Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Meetrainen met 'Power Granny' Ina Revers (77), de sterkste oma ter wereld

Ina Revers is 77 jaar oud en viervoudig wereldkampioen powerliften. Met een ongekende drive, een aanstekelijk enthousiasme en een ijzeren discipline krijgt zij jong en oud in beweging.

'Power Granny' Ina Revers

Amsterdam kent tegenwoordig veel hippe sportscholen. Van die trendy, gelikte ruimtes met zenuwachtige muziek, havercappuccino’s op de menukaart en influencers die vooral trainen op de beste selfie. Crossfit Flames XL, gelegen aan een industrieweg in Duivendrecht, is niet zo’n plek. Hier geen groene smoothies en fitgirls in matchende leggings, maar wel de geur van ijzer in de lucht, ernstige blikken rondom en snoeiharde hiphop uit de speakers.

Dit is een plek waar gezweet wordt, gebruld en gesjord wordt aan loodzware gewichten. En dat allemaal onder het toeziend oog van Jinga Gosschalk (45), personal trainer met een indrukwekkend postuur, een vriendelijke blik en een basketbalverleden waar je u tegen zegt. “Ik geef hier les aan een grote groep mensen, maar Ina is by far mijn favoriet,” zegt ze met een glimlach van oor tot oor.

Als ik binnenstap, is Jinga al bezig met Ina Revers, 77 jaar jong, viervoudig wereldkampioen powerliften, en in de volksmond beter bekend als ‘Super Granny’. Of ‘Power Granny’. Of gewoon: de vrouw die jouw ego met één blik verpulvert. Sterker nog: Ina heeft er al een dik uur warming-up op zitten. Ik kijk toe hoe deze oma op leeftijd met een elegantie waar elke turnster jaloers op zou zijn haar gewrichten losmaakt.

Personal trainer Jinga Gosschalk met onze reporter.

Haar gezicht staat serieus, gefocust. “Ik zou op dit punt al op de EHBO-brancard liggen met een koud washandje op mijn voorhoofd,” introduceer ik mijzelf. Weten ze direct een beetje met welk niveau ze vandaag te maken hebben. Jinga kijkt me op en neer. “Jij bent toch zo’n jonge vent? 37? Prime of your life, zeggen ze dan toch?” Ik grinnik. “Ik tennis twee keer per week en proef af en toe een nieuw speciaalbiertje. Telt dat ook als krachttraining?”

Ze trekt haar wenkbrauwen op. “Niet echt. Maar we gaan zien wat je waard bent.” De sfeer is gemoedelijk, al zit er flink wat gesteggel tussen Ina en Jinga. Maar dan wel het soort gekibbel dat alleen mensen kunnen maken die elkaar al jaren kennen: scherp, liefdevol en met veel gelach tussendoor. Als twee zussen, alleen is een van hen net iets meer Hulk dan de ander.

Ronde 1: Deadlifts

We beginnen met deadlifts. Gewichten van de grond tillen alsof je net een koelkast op Marktplaats hebt gekocht. Vijfenvijftig kilo om mee te beginnen. Best wel wat. We wisselen setjes af. Ina tilt alsof ze haar boodschappentas oppakt. Ik, aan de andere kant, probeer intussen mijn ruggengraat bij elkaar te houden. Jinga corrigeert me geduldig.

Ina Revers is altijd in voor een deadlift.

“Rug recht! Billen naar achter! Borst omhoog!” Ik lijk eerder op een gebroken flamingo dan op een serieuze sporter. De kilo’s stapelen zich op. Richting de honderd. Mijn armen trillen. Mijn ziel verlaat langzaam mijn lichaam. En Ina? Die kijkt me vrolijk aan. “Jij eerst. Jij bent jong. Jij hebt testosteron. Laat maar zien dan.”

Ronde 2: Squatten

Als de deadlifts achter de rug zijn – en ik mijn benen weer voel – is het tijd voor squats. Stang in de nek, zakken tot je kont bijna de vloer raakt. Jinga legt het uit: “Voor de benen, de billen en de rug. Een complete oefening. Komt ie.” Ik blijk hier zowaar een beetje talent voor te hebben. Dertig kilo. Veertig kilo. Ina en ik wisselen om en om, tot we samen honderd squats hebben gedaan. Een soort gedeeld trauma.

Squatten met een lach.

