/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2Fdce0kMtP52T7YS1749645532.jpg)
In de enige winkelstraat van Gronau, een Duits grensdorp waar zelfs de duiven lijken te dutten, ligt een winkel waar de gemiddelde Nederlander stil van wordt — of juist begint te watertanden. Oldenkotte-Jagd oogt van buiten als een Duitse variant van Bever Sport, maar wie hier binnenstapt, belandt tussen gasalarmpistolen, peppersprays, jachtgeweren, katana’s (ook wel bekend als samoeraizwaarden), rubberkogelgeweren en luchtbuksen.
Twee mannen op leeftijd zijn vanachter de balie druk bezig met het toelichten van de werking van een Glock CO2-pistool aan hun klanten. “Deze ligt heerlijk in de hand. CO2-aangedreven. Herlaadt erg makkelijk.” Herman Oldenkotte, de man aan het woord en tevens de eigenaar van de zaak, doet het even voor.
De potentiële koper, een forse man met een stoppelbaard (“Ik kom liever niet in de Panorama”), is onder de indruk: “Wow, cool. Net als in de film.” Herman kijkt hem ernstig aan. “Ja, dat zal, maar dit is geen speelgoed, vriend. Deze jongen schiet rubberen kogeltjes af met genoeg kracht om iemand drie dagen hoofdpijn te bezorgen. Voor home defense is dit een uitstekende keuze. Past precies onder je kussen. Kost 400 euro, maar voor dat geld slaap je lekkerder.” De stoppelbaard besluit er “nog even over na te denken.” Herman: “Die komt wel terug. Ze komen allemaal terug.”

Leipe dingen
Sinds De Telegraaf begin vorig jaar een item publiceerde over Herman en zijn waar loopt het storm bij Oldenkotte-Jagd. “Negen van de tien klanten komen uit Nederland,” zegt de geboren Twentenaar. “En niet alleen maar hier uit de buurt. Amsterdam, Den Haag, Groningen, Limburg, overal. Soms komen ze helemaal vanuit België. De meeste klanten maken er echt een dagje van.”
Dat blijkt. Drie jonge mannen – begin twintig – uit Rotterdam stappen de winkel binnen. Ze hebben zojuist tweeëneenhalf uur getrotseerd voor de collectie van Herman. Bij binnenkomst slaat de verwondering direct op hun gezichten. “Wejoo, kijk deze ouwe,” hijgt één van hen, hangend over de vitrine met kruisbogen. “Deze dingen zijn leip!” Deze jongens lijken hier vooral hun favoriete Arnold Schwarzenegger-film te willen naspelen.

Totdat Herman het gesprek aanknoopt. “Waar zijn jullie precies naar op zoek, jongens?” Hun antwoorden zijn– voor deze verslaggever althans – verrassend. “Ik studeer Geschiedenis en ben enorm gefascineerd door wapens. Oude, nieuwe, alles met een verhaal. Die Winchester daar... 1866. Gebruikt door de cavalerie. Als je dat in je handen hebt, voel je de geschiedenis.” Een van de andere jongens blijkt een jager van Turkse komaf, die elke zomer op kwartels en hazen in de Anatolische heuvels schiet.
“Daar heb ik twee dubbelloopsgeweren. In Nederland mag je niks.” Zijn oog valt op de messenkast. “Die zijn wel heel mooi, man.” De derde is stiller. Hij kijkt grondig naar Hermans imposante collectie luchtbuksen en gaspistolen. “Ik ben geen prepper of zo,” vertelt hij, “maar ik wil gewoon iets hebben. Voor als het misgaat. Mijn buurman is laatst neergestoken. Zomaar. Ik heb een vriendin, we wonen samen. En als je dan hoort over al dat geweld, dan denk je: ik wil niet met lege handen staan.”

