Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Met deze lullige bijbaantjes verdienden celebrities voor hun bekendheid de kost

Voordat ze over rode lopers struinden, in glanzende limousines rondreden en miljoenen verdienden met het optrekken van een wenkbrauw, hadden ze vaak geen cent te makken. En hadden ze net als 'normale' mensen gewoon een bijbaantje.

De lullige bijbaantjes van celebrities voor hun bekendheid

1. Frans Duijts ontsnapte als sloper aan de dood

We kennen hem als die gezellige, zingende kroegtijger, maar eigenlijk had Frans Duijts de grootste sloper van Nederland moeten zijn. Wat een ander heeft gebouwd, breken wij weer af, zo luidde de slogan van het sloopbedrijf van zijn ouders in Tiel, waar Duijts zijn werkleven begon. “Ik groeide als vanzelf in dat bedrijf,” zei de zanger daar eens over. En mooi dat ie het vond! “Slopen is het mooiste dat er is. Met een kraan een groot gebouw neerhalen, dat is toch een jongensdroom? Ik wilde de allergrootste van Nederland worden.” 

Toch bleken hoogwerkers en stellages uiteindelijk niet aan de jonge Duijts besteed. Zo rond de eeuwwisseling maakte de Gelderlander een klapper die hij als zanger nog niet heeft kunnen evenaren: een vrije val van tien meter hoog. Tijdens het verwijderen van een asbestdak sloeg het noodlot toe: Frans maakte een misstap en zijn valbeveiliging haperde. Eigenlijk had hij morsdood moeten zijn, maar een vangnet voorkwam dat hij in een bak met uitstekende punten belandde. Toch was er was genoeg kapot: een schouder, z’n ruggenwervel en beide onderbenen. “Ik heb anderhalf jaar moeten revalideren. Maar: dat net heeft mijn leven gered,” zei Duijts eerder dit jaar. 

Liedjes zingen deed hij toen ook al, als officiële Hazes-imitator. Drie jaar combineerde hij zelfs zijn sloopklussen met het zingen van Hazes-liedjes. “Kwam ik om 3 uur ’s nacht thuis en zat ik ’s ochtends op de kraan met de telefoon tussen mijn schouder en mijn wang geklemd. Bellen met mensen die mij als zanger wilden boeken.”

Dat ging op een geven moment niet meer en dus verschoof de focus definitief van huizen slopen naar zalen slopen. De juiste beslissing, gezien de stampvolle kroegen die hij al twintig jaar plat speelt. Al kruipt het bloed nog altijd waar het niet gaan kan. “Ik werk nog steeds elke dag met mijn handen – vanmorgen was ik nog bezig met het plaatsen van een keuken,” aldus Duijts begin dit jaar. “Maar het liefst sloop ik zalen in plaats van huizen.”

2. Danny DeVito verdiende de kost als lijkenkapper

Danny DeVito, de kleine man uit klassiekers als Matilda, Twins en Batman Returns, begon zijn carrière in de haarbusiness. Toen DeVito middelbare scholier af was, lagen de banen niet bepaald voor het oprapen, blikte hij eens terug bij de BBC. “Mijn zus Angela, die een schoonheidssalon had, zei daarom op een dag tegen mij: Waarom leer je niet hoe je haren moet knippen en kom je bij mij in de salon werken? Zo geschiedde. Ik heb er zes maanden gewerkt en leerde er zelfs over permanentjes.” 

'Ik knipte vooral vrouwen, meestal echt oude dames. Het was prettig werken, want klanten in een mortuarium praten nooit terug'

Zijn bijbaantje kreeg een lugubere wending toen een vaste klant overleed. De nabestaanden vroegen DeVito of hij haar nog één laatste knipbeurt wilde geven, zodat de vrouw er netjes zou uitzien op haar begrafenis. En van het een kwam het ander. Voordat hij er erg in had, mocht DeVito zich de kleinste mortuarium-kapper van New York noemen. “Ik deed daar vooral de haren van vrouwen, meestal echt oude dames,” aldus de acteur. “Dat was prettig werken, want ze praatten nooit terug.” 

DeVito dankt zijn filmcarrière zelfs aan dit verknipte avontuur. Via zijn make-uplessen bij de American Academy of Dramatic Arts ontdekte Danny dat hij niet alleen goed overweg kon met een make-updoos en een schaar, maar dat hij een nog veel groter talent had voor acteren. 