De laatste tien zijn pure hel. Mijn dijen staan in de fik, ik proef m’n ontbijt opnieuw. Aan het 77-jarige fenomeen tegenover mij is helemaal niks af te lezen. Alsof ze er zo nóg honderd kan doen. “Ik ben niet zo’n type dat achter de geraniums gaat wegkwijnen,” bromt Ina na numero 100. Duidelijk.

Tijdens het squatten komt bij onze reporter het ontbijt naar boven.

Ronde 3: Bankdrukken

Mijn laatste restje zelfvertrouwen wordt geofferd op het altaar van het bankdrukken. Ina drukt soepel vijftig kilo weg. Ik mag proberen haar record te verbreken: 65 kilo. En dat lukt. Wauw. “Mannen hè?” zegt Jinga. “Jullie hebben zo’n grote voorsprong op ons. Met jullie borstspieren. Die hebben wij niet he? Nee, wij hebben alleen twee van die onhandige vetzakjes.” Ik: “Of juist hele praktische stootkussentjes, om die zware gewichten mee op te vangen.”

'Je hoeft 'm maar één keer omhoog te krijgen', zegt Ina. Ik duw. Alles in mij duwt. Mijn voorouders duwen mee vanuit het hiernamaals

IJzige blik van Ina. “Grapje natuurlijk,” zeg ik er snel achteraan. Jinga stelt voor dat ik haar record – 70 kilo – dan ook maar even verbreek. “Dat is maar zeven kilo meer dan ik nét heb gedrukt, toch?” vraag ik voor de zekerheid. De coach grijnst. “Ja, en je hoeft ‘m maar één keer omhoog te krijgen.” Ik duw. Alles in mij duwt. Mijn voorouders duwen mee vanuit het hiernamaals.

Die zeven extra kilo’s voelen als 700 kilo. Ik voel spieren trekken en verrekken op plekken waarvan ik niet wist dat daar spieren zaten. Halverwege wordt het zwart voor mijn ogen. “NEE!” piep ik. Het gewicht bungelt boven mijn borst als in een slechte slapstickfilm. Jinga schiet te hulp. “Goeie poging, man. Goeie poging.”

Het hoofd van onze reporter kleurt langzaam paprikarood.

Na de sessie plof ik neer. Mijn hart bonkt in mijn keel, mijn armen voelen alsof ze eraf willen vallen en mijn hoofd is rood als een paprika. Ina doet intussen nog wat stretchoefeningen. “Dus eh... dit doen jullie elke dag?” vraag ik hijgend. “Nou ja,” zegt Ina, terwijl ze haar schouders ophaalt, “dit was eigenlijk best een tamme dag.” Het is op dat moment dat ik besef: deze vrouw is écht next level.

Deze week wordt ze 78. Maar aan niets zie je dat. Niet aan haar tempo, niet aan haar kracht, en zeker niet aan haar houding. Ze is scherp, geestig en heeft zichtbaar plezier in wat ze doet. Ze is wat mij betreft een soort kruising tussen Pippi Langkous, de Terminator en je favoriete oma. Nog indrukwekkender dan Ina’s brute spierkracht is haar levensverhaal, dat zij tussen alle squats en emoties door uit de doeken doet.

“Mijn ijzeren discipline dank ik aan mijn vader, hij was militair,” zegt ze zittend op de halterbank. “Ik heb een pittige opvoeding gehad. Vroeg opstaan, stiptheid, hard werken, orde. Als kind vond ik dat natuurlijk niet heel leuk – hij was streng  – maar nu pluk ik er de vruchten van. Het helpt mij om sterker te worden en records te verbreken. Die discipline draagt me nog elke dag. Mijn laatste levensgezel was ook oud-militair, dus uit hetzelfde hout gesneden.” 

Leukemie

Wie Ina in actie ziet – en haar bizarre statistieken en records erop naleest – ziet een vrouw die al haar hele leven met krachtsport bezig is. Toch? Niet dus. “Ik ben pas op mijn 64ste begonnen. Vlak na mijn pensioen.” Wat bezielt een vrouw van 64 jaar, die na dertig jaar in het onderwijs van een welverdiende rust mag gaan genieten, om volle vak een crossfitcarrière op wereldniveau na te streven?

