Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

SPORTCOLUMN: Hoe je van een sport als tennis toch nog iets vunzigs kan maken

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: hoe tennis en s*ks aan elkaar zijn verbonden.

Micha Jacobs

Misschien een vreemde vraag, maar hoe goed ken je die eerste Flodder-film eigenlijk? En dan heb ik het niet over Tatjana die door de buurman wordt genomen of Huub Stapel die door zijn maîtresse wordt gevraagd ‘of er nog leven in zit, tijger?’ Ik kan me nog levendig die scène herinneren waarin de mannelijke Kees (René van ’t Hof) aan het hek van een tenniscomplex staat en dagdroomt dat de vrouwen op de baan opeens naakt zijn en allemaal iets van hem willen.

Als hij betrapt wordt door onder andere Rolf Wouters (die presentator ja) die een tenniskakker speelt, Kees een paar klappen krijgt en Sjonnie hem eindelijk redt met die open pauperbak van hem, volgt er een achtervolgingsscène dwars door die villawijk, terwijl er vanuit de kakkerauto achter hen tennisballen op Kees worden afgevuurd. Afijn, je kent ‘m vast nog. Hoe je van een seksloze sport als tennis toch nog iets vunzigs kon maken, ik vond het briljant.

Ik weet eigenlijk ook niet beter dat tennis een vunzig randje heeft. Als kind kwam ik vaak in Duitsland, bij familie van mijn opa, waar ook vaak tennis werd gekeken, al was het maar omdat de man des huizes zo graag naar dat ‘Höschen’ (het slipje) van Steffi Graf keek als haar rokje omhoogging tijdens een service, begeleid door een lustopwekkend kreuntje. Daar schaamde hij zich niet voor, sterker nog: hij lachte zijn kunstgebit bloot als dat rokje weer eens begon te fladderen. Zijn favoriete grandslams waren Roland Garros en Wimbledon, want daar kon het altijd behoorlijk waaien.

In die tijd had ik dat niet zo door, mijn leeftijd had maar één cijfer, maar tennis en seks waren dus lange tijd met elkaar verbonden. Ook toen ik ooit in mijn eentje in Buenos Aires was, een avontuurtje met een Argentijnse had in zo’n love hotel waar je per uur betaalt en zij na afloop vroeg of ik zin had om met haar mee te gaan naar de Davis Cup-kraker Argentinië-Zweden, naast het stadion van Independiente.

Een surrealistische vraag natuurlijk als je je kleren zoekt achter zo’n witte pornobank, maar voor ik het wist zag ik David Nalbandian tekeergaan tegen Jonas Björkman, met halfnaakte vrouwen in een geïmproviseerd tennisstadion waar een voetbalstadion niet voor onderdoet. Moet je eens mee aankomen op Wimbledon dat maandag (30 juni) van start gaat: sinds er een dak boven dat heilige gras hangt, en het dus niet meer zo hard waait, is het sekslozer dan ooit toch? Of hoop jij tóch op een glimp van het Höschen van Sabalenka?

Aryna Sabalenka is in veel opzichten een lust voor het oog.

Thomas Braun

Weet je wat ik geil vond? (“First warning mister Braun”) Die seksscène onder de douche in Schatjes, met actrice Akkemay die de tennisleraar van haar moeder onder de douche trok. Meetrok hè? En wat dacht je van Anna Kournikova? In dit blad hadden we ooit een foto van haar, half open mond, shirt op borsthoogte kletsnat en ze keek amechtig naar beneden, alsof daar iets afspeelde wat ze niet met de hele wereld wilde delen.

Veel mannen gingen en gaan goed op (vergeef me deze vreselijke term) Maria Sharapova maar die is me te chic, te gouden horloge, te parelketting. Vroeger was ik zelf als tiener nogal verliefd op Chris Evert, helemaal niet moeders mooiste, maar ze had iets meedogenloos, iets spannends, en ook ondeugend zonder het al te veel te etaleren. Steffi Graf valt in dezelfde categorie. Geen extreem mooi gezicht, maar die bénen! Daar wilde Mart Smeets ‘hem’ wel even tussen frommelen! Letterlijk citaat, dat weet je vast nog. Niet zo lang geleden riep iemand vlak voor zij ging serveren op een of ander demonstratietoernooi: “Steffi, do you wanna marry me?”

Ze stopte en riep terug: “How much money do you have?” Ze zijn verdomme ook allemaal hetzelfde…. Overigens, die Argentijnse had ook wel wat, vind ik. Sabatini. Stond weleens naakt in de Playboy. Prachtig lijf en … (“Second warning mister Braun”).

Oké, ik zal me inhouden. Terug naar nu. Weet je dan wat het eerste is waar ik aan moet denken als het over tennis gaat? Federer en Nadal. God man, als je het hebt over devaluatie, dan staan die twee wel model. Vroeger was Nadal een krachtpatser met mouwloos Baretta-shirt, lange haren, de blik van een hongerige hyena. Federer stoïcijns, net als Björn Borg ooit een echt ijskonijn. Maar toen, met het afscheid in zicht, begon het janken. Jezus, zaten ze weer met z’n tweeën op een bankje, Ot en Sien, handje op de knie van een ander, janken en knuffelen.

Hou toch op, als ik daarnaar keek kreeg ik geen van mijn tien tenen nog recht. Nee, dan John McEnroe, die haatte iedereen die tegenover hem stond en hij haatte het publiek nog het meest. Als ze vanaf de tribune “C’mon John!” riepen, brulde hij terug: “Shút up!” Dit soort rebellie mis ik nog het meest. Dus ik vrees dat ik Wimbledon aan me voorbij laat gaan. Tenzij Fanny (zucht) Stollár op de baan verschijnt. Daar zou ík hem wel even, eh, nou je weet wel. 

Sport
  • NL Beeld