3. Dries Roelvink verknalde z’n voetbalcarrière 

Lang voordat hij de zanger, realityster en fulltime gangmaker werd die wij kennen, genoot Dries Roelvink een gouden toekomst als profvoetballer. Op jonge leeftijd werd de vliegensvlugge Roelvink gescout door Tonny Bruins Slot, de latere assistent-trainer van Johan Cruijff. Het leverde hem een veelbelovend contract op bij FC Amsterdam, waar de Amsterdammer het drie jaar volhield. “Toen ik 12 was zeiden mensen al: Jeetje, wat heeft die jongen een trap in z’n benen, aldus de immer bescheiden volkszanger in een interview met Vice. “Als type speler kon je mij een beetje vergelijken met Johan Neeskens, dat was mijn grote voorbeeld. Ik was misschien iets minder agressief, maar wel dynamisch en conditioneel sterk.” 

Voetbal leek lange tijd de enige optie voor Roelvink, omdat zijn vader een fanatiek voetbaltrainer was en een glorieuze sporttoekomst voor zijn zoon voor ogen had. “Ik had gewoonweg geen mogelijkheid aan het voetbal te ontkomen,” aldus de zanger in Het Parool. “Als mijn vader thuiskwam, legde hij een bal voor m’n neus en ging hij op z’n knieën voor me zitten: Ik ben de keeper en jij moet schieten: eerst met links, dan met rechts.” 

Het liep anders. De sportieve ambities van Roelvink bleken niet opgewassen tegen de verleidingen van het Amsterdamse nachtleven. Of, zoals hij het zelf verwoordt: “Ik dacht dat ik nog op de zaterdagavond rustig vier Bacardi-cola kon drinken en zondag net zo goed was als anders. Niet dus.” Na zijn zoveelste uitspatting vond hij een briefje van zijn trainer onder de ruitenwisser van zijn auto: Dries, jij begint morgen op de bank. Je begrijpt zelf wel waarom hè? De nachtelijke avontuurtjes van Roelvink knakten uiteindelijk zijn voetbalcarrière. Doodzonde, vind hij zelf nog steeds. “Ik had een gemiddelde eredivisiespeler kunnen worden, denk ik nu. Niveau FC Utrecht misschien. Maar dan had ik ervoor moeten leven.” Kan ie wel weer een mooi levenslied over maken. Elk nadeel heb z’n voordeel.

4. Brad Pitt rende kakelend over straat 

Een vermogen van 400 miljoen, mooie vrouwen bij de vleet en een kaaklijn waar je u tegen zegt. De meeste mannen zouden best wel eens een dagje willen ruilen met Brad Pitt. Vroeger niet. Voordat hij ’s werelds grootste filmster werd, rende de jonge Brad namelijk rond in debiele kippenkostuums om de huur te kunnen betalen. Da’s wel even andere koek. Toen de jonge aspirant-acteur vanuit Oklahoma in Hollywood neerstreek en niemand wist wie hij was, nam hij ieder bijbaantje aan om zijn appartement en audities te bekostigen.

Ook als dat betekende dat hij als kippenmascotte voor fastfoodtoko El Pollo Loco wapperend met zijn vleugels en kakelend langs de weg moest staan om hongerige Amerikanen te lokken. “De schoorsteen moest nu eenmaal roken,” aldus Pitt in een talkshow over deze tamelijk gênante klus. Hij had “nul schaamte” meldde hij ook, ondanks het feit dat hij in zijn kippenkostuum veelvuldig werd uitgelachen en uitgescholden. 

Zijn tweede baantje was al een stuk leuker: vrouwelijke strippers chauffeuren in een dikke limousine. “Ik vervoerde de dames naar vrijgezellenfeesten, inde het geld, draaide slechte Prince-muziek en ving de kleren van de meisjes op.” Een droombaan. Totdat een nóg mooiere kans zich voordeed. “Op mijn laatste avond vertelde een van de strippers mij over een acteerklas waar haar vriend, ene Charlie Sheen, ook naartoe ging. Ik dacht: waarom niet?” De rest is filmgeschiedenis.