Niet met jou fucken
Herman knikt begrijpend. “Je bent niet de enige, jongen. Die verhalen hoor ik hier dagelijks. Mensen voelen zich steeds minder veilig in hun eigen stad of huis. Triest, maar waar.” De jongen vervolgt: “Ik heb zelf nog niet per se iets vervelend meegemaakt, maar ik hoor de verhalen steeds vaker van vrienden. Het straatgeweld in Rotterdam neemt toe.” Hij rekent een dubbelloops Home Defense Shotgun 68 af voor 189,90 euro.
Herman: “Prima keuze.” De verkoper laat de bijpassende rubberballetjes zien. “De grootste is zo groot als een kauwgombal. Die schiet je onder druk van CO2 uit het geweer. Net als bij paintball. Dit wapen kan veel schade aanrichten van dichtbij. Hiermee gaat niemand meer met jou fucken.” De jongen grijnst, maar bedenkt zich dan ineens dat hij nog terug moet rijden. De grens over. “Ik hoop niet dat ik hiermee straks word aangehouden.” Herman: “Nee hoor. Gewoon rustig rijden.”
‘Dit is geen speelgoed, vriend. Deze Glock schiet rubberen kogeltjes af met genoeg kracht om iemand drie dagen hoofdpijn te bezorgen’
De drie zijn een goed voorbeeld van de diversiteit aan klanten. Studenten, jagers, hobbyisten en ja, ook mensen die zich gewoon niet meer veilig voelen in hun eigen straat. En dat was al zo voordat hij media-aandacht ontving, zweert Herman. “Sinds de oorlog in Oekraïne, de rellen in de grote steden, het geweld in Ter Apel en de algehele tsunami van somber nieuws, draait mijn winkel als een tierelier. Dinsdag krijg ik ze binnen, donderdag zijn ze op. Glockjes, vijftig tegelijk, allemaal naar Nederland. Ik bestel al op de gok, want als ik wacht met inkopen, ben ik te laat.”
De meeste klanten - zoals de jongeren van net - doen hier aan de balie gevraagd of ongevraagd hun verhaal. En daarin vallen vaker wel dan niet termen als ‘zelfverdediging’, ‘voorbereid’ en ‘home defense’. “Mensen willen weerbaarder zijn in deze onrustige tijden. Dat zien wij hier dagelijks. Neem nou die asielzoekerscentra. Als er morgen ergens weer een nieuw AZC opengaat, lopen hier overmorgen de omwonenden naar binnen,” aldus verkoper Rudi onomwonden. “Het is wat het is. Het is erg. Het is gewoon echt erg. Wij verdienen er aan, maar het blijft een ramp.” Herman beaamt die woorden.

“Veel klanten komen uit Ter Apel. Vorige week nog. Een oudere man, die vertelde dat hij geregeld vreemdelingen in zijn tuin aantreft. Als hij hen verzoekt weg te gaan, reageren zij soms agressief. Daar was hij wel klaar mee. Hij zocht ons op voor een gasalarmpistool. De volgende keer krijgen die gasten een rubber kogel in hun kont zei hij. Ik begrijp dat wel. Ik verkoop geen agressie. Ik verkoop voorbereiding. En ja, daar hoort af en toe een knal bij.” De Rotterdamse jongens luisteren mee en knikken instemmend. “In Nederland moet je vragen of de inbreker een koekje wil. Hier zeg je gewoon: blijf uit mijn keuken. Of ik schiet met m’n rubberkogel je bril van je kop.”
Advies van ChatGPT
De conclusies van Herman en Rudi worden gestaafd door de cijfers. Hart van Nederland becijferde recent dat 38 procent van de Nederlanders bang is om thuis slachtoffer te worden van geweld. 26 procent zegt zelfs een wapen in huis te hebben ter zelfverdediging, met name slag- of steekwapens. En dat zijn lang niet altijd mannen. “De meeste van mijn klanten zijn vrouwen,” zegt Herman.

“De busjes pepperspray vliegen over de toonbank.” De reden laat zich raden. “Ze voelen zich onveilig op straat. Als je als vrouw wordt aangevallen op straat, ben je normaal gesproken altijd in het nadeel. Diegene tegenover je weet wat hij wil. Jij niet.” Hij houdt een busje Pfefferspray Lady Schutzengel omhoog. “Hiermee voel je je zekerder en heb je meteen een andere lichaamstaal. Ik zeg er altijd bij dat je ’m niet moet vasthouden alsof je een parfummetje spuit. Dan slaan ze ’m meteen uit je hand. Je moet het vasthouden in een vuist. Dat is mannelijk denken.”
Nog geen kwartier later wordt hetzelfde busje voor 8,50 euro afgetikt door een Nederlands echtpaar. Samen met een Shocker Pink Lady, een knalroze taser die 200.000 volt (!) door het lijf van iedere ongewenste belager jaagt. Prijskaartje: 89,90 euro. Een fors bedrag, maar de klanten hebben het er graag voor over. “Voor persoonlijke veiligheid,” zegt de man, gevraagd naar de motivatie achter zijn aanschaf. Daar blijkt een diepere laag onder te zitten.

