SPORTCOLUMN: Het WK voor clubs is een geschenk uit de hemel, of toch niet?
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: voetballers die toe zijn aan vakantie of aan het WK voor clubs.
Micha Jacobs
Je kunt er de klok op gelijkzetten. Altijd aan het einde van het seizoen, hoe lang of kort het ook is geweest, begint het gesteun en gezucht. Ze zijn kapót ja, die voetballers. Fysiek én mentaal, dat moet je er tegenwoordig bij zeggen omdat je anders geen mededogen hoeft te verwachten. Fysieke pijntjes? Aansteller! Mentale pijntjes? Och jongen toch, ik begrijp je, ik voel je, ga even in foetushouding op een matje liggen en luister naar je ademhaling, het komt allemaal goed. Dat laatste wil ik natuurlijk niet bagatelliseren, maar zoals de Kuip lijdt aan metaalmoeheid lijd ik aan plaatsvervangende mentaalmoeheid.
Na Nederland-Malta (8-0) vorige week zei Virgil van Dijk dat hij na de extreem zware laatste twee jaar (vorige zomer speelde hij met Oranje nog een EK) niet kon wachten om op vakantie te gaan met zijn vrouw en kinderen. Want over vier weken begon de voorbereiding alweer met Liverpool. Vier weken! Zijn huid blonk van gezondheid, zijn ogen stonden zo fris als een vis bij de visboer die vanochtend is gevangen, maar mentaal moest de batterij weer even worden opgeladen.
Och, wat was hij blij dat hij met Liverpool niet nog een maand naar Amerika hoefde voor dat WK voor clubs dat nu aan de gang is. Arne Slot zei laatst iets soortgelijks, ook hij vond het ‘een toernooi te veel’. En hij is niet de enige: Hugo Borst schreef onlangs dat het een ‘grotesk en wanstaltig verzinsel van de FIFA’ is dat je helemaal moet overslaan, doelend op het feit dat het zoals altijd alleen maar om geld gaat en niet om de gezondheid van de spelers die op hun laatste benen lopen. Maar toen dacht ik: wie zegt dat?
Tijjani Reijnders om maar iemand te noemen, de man met de mooiste en grootste glimlach van allemaal, die heeft er wel zin in hoor. Met het prijskaartje van 70 miljoen euro nog om zijn nek waarvoor Manchester City hem wegkaapte bij AC Milan, stapte hij maar al te graag in dat vliegtuig naar Amerika. Vakantie? Dat kan ook na dat WK. Logisch: hoe vaak krijg je namelijk de kans om je te meten met iconische clubs als Boca Juniors, River Plate of andere clubs uit Zuid- en Midden-Amerika waar je anders nooit tegen speelt? Bayern-Boca en Inter-River Plate, met Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die weer een paar Argentijnen gek kunnen maken, dat zijn toch heerlijke en zelden voorkomende affiches om naar uit te kijken? Ik heb er wel zin in eigenlijk, jij niet?

Thomas Braun
Ik wil door het leven gaan als een breed ontwikkeld heerschap. Iemand met een ruime interesse. Een man die zich verdiept in de toeslagenaffaire, in de genomineerden voor de AKO Literatuurprijs, iemand die snapt hoe het met de stikstof zit, weet hoe de piramides in Egypte gebouwd zijn en die musea afstroopt om de Hollandse Meesters tot zich te nemen. Ik luister dus ook veel podcasts. Eigenlijk elke avond wel, in bed, voor het slapen gaan. Welke? Nou Voetbalpraat van ESPN, met Kenneth Perez en Kees Kwakman. Of KieftJansenEgmondGijp. Soms Hard Gras van Henk Spaan als er geen vrouwen aan tafel zitten (want die giechelen alleen maar) of de AD Voetbalpodcast. Sportforum van de NOS, soms Rondo, met Wytse van der Goot.
Ja, ik moet bekennen, ik heb eigenlijk als beoogd erudiet maar één echte interesse: voetbal. Ik kan er gewoonweg niet genoeg van krijgen. En nog veel meer dan van voetbal hou ik van gelul over voetbal. Vaak kijk ik een wedstrijd op tv en doe ik de eerste drie kwartier wat voor mezelf: afwasje, achterstallige administratie, beetje ruzie zoeken op X, en dan gebeurt het: dan staat ineens Kenneth Perez op het veld aan de desk met zijn wat ongelukkige uitdrukkingen: “Ze winnen dit met twee vingers in de keel.” Of Van der Vaart die op Henk Terlingen-toon zegt dat allemaal weer geen reet voorstelt. Of Marciano Vink die zijn verhaal vertelt met de traagheid van een gemiddelde Red Bull-auto en en passant naar vrienden op de tribune zwaait: ik vind het allemaal heerlijk.
En het is altijd hetzelfde, er is altijd hoge druk, ze komen nooit genoeg in de bal, na rust wordt de bus geparkeerd en ze stellen allemaal teleur in de omschakeling. En toch boeit zo’n analyse van Anco Jansen mij meer dan de toestand in Ter Apel. Ik probeer het wel, breed oriënteren, maar voetbal weet mij altijd weer weg te trekken van de écht belangrijke zaken.
Ik heb weleens gehoord dat een verslaving betekent: iets doen wat je niet wil, maar wel moet. Elke dag weer. Dus voor mij komt dat WK voor clubs als een geschenk uit de hemel. Maar eerst naar Singer Laren, Jildau Nijboer exposeert in het kader van het kunstthema Window of Opportunity met Between the Tides of Memory, een opstelling bestaande uit drie elementen: sculptuur in het raam, semi-transparant schilderij in de ruimte en een schilderij aan de wand. Enórme aanrader, las ik.
- NL Beeld