/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2024%2F05%2FGLj2yUNfzp9yO51716968254.png)
Op 17 oktober 1989 raakt Duncan Zwakke op raadselachtige wijze vermist. De recherche tast in het duister over de verdwijning van de op 14 december 1957 in Suriname geboren Duncan en roept via regionale en landelijke media de hulp in van het publiek. Nadat de politie een opsporingsbericht op tv plaatst, komen er veertig tips binnen. Op het moment van zijn verdwijning zitten Duncan en zijn toenmalige vriendin midden in een verhuizing van Zutphen naar het nabijgelegen Warnsveld. Tijdens die verhuizing wordt Duncan geholpen door zijn vriend Evert-Jan van T., tegenwoordig vastgoedondernemer en eigenaar van de Zutphense horecazaak De Boule (voorheen discotheek Le Boulevard).
Duncan bleek op de bewuste dinsdagmiddag 17 oktober café De Spaan aan de Nieuwstad in Zutphen te hebben bezocht, waarna Van T. hem vlak voor zijn verdwijning zou hebben zien instappen in een auto bij ‘duistere types’. Daarvan zijn meerdere mensen getuige. Voor de gouden tip die leidt tot de oplossing van de zaak wordt een beloning van 15.000 euro uitgeloofd. Deze beloning is tot op heden nog niet uitgekeerd.
Onderzoek strandt
Duncan zou een persoon zijn met twee gezichten. Zijn collega’s omschrijven hem als een vrij rustige, introverte man. Hij werkt als technicus bij pacemakerfabrikant Vitatron in Dieren, maar ’s nachts leidt hij naar verluidt een dubbelleven als drugsdealer. Hij was volgens de politie actief in het criminele milieu en verkocht soft- en harddrugs.
In een onlangs verschenen podcast van het AD bevestigt de voormalige vriendin van Duncan dat haar ex een dubbelleven leidde. Hij zou geregeld langer van huis zijn gebleven. De rustige pacemakertechneut bleek een grote speler in de regionale drugshandel, vertelde de politie haar. Om die reden gaat de recherche er al snel van uit dat de vermissing van Duncan te maken heeft met zijn activiteiten als drugsdealer. De politie vermoedt dat hij om het leven is gebracht en dat zijn lichaam ergens op een onbekende plek is verstopt.

Op 30 november 1989 worden de 26-jarige G.J. van T. en de 27-jarige Evert-Jan van T. uit Zutphen aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de verdwijning en dood van Duncan Zwakke. De broers zijn goede bekenden van de politie en waren al eerder aangehouden voor misdrijfzaken. Direct na hun arrestatie doet de recherche huiszoekingen in vijf woningen en een café in Zutphen. In de huizen van de verdachten worden onder meer vuurwapens gevonden. Begin december 1989 komt G.J. van T. op vrije voeten wegens gebrek aan bewijs. Evert-Jan van T. blijft wel vastzitten. Over de inhoud van de afgelegde verklaringen wil de politie in het belang van het onderzoek geen mededelingen doen.

Op 9 januari 1990 arresteert de politie een derde verdachte, de 23-jarige C.J.R. uit Zutphen. Hij wordt verdacht van medeplichtigheid aan moord of doodslag op Duncan. Toch worden de drie verdachten uiteindelijk allemaal vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs, waardoor het onderzoek strandt.
Grondradar ingezet
Op een foto uit oktober 1991 is Evert-Jan van T. samen met zijn toenmalige vriendin te zien in stapcafé Le Boulevard aan de IJsselkade in Zutphen. Op de zwart-witfoto leunt hij – dan nog met snor – nonchalant tegen het interieur van de discotheek, terwijl hij indringend en met licht grijnzende ogen in de camera kijkt. De foto is ruim twee jaar na de vermissing van Duncan Zwakke genomen. Het is de enige foto die online te vinden is van Van T. uit die tijd. Ook is hij in 2001 te zien als kledingsponsor op een teamfoto van de Zutphense voetbalvereniging Be Quick.
Vijfentwintig jaar gebeurt er niets in de zaak, totdat dagblad de Stentor in februari 2015 weer aandacht besteedt aan de verdwijning. Dat leidt tot een dermate interessante tip dat de politie het onderzoek heropent. Met onder meer een grondradar reist een onderzoeksteam af naar Zutphen, waar de recherche zoekt naar grondverstoringen aan de Deventerweg richting Eefde, en tussen het Twentekanaal en de spoorlijn Zutphen-Winterswijk.

