger dan je praat.
“Zeker, mijn zangstem is meer ontwikkeld dan mijn praatstem, dus ik zing helder en klink ook nog wel jong, vind ik.”

Je staat op 11, 12, 13 en 14 december weer in Ahoy met je show The Pianoman, waarvan al drie avonden uitverkocht zijn. Het is een heel concept, compleet met culinair. Je zei dat het nog vier jaar moet lopen wil je je investering eruit halen. Wat is dat allemaal?
“We hebben hoge tafels gemaakt, want je wil dat mensen goed zitten. Je wil dat mensen goed zicht hebben. Je wil dat het eten goed is en alles eromheen. Je komt niet meer weg met een lauwe wijn. In Nederland gaat het niveau wat dat betreft steeds verder omhoog. We hebben Robin Bravenboer, dat is een bak met horeca-ervaring, en Dany, die jarenlang bij De Mol Wentink heeft gewerkt… We hebben twee keer 40 tafels met acht personen. Die krijgen een walking dinner tijdens de show. Daar wordt proef gegeten en mensen krijgen echt een VIP-beleving. En nog eens 1000 man gaat eten in een aparte hal die ook weer aangekleed is. Dus het is een totaalconcept. En daarbij komen er ook nog eens 3000 mensen die gewoon een leuke avond willen.”

‘Mijn platen staan allemaal op nummer 1 als ik er niet meer ben. Dat is toch waardeloos? Dan zeggen ze: Het was wel een goede zanger’

Jij organiseert dat allemaal zelf?
“Mijn bedrijf Music Tree Entertainment doet dat. Samen met P&P. We brengen, zeg maar, de grootste pianobar van ons land tot leven. Music Tree Entertainment is begonnen in 1993 als eenmanszaak. ‘Van bruiloft tot Arena’ had onze slogan kunnen zijn, want dat is precies wat het is. Dat is wie ik ben. Volgens mij ben ik ooit nog de grootste schnabbelkoning van Nederland genoemd in Nieuwe Revu.”

Dat artikel kwamen we inderdaad tegen. Dat je voor je doorbraak in 2007 met Jij bent zo de kost verdiende als zanger op bruiloften en partijen en dat je daar een heel aardig inkomen mee binnensleepte. 
“Ja, daar kan je ook nog heel veel van terugvinden. Vanaf mijn elfde treed ik al op. Ik heb op 1850 bruiloften gespeeld in mijn leven. Ik kom die mensen nog steeds tegen. Er zijn er ook die me berichtjes sturen van: Wij zijn inmiddels 25 jaar getrouwd en we hadden jou als zanger. Ik heb zelfs contact met mensen die al 35 jaar bij elkaar zijn en voor wie ik nog voor 200 gulden een hele avond heb opgetreden. Krijg ik dan filmpjes van opgestuurd. Leuk is dat.”

En die mensen zeggen: kom je voor hetzelfde bedrag spelen op ons vijftigjarig huwelijksfeest?
“De grap die iedereen maakt is: Door mijn bruiloft ben jij nu bekend. Ik kan nog steeds de liedjes zingen die ik toen zong. De start was gewoon goed. De eerste vier jaar ging het via cd’s, een beetje old school. Toen kwam uiteindelijk de start van The Voice of Holland. En Wedden dat ik het kan?, dat ik presenteerde. Het Songfestival, Toppers, Vrienden van Amstel. Ik heb best wel veel gedaan. Maar ik zie mezelf toch op de een of andere manier niet zo. Ik heb gewoon zin om nog te ondernemen en dit, The Pianoman, vind ik gewoon leuk.”

Hoe wil je herinnerd worden?
“Als een heel goede vader. Niet als muzikant. Nee, dat mijn kinderen zeggen dat ze blij zijn dat ze mijn kinderen zijn. En als een liefhebbende echtgenoot, een trouwe hond. Niks meer. Herinnerd willen worden hoeft niet om werk.”

Je Platina Award voor Jij bent zo omdat die inmiddels meer dan twintig miljoen keer gestreamd is, kunnen we gerust vergeten? 
“Mijn muziek blijft wel bestaan, dat gaat allemaal wel door. Wat een nadeel is van ons vak – en dat zie je nu ook weer gebeuren met Rob de Nijs – is dat iedereen na je overlijden gaat roepen hoe goed je was. André Hazes heeft nooit een nummer 1-hit gehad toen hij leefde. Pas na zijn dood gebeurde dat. En dat is in Nederland heel gek. Mijn platen staan allemaal op nummer 1 als ik er niet meer ben. Dat is toch waardeloos? Dan zeggen ze: Het was wel een goede zanger. Kon lekker spelen.

Eigenlijk moet je, als je weet dat je doodgaat, jezelf een week eerder dood verklaren. 
“Kun je horen wat ze over je te melden hebben in hun speech. Maar wat ik zeg: ik hoop dat mijn vrouw iets roept als: Ik had dit nooit willen missen. Als mijn kinderen me dan de beste vader noemen en mijn vrienden, mijn échte vrienden, zeggen dat ik deug, dan ben ik tevreden. De rest maakt me niet uit.”

Hoeveel echte vrienden heb je eigenlijk?
“Echte? Op één hand te tellen, maar ik heb wel heel veel loyale mensen om me heen. Al heel lang. Alles minimaal vijftien jaar. Daar ben ik blij mee. Dat is écht geluk in de huidige wereld.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Paul Tolenaar