'Van al het hardlopen kreeg ik last van mijn knieën, dus meldde ik mij aan bij een sportschool in Amsterdam-Oost. Ik was toen 64 jaar'

“Dat begon eigenlijk met hardlopen,” blikt ze terug. “Dat doe ik al sinds 1991. In dat jaar kreeg mijn zoon kanker. Leukemie. 8 jaar oud was hij pas. Hij werd behandeld en het leek beter te gaan. Maar op zijn 17de bleek hij weer een tumor te hebben. Hij genas weer, maar de kanker kwam voor de derde keer terug. Uiteindelijk overleed hij in 2008, vlak voor zijn 25ste verjaardag. Mijn man was in 1988 al plotseling overleden aan een hartinfarct.”

De strijd, de ziekenhuisbezoeken, het mantelzorgen: het vrat aan haar. “Ik moest iets doen, ik wilde niet gek worden van verdriet.” En dus begon ze met hardlopen. Eerst alleen, door het park, gewoon om haar hoofd leeg te maken. Dat was het begin van iets groters. “Van al het hardlopen kreeg ik last van mijn knieën, dus meldde ik mij aan bij een sportschool in Amsterdam-Oost. Ik was toen 64 jaar. Mijn loopbaan in het onderwijs was net afgelopen, toen mijn tweede carrière begon,” zegt Ina met glunderoogjes.

Even bijkomen...

In de gym ontmoette ze Jinga, een krachtige, energieke vrouw met kennis van krachttraining én mensen. “Zij zag meteen iets in me wat ik zelf nog niet wist,” zegt Ina. “Ze zei: Jij hebt aanleg, kom maar mee. En ik ging mee.” Jinga maakte Ina wegwijs in de wereld van crossfit, een combinatie van gewichtheffen, fitness en gymnastiek. "Al snel viel op hoe positief en gedisciplineerd Ina was,” zegt Jinga. “In het begin kon ze niet zoveel, maar haar wilskracht viel op, ze is intens.”

Jinga ziet gaandeweg dat Ina’s talent bij het powerliften ligt. Zoals Ina zelf zegt: “Ik bleek loeisterk. En ik had nog nooit van powerliften gehoord!” Jinga: “Ik zag gelijk dat ik een ruwe diamant in handen had, die ik mocht gaan slijpen. Ik ken niemand die zo oud en tegelijk zo sterk is.” Wat begon met een paar push-ups en squats, groeide uit tot een serieus trainingsregime. Jinga werd haar coach, haar kompaan, haar vertrouweling. Samen trainen ze vier keer per week. “We hebben nooit gedacht: we doen dit om prijzen te winnen. Maar op een gegeven moment bleek dat ik me kon meten met de wereldtop in mijn leeftijdscategorie. Bij mijn eerste internationale wedstrijd voor ouderen werd ik eerste van Nederland én Europa.”

Bewonderende blikken richting Jinga.

Een monster

Sindsdien is ze niet meer gestopt. Ze is inmiddels viervoudig wereldkampioen en gaat dit jaar zelfs voor haar nummer vijf (!) “Ik word nog steeds elke dag sterker. Ik verbreek nog steeds records. Ik ben nog lang niet klaar, hoor.” Jinga vult aan: “Ik hoop dat ze doorgaat totdat ze 100 jaar is.” Ik lach, maar er valt helemaal niks te lachen, blijkt al snel. “Denk je dat ik een grapje maak?” Ik: “Nee mevrouw.” Jinga: “Ze kan het, als ze doorgaat. 100 kilo liften op haar 100ste. Hoe mooi zou dat zijn?” Ik beloof dat ik dan terugkom voor een tweede interview.

Media-aandacht, prijzen, records: allemaal leuk, maar Ina traint vooral omdat ze er gelukkig van wordt.  Spijt dat ze hier niet eerder mee is begonnen heeft ze niet. “Alles gebeurt met een reden,” gelooft ze stellig. Jinga kan het niet laten ook iets te zeggen: “Maar als jij dertig jaar eerder hiermee was begonnen….dan was je echt een monster geworden. Top of the world. Dan had je écht een heel mooie carrière gehad……”

In crossfit is een aardig centje te verdienen, zo blijkt, maar dan niet in Ina’s leeftijdscategorie. “Nee, ik mag blij zijn als ik vertrek met een glimmende medaille. That’s it.” Jinga: “Schandalig, toch? Want jij traint en leeft wel echt als een topsporter.” Ina: “Ik doe het niet voor het geld. Ik heb een andere missie.” 