“Ik werk in de IT. Ik weet hoe makkelijk de Russen ons zouden kunnen ontwrichten. In Nederland hebben we al die centrale watervoorzieningen. Die zijn helemaal niet secure. Als ze willen, kunnen ze gewoon een knopje omzetten en dan verspreiden ze dat virus en dan ligt bij ons alles plat. Ik heb daarom laatst aan ChatGPT gevraagd: Wat moet je doen als de pleuris uitbreekt? Oorlog, cyberaanval, tsunami’s, je weet wel. En ChatGPT zegt: Mensen zullen al heel snel gaan plunderen. Zorg dus dat je jezelf goed kan beschermen. Nou, dat advies neem ik ter harte. Bij ons valt straks helemaal niets te halen.”
‘Mensen willen weerbaarder zijn. Als er morgen ergens weer een nieuw AZC opengaat, lopen hier overmorgen de omwonenden naar binnen’
Herman glimlacht. “Je bent niet de eerste die door AI naar mij wordt gestuurd.” De man knikt ernstig. “We hebben water. Een aggregaat. Eten voor drie weken. Nu nog iets onder het kussen. Je weet maar nooit.” Ze zijn niet bang, zeggen ze. “Wel voorbereid. als het nooit nodig is, prima. Maar als het wel nodig is en je hebt niks? Dan ben je te laat.”
Legaal in Duitsland
Herman Oldenkotte is, naast wapenverkoper, een man met een voorliefde voor techniek en Twentse nuchterheid. In 1998 nam hij deze winkel - tussen de kledingwinkels en naast een juwelier -over van zijn schoonvader. “Ik ben er eigenlijk ingerold. Ik wist niks van wapens, maar ik had een goed technisch inzicht. En ik had een collega die me alles heeft bijgebracht. Inmiddels ben ik de halve dag bezig met uitleg geven.”
Dat je met gasalarmpistolen iemand behoorlijk kunt verwonden, bijvoorbeeld. “Als je daarmee iemand op zijn been schiet, komt er bloed uit. Wanneer je iemand met het grootste kaliber op zijn rug raakt, heb je een blauwe plek van 10 bij 10 centimeter.” En er is altijd iets nieuws. “Deze hier,” zegt hij terwijl hij een robuust pistool oppakt, “is kaliber 68. Dat is geen speelgoed. Als je daarmee iemand raakt, dan raakt die z’n dag kwijt. Of z’n bewustzijn. Maar: het is legaal.”

In die 27 jaar maakte Herman de gekste dingen mee. Zoals de zeventiger die terugkeerde naar zijn winkel, om te vertellen hoe blij hij was met zijn JPX Jet Protector. “Dat is een soort pepperspray op steroïden, een lanceerder die met 650 km/u een gelei-achtige substantie in iemands gezicht schiet,” zegt Herman. “Die man woonde alleen, buiten Nijmegen. Werd op een avond wakker, hoorde gerommel, pakte z’n JPX van het nachtkastje en zag ineens een vent in zijn kamer staan. Bam. Twee stralen. Die vent lag gillend op de grond. De politie arriveerde pas later.”
Niks meer te verliezen
Volgens Herman is dit geen uitzondering meer. “Zeker bij ouderen. Die hebben niks meer te verliezen, zeggen ze. En ze willen zich gewoon kunnen verdedigen. Die man kwam later nog eens terug, om nieuwe patronen te kopen. En hij vertelde het hele verhaal nog een keer, met een trots die je normaal bij opa’s ziet die over de bevrijding praten.”
Herman verkoopt alles wat vrij verkrijgbaar is in Duitsland. Katana’s, machetes, peppersprays, luchtbuksen, gasalarmwapens, rubberkogelwapens. “Alleen echte vuurwapens doen we niet zonder vergunning. Jachtgeweren verkoop ik wel, maar die liggen ergens anders. Daarvoor gelden dezelfde strenge regels als in Nederland. Alles wat hier in de winkel ligt, is vrij te koop, mits diegene minimaal 18 jaar is.”