Het scannen van de bodem met een elektromagnetisch veld levert echter niets op; er worden geen menselijke resten gevonden tijdens de zoekactie. In de hoop toch antwoorden te vinden, zet de politie de zaak op haar dan jaarlijks terugkerende coldcasekalender. Deze werd van 2017 tot 2021 uitgedeeld in gevangenissen en tbs-klinieken en zorgde soms voor nieuwe aanknopingspunten. De publicatie en de daarbij horende media-aandacht zorgt echter niet voor de gouden tip, en de vermissing van Duncan blijft onopgehelderd.
Zaak heropend
Op 19 maart 2024 maakt de politie bekend dat het onderzoek wordt heropend. Verklaringen uit het dossier van destijds wijzen erop dat Duncan in de kelder van een pand aan de Nieuwstad om het leven zou zijn gebracht. In de hoop sporen te vinden, besluit de politie op 19 maart onderzoek te verrichten in het betreffende pand. Het gaat om een voormalig café aan de Nieuwstad 18. Begin april verricht de politie opnieuw aanvullend onderzoek in het pand. Er wordt vooral gezicht naar bloedsporen, want ook 35 jaar na dato zijn die nog te vinden. Nieuwe middelen en onderzoekstechnieken zouden volgens de politie kunnen helpen een nieuw licht te werpen op de zaak. Naast het onderzoek aan de Nieuwstad zoekt de politie ook met een sonarboot op de IJssel naar mogelijke sporen.
Een man met twee gezichten. Collega’s omschrijven Duncan als een rustige, introverte man. Maar ’s nachts leidt hij naar verluidt een dubbelleven als drugsdealer
Of er bij de zoekacties in de kelder sporen zijn aangetroffen, is onduidelijk. Feit is wel dat er blijkbaar genoeg gronden zijn om op 8 april een 60-jarige verdachte in zijn woonplaats Eerbeek aan te houden. Het blijkt te gaan om G.J. van T., de broer van Evert-Jan van T. Vastgoedondernemer Evert-Jan van T. (62) wordt een dag later aangehouden als verdachte. G.J. van T. komt na enkele dagen verhoor op vrije voeten. Het voorarrest van Evert-Jan van T. wordt op 26 april met negentig dagen verlengd. De verdenkingen tegen hem zijn kennelijk dermate serieus dat hij nog zeker drie maanden langer vast blijft zitten.

Ruzie met gemeente
Van T. is in Zutphen een bekende verschijning. Hij zit in de horeca en in het vastgoed. Hij is mede-eigenaar van het grote bedrijventerrein Delta-complex in Zutphen. Ook haalt hij als bouwondernemer tussen 2008 en 2019 meerdere keren het regionale nieuws doordat hij jarenlang in de clinch ligt met de gemeente over bouwplannen. Hij voelt zich tegengewerkt door gemeenteambtenaren. In 2006 legt de politierechter hem een boete op omdat hij bouwde zonder vergunning en een bouwstop negeerde.

