/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2F7Snm1CI9IDDyHz1750836135.jpg)
Het is de oudste niet-verjaarde cold case in Oost-Nederland, áls het inderdaad om moord gaat. De zaak startte op dinsdag 17 oktober 1989, de dag waarop Duncan Zwakke samen met zijn maat Evert van T. bezig is met verhuizen.
Duncan, een ogenschijnlijk brave techneut die stiekem een grote rol speelt in de regionale drugshandel, staat op het punt om samen met zijn vriendin een nieuw leven te beginnen in Warnsveld, waar ze een gezin willen stichten. Maar ergens die avond verdwijnt hij spoorloos, zonder ooit nog terug te keren naar zijn oude huis, zijn nieuwe woning of zijn vriendin.
Informanten uit het criminele milieu wijzen Van T. aan als dader. Volgens hen zou Duncan in de kelder van een pand van Van T. in de Zutphense binnenstad om het leven zijn gebracht. Agenten die de kelder inspecteren, staan met open mond te kijken: hij is zo grondig schoongemaakt dat er zelfs geen stofdeeltje meer wordt gevonden.

Jarenlang lijkt Van T. telkens de dans te ontspringen, maar het Openbaar Ministerie meent anno 2025 eindelijk genoeg bewijs tegen hem in handen te hebben. Waarom zweeg hij jarenlang over de vraag waar hij was op de avond van de verdwijning? Waarom stortte hij 110.000 gulden bij de bank en wilde hij dat op de dag van de verdwijning weer opnemen?
En, niet te vergeten: waarom bestelde hij een gehaktmolen, precies een dag voor Duncan verdween? Heeft hij het lichaam misschien door de molen gehaald om het bewijs te vernietigen? Zelf noemt Van T. de beschuldigingen ‘wildwestverhalen’. Het Openbaar Ministerie eist twaalf jaar cel. Op 14 juli doet de rechtbank uitspraak.