SPORTCOLUMN: Jong Oranje-trainer Reiziger maakte zijn selectie bekend en overal kropen Calimero's uit hun ei
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Reiziger en zijn keuzes voor Jong Oranje.
Micha Jacobs
Johan Cruijff zei ooit: “Heb je liever één goed elftal of elf goede ééntallen?” Ik moest daar vorige week aan denken toen Michael Reiziger, bondscoach van Jong Oranje dat volgende week aan het EK Onder-21 in Slowakije begint, zijn selectie bekendmaakte en de wereld even te klein was. Géén Meerdink, géén Read van Feyenoord… Normaal kraait er geen haan naar Jong Oranje – waarom zou je ook? – maar nu waren de rapen opeens gaar.
Wat bezielde Reiziger om twee smaak- en spraakmakers van het afgelopen eredivisieseizoen thuis te laten? Had hij soms nóg betere spelers tot zijn beschikking? En zo ja, wie moesten dat wel niet zijn? Een bankzitter van FC Utrecht? Hoezo? En waarom zoveel Ajacieden? Werden die twee soms gepasseerd omdat ze níét bij Ajax spelen, maar bij AZ en Feyenoord?
Opeens kropen er weer legbatterijen vol Calimero’s uit hun ei, uit alle hoeken van Nederland dit keer, terwijl ik dacht dat Calimero’s alleen uit Eindhoven kwamen. Reiziger, ras-Ajacied, had natuurlijk een voorkeur voor Ajacieden, werd er massaal geroepen. Zoals elke bondscoach eerst aan Ajacieden denkt en daarna pas aan de rest.
Ronald Koeman maakte ondertussen ook zijn selectie bekend voor de WK-kwalificatiewedstrijden uit tegen Finland (zaterdag) en thuis tegen Malta (dinsdag). Zonder Sem Steijn, de topscorer én Speler van het Jaar, want die speelt niet voor Ajax. Excusez le mot, zou Mbappé zeggen, maar ik begin zo langzamerhand wel een slappe croissant te krijgen van zoveel gejank.
Reiziger verdedigde zich door te zeggen dat je ‘niet een international bent wanneer het jou uitkomt’, verwijzend naar de afzeggingen van Meerdink aan het eind van vorig jaar terwijl hij wél meedeed aan een oefenwedstrijd van AZ. Een terechte opmerking vond ik: op spelers moet je kunnen bouwen, geblesseerd of niet. Zoals ik het ook terecht vond dat Reiziger opmerkte dat hij al twee jaar aan een team bouwt waar deze jongens niet of nauwelijks in hebben gespeeld.
Geweldige spelers, stuk voor stuk, maar Cruijff heeft wel gelijk: stel je het liefst elf goede individuen op of een goed op elkaar ingespeeld elftal? Ik zou toch zeker voor dat laatste kiezen. Waarschijnlijk heeft Reiziger ook goed naar Cruijff geluisterd toen hij zei dat je ‘beter ten onder kunt gaan met je eigen visie dan met de visie van een ander’. Maar dan moet hij wel slagen de komende weken: een Calimero wil je toch geen gelijk geven, of wel?

Thomas Braun
Geen kwaad woord over Michael Reiziger, ik heb een enorm zwak voor deze man. Niet eens zozeer door Michael Reiziger zelf, maar veel meer omdat ik z’n vader zo’n schat van een man vind.
In de tijd dat Ajax nog een topclub was, ik praat over de jaren 90 van de vorige eeuw, interviewden we niet alleen de voetballers van dat moment, maar ook hun broers, hun zussen, de moeders, de vaders. Ik mocht bij Johan Reiziger op bezoek komen, een man die bij de KLM aan de grond had gewerkt en dat was zichtbaar door de modelvliegtuigjes in de vitrine bij hem thuis. Zie je het voor je? Zo’n man die ’s avonds met een leesbril op de neus en een vergrootglas in de hand zo’n vliegtuigje in elkaar lijmt en dan en passant aan zijn vrouw vraagt: “Is Michael nou nog niet thuis?”
Toen ik er was, was Michael (toen 22) inderdaad niet thuis. Ik vroeg aan senior hoe ver hij dacht dat Michael als voetballer zou komen. Zijn antwoord: “Ik denk wel tot zijn 36ste, misschien wel tot z’n 37ste.’ Moeder Britha greep in. “Dat bedoelt die meneer niet!” Je zag Johan schrikken. En, zo wilde ik weten, wie was zijn favoriete voetballer? “Frank Rijkaard,” zei Johan. Britha: “Niet eens jouw eigen zoon? Valt dat even tegen! Dat zal je nog wel kwalijk genomen worden.”
Je zag Johan kleiner en kleiner worden. Maar hij kon een zuinig lachje niet onderdrukken, hij was wel wat gewend, zo kreeg ik de indruk. Het tafereel in Amsterdam deed me denken aan Richard & Hyacint, uit Keeping Up Appearances. Maar het werd nog erger. Gevraagd naar zijn favoriete voetbalclub zei hij timide: “Ik kan nu moeilijk zeggen dat ik een voorkeur voor Feyenoord heb, hè?” Britha hield haar adem in. Johan: “Maar als ik heel eerlijk ben gaat er nog steeds niets boven Robin Hood. Dat is mijn club. Alle jongens van dat team woonden bij mij in de straat in Paramaribo.” Britha: “Dat zeggen alle Surinaamse vaders.”
Ach ja, sommige mannen hebben het niet makkelijk. En dat geldt ook voor Michael Reiziger met al die Calimero’s om hem heen. Overigens snap ik de kritiek wel, ik vind dat Jong Oranje niet voor eigen succes moet gaan (inderdaad, who cares?) maar in eerste instantie de taak heeft om parels op te leiden, zodat ze straks met het grote Oranje eindelijk weer eens een grote prijs binnenhalen. Maar ik zal zelf nooit kritiek op Michael Reiziger leveren. Ik ben als de dood dat zijn vader het leest.
- ANP