/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FXlJuCNJRGaJmvE1747291699.jpg)
Het valt niet mee om een afspraak te regelen met Saskia Belleman (65). Na het eerste verzoek in november hoor ik maanden niks en dan ineens, via de mail: “Duizend excuses voor de radiostilte van mijn kant. Prijzen winnen is één ding, maar de enorme lawine aan berichten en verzoeken die er achteraankomt, was van een heel andere orde. Maar nu concreet: Petra en ik zitten komende vrijdag in Rotterdam bij een pro forma-zitting tegen tien ‘soevereinen’. Voel je er iets voor om mee te gaan?”
Voor de duidelijkheid: Petra is Petra Urban, Saskia’s vaste tekenaar voor bij haar verslagen in De Telegraaf, het medium waar Saskia al bijna vijftien jaar voor schrijft. Nadat ik langs het mooiste stadion van de wereld ben gereden en ook nog een blik mag werpen op de Erasmusbrug, is daar de rechtbank van Rotterdam.
De ingang is statig, maar ik zit verkeerd. Ik moet de andere ingang hebben. “Daar waar het politiebusje voor de deur staat,” zegt een zwaarbewapende agent. Zullen daar de soevereinen in zijn vervoerd? En wat zijn dat eigenlijk, soevereinen? In het kort: mensen die de staat niet erkennen en onjuiste intenties van instituties verspreiden en hun eigen regels naleven. Ze betalen geen belasting, geen huur, hun kinderen gaan niet naar school.
Big deal, zult u denken. Maar deze mensen, die uiterlijk wat weghebben van onschuldige bibliothecarissen, ontwrichten de maatschappij en worden verdacht van het onderhouden van banden met terroristische organisaties en ze zouden vuurwapens bezitten. Drie zitten er voorlopig vast. Maar ik ben hier niet voor die zaak. Ik ben hier voor Saskia, het fenomeen dat de rechtbank toegankelijk voor eenieder heeft gemaakt, begrijpelijk voor iedereen, de rechtbank bij de mensen thuis brengt, door vrijwel dagelijks op X verslag te doen van de meest spraakmakende rechtszaken in Nederland.
Elleboog in buik
Of ik wel vroeg wilde komen, zo had Saskia gewaarschuwd. Het kon weleens druk worden en de controle is doorgaans streng. Er staat inderdaad een flinke rij in de gang en de grijze duiven (met haar tot over de schouders) zijn vooral aan het mopperen. Het zijn, zo begrijp ik later, sympathisanten: vrienden en familie van de verdachten. Er staan ook advocaten en enkele verdachten in de rij en die mogen voor. Even later roept een bode: “En de pers ook.” Maar als ik aan de beurt ben, schiet een grijze vrouw voor, ze drukt met haar elleboog in mijn buik en kijkt me aan alsof ik de duivel ben.
“Sorry mevrouw, de pers mag voor,” probeer ik nog. “Ja, onder bepaalde voorwaarden!” spuugt ze. Ik laat het maar gebeuren en als ik even later mijn riem weer omdoe en mijn schoenen veter, stap ik voor het eerst van mijn leven een rechtszaal binnen. Petra Urban, de tekenaar, zit helemaal rechts, ik herken haar meteen aan die gitzwarte krullen half voor haar bril. We maken kennis en ze wijst aan waar Saskia zit.
Ik had haar nog niet herkend; ze zit ingeklemd tussen andere journalisten, half verscholen achter haar laptop. Links van haar zit Chris Klomp, ook een bekende rechtbankverslaggever, daarnaast is nog één stoel vrij. Maar ik wil naast Saskia. Ik wil haar vingers zien, haar blik, ik wil zien wat ze doet, hoe ze kijkt, wat ze mompelt, hoe ze lacht, maar vooral: hoe ze twittert. Of x’t. Chris staat op en knikt naar het stoeltje dat hij warm achterlaat. “Ga lekker zitten joh.” Chris krijgt, net als Saskia overigens, het heel vaak te verduren op X, maar bij mij kan hij al niet meer stuk. Ik zit naast Saskia, uw rechtbank aan huis.

We moeten staan. De rechtbank arriveert. Zo hoort dat nu eenmaal. Boven de drie rechters kijkt Willem-Alexander, onze koning, vanaf de wand kritisch toe. Eerst herken ik hem niet, maar het is hem wel degelijk, maar dan een beetje kunstzinnig bewerkt. Ik vind het eigenlijk best klein hier, terwijl Saskia nog wel had gezegd dat dit de enige zaal was waar ze alle verdachten plus de verwachte aanhang kwijt zouden kunnen.
“Ja, het is onvoorstelbaar hoe klein rechtszalen zijn,” zegt Saskia terwijl haar vingers over de toetsen glijden. “Maar alles beter dan de bunker in Amsterdam-West, waar de echt grote zaken worden behandeld die een extra veiligheidsrisico vormen, zoals het Marengo-proces rond Ridouan Taghi. Alles is geblindeerd daar, je komt in het donker en je gaat in het donker. Sorry, even mijn volgers vertellen waar deze zaak over gaat.”