Veel klanten zijn doelgericht. Sommigen kopen niets, willen alleen even kijken. Herman: “Een kwart kijkt alleen, maar driekwart koopt. Vaak gericht. Ze hebben zich online al voorbereid. Ze weten wat ze willen.” Zo ook de lange, blonde jongeman uit het Overijsselse Rijssen. Hij wil met zijn hoofd niet op de foto, zijn klompen mogen wel.
“Ik vind het gewoon mooi spul,” zegt hij met een aanstekelijke glimlach over de Colt Govern 1911 die hij zojuist heeft gekocht. “Maar ook nodig. Bij ons in Rijssen loopt het steeds vaker uit de hand. Op straat, maar ook tijdens het uitgaan, in de keet. Agressieve mensen die sneller slaan en trappen dan praten. Niet normaal meer, jongen. Ik weet niet waar het door komt. Maar ik ga mij beter beschermen.”
Foute intenties
Wat bijblijft na een dag tussen de rijen met stalen glimmende wapens aan de muur, de tafels vol munitie en de messen in vitrines is niet de hoeveelheid wapens, maar de hoeveelheid verhalen. Mensen komen hier met een trauma, met angst, met onzekerheid. Ze willen iets dat letterlijk tastbaar is. Een gevoel van controle. Een plan B. Al zijn er natuurlijk uitzonderingen.
'Elk wapen dat wij hier verkopen veroorzaakt geen blijvend letsel, maar is bedoeld om een eventuele aanval of huisbreuk af te weren'
Aan het einde van de dag stappen twee mannen van eind twintig, begin dertig naar binnen bij Oldenkotte-Jagd. Het duo zou niet misstaan in een aflevering van Mocro Maffia. Ze kijken, zwijgen, wijzen. Een van hen knikt naar een rubberkogelpistool. “Hoeveel kost die?” Herman blijft kalm. “Driehonderd. Maar ik geef er wel uitleg bij.” Ze knikken, mompelen iets tegen elkaar en gaan uiteindelijk akkoord.
“Ben je een verzamelaar?” vraag ik één van hen. De man grijnst. “Ja. Ik ben een verzamelaar.” Dit tafereel wekt natuurlijk de vraag: hoe vaak worden hier wapens verkocht met foute intenties? Herman schudt resoluut van nee. “Waarom zouden die hier wapens kopen? Dat is niet logisch. Voor minder geld kun je echte wapens kopen op de zwarte markt. En wie mijn wapens gebruikt voor overvallen of agressie, loopt een groot risico. Probeer maar eens een overval te plegen met een neppistool. Kijken wat er gebeurt. Bij de politie hebben ze wel echte pistolen. En die vragen niet, die schieten.”

Na een korte stilte: “Al weet je nooit helemaal zeker wat de ware intenties van je klanten. We hopen gewoon dat mensen zelf ook snappen dat elk wapen dat wij hier verkopen geen blijvend letsel veroorzaakt, maar echt bedoeld is om een eventuele aanval of huisbreuk af te weren.”
Pistooltje kopen? Dit zijn de regels
In Nederland is het bezit van wapens streng gereguleerd. Vrijwel alle vuurwapens zijn verboden voor particulier bezit, tenzij men een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen heeft. Dat krijg je alleen als sportschutter of jager, en dan nog onder strikte voorwaarden: lidmaatschap van een erkende schietvereniging, een blanco strafblad, psychologische screening en verplichte oefenuren. Pepperspray, stroomstootwapens en nepwapens die op echte lijken? Ook allemaal verboden.
Zelfs een boksbeugel of stiletto kan je al een strafblad opleveren. Onze oosterburen hanteren een iets ander (lees: losser) systeem. Ook daar geldt een strenge wapenwet (Waffengesetz), maar het bezit van vrije wapens is aanzienlijk soepeler. Denk aan gasalarmpistolen, luchtbuksen, CO2-wapens en pepperspray. Veel van deze wapens mogen zonder vergunning gekocht en thuis bewaard worden, mits je 18 jaar bent. Daar staat tegenover dat luchtbuksen in Nederland een stuk krachtiger zijn dan de Duitse variant.
In Duitse wapenwinkels krijg je vaak uitleg over het correcte gebruik én de wettelijke grenzen: op straat dragen is niet toegestaan, maar thuis of in de auto (mits opgeborgen) is geen probleem. Het grote verschil? Waar je in Nederland voor elk verdedigingsmiddel bijna automatisch met justitie te maken krijgt, mag je in Duitsland veel meer kopen – zolang je het maar netjes gebruikt. De grens tussen ‘zelfverdediging’ en ‘overtreding’ is bij ons dun, in Duitsland iets ruimer gedefinieerd.
Net over de grens een Duits speeltje scoren en meenemen naar huis, zelfs pepperspray, is overigens strafbaar. Ook al zijn ze daar legaal gekocht. Invoer zonder vergunning kan leiden tot inbeslagname, boetes of zelfs een strafblad. Al lijkt dit volgens wapenhandelaar Herman steeds minder Nederlanders af te schrikken. “Veel klanten zeggen dat ze liever een boete pakken dan in het ziekenhuis belanden, overvallen worden of verkracht op straat.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Paul Tolenaar