5. Whoopi Goldberg maakte carrière in het mortuarium

De filmrollen van Whoopi Goldberg zijn behoorlijk excentriek te noemen– van een hyperactieve non in Sister Act tot een labiele koningin in Cinderella -, maar haar cv is dat ook. In de jaren 70, ver voordat ze op het witte doek verscheen, werkte Whoopi als metselaar. Daarover zei ze ooit: “Ik had geld nodig en moest werken, dus ik dacht: ik leg liever stenen op elkaar voor geld dan dat ik me voor de kost door mannen op bed laat leggen.” Geen speld tussen te krijgen. Toeval of niet: net als Danny DeVito belandde Goldberg in het mortuarium. Ook zij kreeg hier de schone taak om als make-upartiest de doden er iets minder dood te laten uitzien.

In een interview met Oprah Winfrey deelde ze een gedenkwaardige ervaring uit die tijd: “Mijn baas dacht dat het grappig zou zijn om me aan het schrikken te maken. Hij liet een lichaam ‘bewegen’ terwijl ik bezig was. Ik schreeuwde, rende weg en zei: Ik ben klaar hier! Maar ik kwam toch terug.” En da’s maar goed ook, want Goldberg werd vervolgens de belichaming van de American Dream: vanuit een eenvoudig baantje klom ze op tot het allerhoogste. Ze mag nu als een van de weinigen op aarde ‘EGOT-winnaar’ achter haar naam zetten omdat ze een Emmy, Grammy, Oscar en Tony in de wacht sleepte). 

6. Gordon bracht vloekend kleuterkleding aan de man

Het verhaal van André Hazes die als kleine jongen met een gouden strot opviel tussen de schreeuwlelijken van de Albert Cuyp kennen we nu wel. Kennelijk kent het fenomeen Gordon een soortgelijke oerknal. Voordat hij de meest schreeuwerigste televisiepersoonlijke van de lage landen werd, was Gordon de schreeuwerigste marktkoopman van Amsterdam. Hij is grootgebracht op de Albert Cuyp, waar zijn ouders een kraampje hadden voor kinder- en kleuterkleding.

“Vloeken, schelden en dubbelzinnig zijn; het is de cultuur van de Amsterdamse Albert Cuypmarkt waarin ik ben grootgebracht,” aldus Gordon zelf over de invloed van zijn jeugdjaren als marktkoopman. “Ik ben de marktverkoper die moest zien te overleven. Ik heb geleerd me aan te passen, maar in wezen ben ik niet veranderd.” Een rete-gezellige tijd, dát dan weer wel. “Ik heb hier het meeste gelachen in mijn leven, denk ik.” Eind jaren tachtig besloot de Amsterdammer het over een andere boeg te gooien: die van zingwedstrijdjes. We weten allemaal waartoe dat heeft geleid. 

7. Christopher Walken ging leeuwen temmen

Christopher Walken kan best eng kijken. Het verhaal gaat dat hij voor die dodelijke blik veel heeft afgekeken bij de leeuwin Sheba, met wie de acteur ooit een gouden duo vormde in een rondreizend circus. Walken was 16 jaar en nog lang geen gevreesd gezicht in Hollywood toen een onweerstaanbaar aanbod op zijn pad kwam.

“Ik kreeg gewoon een baan aangeboden als leerling-leeuwentemmer. Wie zou dat weigeren?” aldus Walken in The Guardian. Wat dat werk precies inhield? “Ik zou de kooi binnenkomen en met mijn zweep zwaaien, en zij zou lui opstaan, gaan zitten als een hond en misschien een beetje brullen. Ik hou erg van katten. Ik heb altijd van katten gehouden. Ze zijn geweldig gezelschap.” Toch duurde dit avontuurtje maar één zomer. Walken verruilde de circustent voor de filmset en maakte inmiddels meer dan honderd films. 

8. Steve Buscemi bluste brandjes 

Voordat Steve Buscemi, de man die als geen ander een louche type neerzet, rijk en beroemd werd, redde hij mensenlevens. De geboren New Yorker werkte tussen 1980 en 1984 als brandweerman bij de Engine Company 55 van Manhattan. Die richting werd de Reservoir Dogs-acteur opgestuurd door zijn vader. “Mijn pa geloofde in het helpen van mensen,” aldus Buscemi in een interview met CBS. Tussen het brandjes blussen door volgde hij stiekem acteerlessen en trad hij op in stand-upcomedy cafés. Het leidde op zijn 28ste tot een doorbraak in Hollywood, met een rol in de film Parting Glances. Vijftien jaar later, op 11 september 2001, keerde Buscemi eenmalig terug naar ‘zijn’ kazerne.