Over die missie schreef Ina vorig jaar een boek: Ina’s Powerplan. Een krachtig pleidooi om, kort gezegd, mensen van de bank af te doen komen. “Die jongeren van tegenwoordig hè?” begint Ina. Het vuur in haar stem is terug. “Die hebben het niet gemakkelijk. Te veel afleiding door sociale media. Ze hebben fatbikes en zitten de hele dag op de bank te Netflixen. Alles moet makkelijk. Het is zonde van hun lijf. Terwijl juist zij de kracht hebben om iets met hun lijf te doen.”

Ik knik, denkend aan mijn eigen avondjes Netflix met chips en speciaalbier. “Maar ik heb jonge kinderen,” probeer ik. “Weinig tijd.” Onzin, zegt Ina resoluut. “Jij moet gewoon gaan crossfitten. Je hebt aanleg.” Ook haar eigen generatie moet het ontgelden. “De meeste mensen van mijn leeftijd doen niets. Ze worden ziek, dik, klagen over pijntjes, maar bewegen niet.” Voor Ina is sport geen luxe. Het is noodzaak. “Beweging voorkomt veel ellende. En ja, ik weet waar ik over praat. Ik heb kanker overleefd, ik heb mijn zoon verloren, mijn man is overleden... en tóch sta ik hier.” 

Vier jaar geleden kreeg Ina zelf de diagnose kanker. “Na het crossfitten kreeg ik steeds buikpijn. Dat ging niet weg. In de onderzoekskamer zei de radioloog al na één minuut: dit klopt niet. Ik had een flinke tumor in mijn darmen. Ik had meteen de kliniek voor euthanasie al opgezocht. Maar toen kwam ik in aanmerking voor immuuntherapie.” De behandeling sloeg wonderwel aan. Sterker nog: door haar fitte lijf kon ze er al weer snel tegenaan.

“Ik ben op hoge hakken het ziekenhuis ingelopen en op hoge hakken het ziekenhuis uitgelopen tijdens die kuren. Ik heb er niks van gemerkt. Nu pas weet ik wat écht fit zijn betekent.” Zes weken later volgde de operatie. “Maandag geopereerd, woensdag uit het ziekenhuis, vrijdag uit eten.” Drie weken later stond ze alweer in de gym.

Volgende week wordt ze 78. In november gaat ze voor haar vijfde wereldtitel. Haar hoofd pronkt op fitnessposters, ze is het gezicht van campagnes voor ouderenbeweging en spreekt, als het aan haar ligt, binnenkort ook op congressen. “Ik heb veel te vertellen. Wil mensen inspireren. In beweging krijgen. Beweging redt levens. En iedereen kan iets doen – ook al is het maar een wandeling. Stilstand is achteruitgang.”

Fantastisch leven

Is ze dan nooit moe, opgebrand, ellendig van al het verdriet dat haar moest overkomen? “Natuurlijk heb ik moeilijke momenten,” zegt Ina, inmiddels omgekleed en afgekoeld, aan de kantinetafel. “Kijk wat ik heb meegemaakt. En nog steeds overlijden er mensen om mij heen. Vorig jaar overleed ook mijn tweede partner, op 87-jarige leeftijd. Middenin het productieproces van mijn boek. We waren al twintig jaar gelukkig samen. Ik was er helemaal kapot van. Wéér. Maar die man liet mij ook zien hoe je tot op hoge leeftijd zoveel mogelijk uit het leven kan halen. Ondanks alle tegenslagen.

Ik ben dankbaar voor een fantastisch leven. Ook al overkomen dingen je, het leven is zo ontzettend de moeite waard, daar moet je je best voor blijven doen.” Bij het afscheid vertel ik dat ik ook wel eens voor Playboy schrijf. “Ze mogen mij bellen!’ roept Ina. Ze lacht, maar kijkt dan ineens bloedserieus. “Ik heb mooiere tieten dan al die opgepompte wijven van tegenwoordig. Die met hun nep-billen en kunsttieten. Mijn tieten zijn écht. En mooier.” Jinga lacht instemmend. “Dat is wel zo, ja!” 

Een high five voor Super Granny.

Ik heb een middag meegedraaid met een levende legende. De drie dagen erna voel ik mij als een 77-jarig vrouwtje, maar dan niet het type Ina Revers. Ik ben gesloopt, maar vooral onder de indruk. En geïnspireerd. Want als Ina op haar 77ste gewichten van honderd kilo optilt alsof het boodschappen zijn, dan kan ik verdomme ook wel eens wat vaker opstaan van mijn bureaustoel.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Lifestyle
  • Paul Tolenaar