De uitbater van discotheek Le Boulevard wil enkele panden aan de Houtmarkt van een grote kelder voorzien om een ondergronds magazijn te realiseren voor een schoenenzaak. De gemeente weigert. In een artikel uit 2008 in de Gelderlander zegt van T. over de voorgenomen onteigening van zijn gronden voor huizenbouw door de gemeente dat hij strijdbaar blijft en van geen wijken wil weten. “Als het moet, dan schakel ik zelfs een advocaat in. Al gaat het jaren duren.”
Duncan zou in een kelder door Van T. en een handlanger zijn doodgeschoten. Vervolgens zouden zij hem in stukken hebben gesneden
Van T. erkent tegenover de krant dat hij ‘geen gemakkelijk mens’ is. Bij een artikel in de Stentor uit 2017 over een nieuwbouwwoning op het jachtwerfterrein van Van T. staat hij pontificaal op een foto voor een nieuwbouwterrein in de wijk Leesten. Een kale, tengere man met grijze sik, donkerblauwe jas en lichtblauw overhemd tuurt met ietwat dichtgeknepen ogen in de cameralens. Is deze sluw ogende vastgoedondernemer de moordenaar van Duncan Zwakke?
‘Zaakjes’ te regelen
Uit een reconstructie van de Stentor zou blijken dat Duncan tijdens zijn verhuizing op 17 oktober 1989 om onduidelijke redenen café De Spaan aan de Nieuwstad in gaat. Volgens Evert-Jan van T. stopte Duncan abrupt met verhuizen om ‘snel wat zaakjes te regelen’. Volgens getuigen maakt de anders zo rustige Duncan een nerveuze indruk. Hij vraagt de Koreaanse barman naar de café-eigenaar, maar die ligt ziek op bed. Duncan verlaat vervolgens gestrest het café. Een getuige zegt in 1990 tegen tijdschrift Aktueel dat hij Duncan even verderop in de straat in een auto ziet stappen met drie donkere mannen. Het valt de getuige op dat Duncan geen praatje maakt, iets wat hij normaal wel altijd doet.

Ondertussen wacht de vriendin van Duncan op haar geliefde voor het afleveren van de laatste verhuisdozen en spullen. Maar hij komt niet. Ze maakt zich niet meteen ongerust, omdat haar vriend wel vaker langer wegblijft. Op 18 oktober wordt Duncan als vermist opgegeven door zijn vriendin en vrienden. In een eerste krantenartikel – negen dagen na de vermissing – staat nog niets over de betrokkenheid van Duncan bij drugshandel. Dat verandert als na een tv-item over de zaak ineens tips binnenkomen over de ‘duistere kant van Zwakke’.
Onderzoek in kelder
In die periode krijgt de politie ook verschillende tips binnen van informanten uit het criminele milieu. Die noemen Evert-Jan van T. als mogelijke verdachte. Hij zou zijn daad zelfs aan iemand hebben opgebiecht. Die vermeende biecht is een vrij absurd en schokkend verhaal. Duncan zou in een kelder aan de Nieuwstad zijn doodgeschoten door Van T. en een handlanger. Vervolgens zouden zij Duncans lichaam in stukken hebben gesneden en door een gehaktmolen hebben gehaald. Of het waar is of niet, het onderzoek richt zich vanaf dan op Evert-Jan van T. en een rechercheteam van dertig man sterk wordt op de zaak gezet.
Als de politie Van T. wil horen als verdachte blijkt hij ineens op vakantie te zijn in Oostenrijk. Zou hij op de vlucht zijn geslagen? De recherche doet vervolgens uitgebreid onderzoek in de kelder van het pand aan de Nieuwstad. Agenten die ter plaatse zijn, staan met open mond van verbazing te kijken naar de kelder, die zeer grondig is schoongemaakt. Voormalig onderzoeksleider Arend Kloosterman zegt bijna 35 jaar later tegen de Stentor: “Er was geen stofdeeltje meer te vinden en je kon ruiken dat het schoongemaakt was.” Ook zéér opvallend: een deel van de houten keldertrap ontbreekt. “De onderste trede of treden waren weg. Het zag er heel gek uit,” aldus Kloosterman.