De acteur hees zich in zijn oude pak en vergezelde z’n brandweerbroeders bij de onmogelijke reddingsoperatie na de aanslagen op de Twin Towers. De Fargo-acteur werkte meerdere dagen 12-urige diensten, zoekend in het puin naar overlevenden. De media smulden er natuurlijk van, maar Buscemi hield alle camera’s weg, uit respect voor de slachtoffers. “Het was een voorrecht om het te kunnen doen,” zei hij achteraf. Dat avontuur kreeg nog een staartje, want vele jaren later sprak Buscemi zich uit over de psychologische impact van die zoektocht. “Er zijn momenten waarop ik over 9/11 praat en ik meteen weer dáár ben. Ik raak geëmotioneerd. Dit is nog steeds een groot deel van mij. Ik ben vaak depressief, angstig en kan geen eenvoudige beslissing nemen.” De inmiddels 67-jarige acteur is zich ook na 9/11 blijven inzetten voor de brandweergemeenschap. 

9. Madonna hanteerde de jam-spuit 

Madonna is het levende bewijs dat je niet hoeft te kunnen zingen om er toch je beroep van te kunnen maken. Bij Dunkin’ Donuts werkt dat anders. Wie zich daar niet het hanteren van de donutmachinerie eigen maakt, die vliegt eruit. Madonna weet daar alles van. In moeilijker tijden, toen niemand nog wist dat ze niet zingen kon, werkte de superster-in-wording bij zo’n donut-toko, in hartje New York. Glimlachen kon ze als de beste, donuts verkopen dus ook, maar met de beruchte jelly squirter, het apparaat waarmee de donut van z’n zoete inhoud wordt voorzien, kon Madonna maar niet overweg.

'Dunkin' Donuts heeft mij ontslagen omdat ik met de jelly squirter speelde. Mijn baas vond dat ik mijn werk niet serieus genoeg nam'

In 2015 kwam de aap uit de mouw. “Geef toe: ben je ontslagen omdat jij jelly over iedereen heen spoot?” vroeg radio-host Howard Stern destijds. Waarop The Queen of Pop antwoorde: “Ja, ik speelde met de jelly squirter. Ik werd ontslagen omdat mijn baas vond dat ik mijn baan niet serieus nam.”

Vanuit de showbiz naar een doorsnee-baantje

De tegenovergestelde weg bewandelen – vanuit de showbizz in een al dan niet lullig gewoon baantje belanden - kan natuurlijk ook. Kijk naar Dennis Storm, het ooit zo vertrouwde gezicht van BNN-programma’s als Spuiten & slikken en Try Before You Die. In 2016 trok Storm acuut de stekker uit de zijn showbizz-carrière, omdat hij er simpelweg ‘geen zin meer in had.’ Storm stapte op het vliegtuig naar Indonesië en keek nooit meer om. Daar zegt hij volop te leven “op het ritme van de zon in plaats van op het ritme van het scherm.” Dat betekent niet dat de ex-presentator stilzit. Storm houdt zich tegenwoordig bezig met hotels groener maken, horeca verduurzamen, boslandbouwprojecten opzetten voor een gezondere landbouw en afvalplastic opruimen. 

Ook Charly Lownoise gooit het tegenwoordig over een heel andere boeg. De happy-hardcorde legende kreeg in 2009 een sterke behoefte aan rust in zijn kop en werd zen-leraar. Tegenwoordig combineert hij die twee uitersten. 

Of neem Erik de Zwart: die houdt er tegenwoordig ook twee banen op na. De Radio 10-dj werd op zijn 67ste, plotseling trambestuurder. “Een jongensdroom die uitkomt,” noemt hij dat. “Er kan tijdens zo ritje van alles gebeuren. Het is een baan waarbij je je nooit verveelt.” 

Doet natuurlijk terugdenken aan Fred Teeven, die jaren geleden na zijn functie van staatssecretaris een parttime baan als buschauffeur nam. 

Maar de mooiste carrièreswitch is toch wel die van Herman Verrips: de enige vuilnisman ter wereld die handtekeningen uitdeelt wanneer hij een kliko komt legen. Verrips was dertien jaar een verdienstelijk verdediger van FC Utrecht en twee jaar bij FC Zwolle, maar is tegenwoordig vuilnisophaler. “Werk om trots op te zijn. En het is ook gewoon leuk.” 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Adobe Stock, NL Beeld