Opvallend is ook dat Van T. op de dag van de verdwijning van Duncan een gehaktmolen had gekocht bij een Twents bedrijf. Het apparaat is spoorloos. Van T. verklaart dat Duncan hem heeft meegenomen. Ook zegt hij dat het om een kleine gehaktmolen ging met een ingang van slechts een paar centimeter. In de Stentor zegt van T. in 2015: “Die gehaktmolen was voor Duncan zelf. Die heeft hij ook opgehaald en is naar Amsterdam gegaan. Naar een restaurant van een kennis van hem. Wat die vakantie betreft: ik zou volgens de verhalen naar Oostenrijk zijn gegaan omdat er geen uitleveringsverdrag was met dit land. Onzin natuurlijk. We gingen daar bijna jaarlijks naartoe. Lekker skiën.”
In het Aktueel-artikel in 1990 zegt Van T. over de vleesmolen: “Bovendien was het er één met een opening van hooguit 5 centimeter. Absurd dat je daar ik weet niet hoeveel kilo vlees mee zou kunnen vermalen in korte tijd.” Voormalig onderzoeksleider Kloosterman herinnert zich dat anders. “Het was een professionele gehaktmolen, niet zo’n klein ding. We hebben er niet voor niets serieus onderzoek naar gedaan.”
Op het vermeend in stuk gesneden lichaam van Duncan reageert Van T. in Aktueel: “En dan, je vriend aan stukken snijden met een stanleymes! Het idee alleen al. Als je een klein stukje vlees snijdt, neem je toch een vlijmscherp keukenmes in plaats van zo’n klein mesje?”
Klemgereden door arrestatieteam
Een maand na zijn verdwijning concludeert de politie dat Duncan is vermoord. En dat terwijl er nooit een lichaam of bewijs voor moord is gevonden. Als Van T. op 30 november 1989 samen met twee van zijn broers terugkeert van de korte trip naar Oostenrijk, wordt hun auto in Dieren klemgereden door een arrestatieteam. De drie mannen worden opgepakt. Evert-Jan van T. blijft maanden vastzitten. Zijn broertje G.J. van T. zit enkele dagen vast, de andere broer komt dezelfde dag nog op vrije voeten.
Voormalig onderzoeksleider Kloosterman: 'We hadden een kast vol aanwijzingen tegen Van T., maar het bewijs en lichaam van Zwakke ontbraken'
Hoewel de politie in die periode meerdere zoektochten doet in de buurt van Gorssel (gemeente Lochem) en het Twentekanaal, wordt er niets gevonden. Het komt mede daardoor nooit tot een veroordeling. Daarbij speelt ook een rol dat er nooit een lichaam is gevonden. Als er geen stoffelijk overschot is aangetroffen, is een veroordeling ronduit complex omdat ook niet aangetoond kan worden hoe een slachtoffer om het leven is gekomen. Voormalig onderzoeksleider Kloosterman: “We hadden een kast vol aanwijzingen tegen Van T., maar het bewijs en lichaam van Zwakke ontbraken.”
Drilboren en beitels
Hebben nieuwe, verbeterde onderzoekstechnieken in de veelbesproken kelder aan de Nieuwstad nu wél voor overtuigend bewijs gezorgd tegen Van T.? In maart en april 2024 wordt met drilboren en beitels onderzoek verricht in de kelder van het voormalige café Lubo. Ook het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is ter plaatse voor sporenonderzoek. Het is nog onduidelijk wat het onderzoek in de kelder en de zoektocht met een sonarboot op de IJssel hebben opgeleverd. Van T. heeft altijd zijn betrokkenheid bij de zaak ontkend en beschuldigde de politie van ‘tunnelvisie’.
Mocht het uiteindelijk toch tot een veroordeling in de zaak komen, dan staat Evert-Jan van T. hoogstwaarschijnlijk een gevangenisstraf van minstens twaalf jaar te wachten. Een cold case is immers een onopgelost levensdelict (moord of doodslag) of een zeer ernstig delict (verkrachting) waarop een minimale gevangenisstraf van twaalf jaar staat.
UPDATE juni 2025: Het Openbaar Ministerie (OM) heeft bekendgemaakt een gevangenisstraf van 12 jaar te eisen tegen Evert-Jan van T. wegens de moord op Duncan Zwakke in 1989.
Volgens het OM is een ander scenario zoals zelfmoord of verdwijning naar het buitenland niet mogelijk. Zij gaan er vanuit dat Van T. de 31-jarige Duncan om het leven heeft gebracht.
Op 14 juli doet de rechtbank in Zutphen uitspraak.
- ANP, NL Beeld e.a.