Ze heeft prachtige roodgelakte nagels en wat nog opvallender is: ze tikt met drie vingers. Zelf heeft ze dat niet zo door. “Ja, links wijs- en middelvinger volgens mij. En rechts wijs. Ik weet niet beter. Ooit heb ik geleerd met tien, maar dat bleef toch wat onhandig gaan.” Ze tikt driftig verder om de zaak te duiden. “Nu komen er ongetwijfeld reacties van de wappies.” En die zijn niet mals, ze gaan er met gestrekt been in. Je kunt me ook blokkeren, zo reageert ze koeltjes op de meest fanatieke toetsenbordtijger. Ik vraag waarom ze überhaupt reageert, zo kun je wel aan de gang blijven op X, het platform waar haat en agressie hoogtij vieren. “Ze pakken het podium, mijn podium, om dan met allemaal bedreigingen te gaan strooien. Ik móet dan wat zeggen, want het is míjn tijdlijn waarop ze hun haat verspreiden.”
Doodsbedreigingen
Het zijn er nogal wat, Saskia’s volgers: 289.000 inmiddels. “Maar daar zitten ook een hoop trollen tussen hoor,” zegt ze bescheiden. “Ik denk dat ik 230.000 echte volgers heb. Daar zitten heel veel normale mensen bij, maar ook mensen die mijn timeline misbruiken voor hun eigen scheldpartijen, beledigingen en bedreigingen. Ze maken zich boos over wat ik schrijf, reageren dan fel, bedreigen advocaten met de dood, verwijten rechters dat ze softe D66’ers zijn, ja dat ben ik weleens een keer zat en dan reageer ik. En als ze te erg zijn, blokkeer ik ze.”
Wordt ze zelf ook bedreigd? “Nou, er zijn wel momenten dat ze met tribunalen beginnen te dreigen of dat ik op een platte strontkar moet worden rondgereden, met kaalgeschoren hoofd, maar dat neem ik allemaal niet serieus. Het is toch een beetje stoer doen achter een toetsenbordje aan de keukentafel. Ze zien mij dan niet als objectieve verslaggever, maar als een vertegenwoordiger van de mainstreammedia, gelieerd aan de staat, in dienst van de rechtspraak… Als je iets schrijft wat ze niet aanstaat, dan ben je een marionet van de overheid, een trekpop. Ik heb daardoor ook wel een haatliefdeverhouding met X, het is steeds minder leuk wat je allemaal leest.”
‘Ik zou een marionet van de overheid zijn. Ze roepen dat ik op een platte strontkar moet worden rondgereden, met kaalgeschoren hoofd’
Dan komt er nog een tekenaar binnen, Aloys Oosterwijk, die onlangs samen met schrijfster Marieke de Witte een stripprijs won voor het boek Marengo - het meest verziekte en vergiftigde proces ooit. Hij draagt een nonchalante hoodie en een spijkerbroek, daar waar Petra Urban op hoge hakken en in een prachtige jurk haar werk doet. Hij is te laat, maar tegelijk net op tijd omdat de officier van Justitie later dan aangekondigd aan zijn verhaal begint. “Ze zijn altijd te laat,” weet Saskia.
Even daarvoor heeft een bewapende politieman de tien verdachten en twaalf advocaten naar hun stoel begeleid. “Meer zwarte toga’s dan verdachten vandaag,” mompelt Saskia. Als de officier het woord neemt, probeer ik zijn betoog te begrijpen, wat niet goed lukt. Maar gelukkig is daar Saskia, die de gave heeft om in razend tempo een heldere vertaling te geven en te posten, nog voordat hij bij de punt is aanbeland.
De man heeft het over ‘ernstige misdaden voorbereiden’ en dat er ‘gevangenneming is gevorderd’ en dat er ook ‘vuurwerk’ in het spel is. Saskia probeert goed te luisteren naar het verweer van twee advocaten, maar dat is niet te doen. “Het microfoongebruik is notoir slecht onder togadragers,” zegt ze geïrriteerd. Die eerste twee advocaten hebben niet veel tijd nodig en schuiven zaken door naar de volgende zitting. “Nou, als ze allemaal zo vlotjes zijn, dan zijn we gauw klaar.” Helaas, het duurt nog de hele dag.
Het ergst: zedenzaken
Petra kijkt in mijn richting, maar dat verbeeld ik me slechts. Ze is druk met het tekenen van de verdachten tussen ons in. Saskia heeft pal naast me al dertien tweets gestuurd in het eerste kwartier, bekijkt tussendoor de reacties en heeft rechts op haar scherm een verkleind word-documentje met daarop alle namen van de verdachten, de advocaten en de rechters, waarop ze af en toe spiekt. De voorzitter, zeg maar de opperrechter, onderbreekt de zitting omdat ze haast stikt in een hoestbui. Chris Klomp weet wel waarom. “Die soevereinen hebben iets in haar drankje gedaan!” De perstribune lacht. Een Zeeuwse journaliste: “Zal ze even moeten vapen?”
Dan gaat het hele theater weer beginnen. De officier neemt weer het woord, maar niemand hoort hem. “MICROFOON GRAAG!” roept Saskia door de rechtszaal. Iedereen kijkt onze kant op, Saskia naar die van mij. “Mag helemaal niet, wat ik nu doe. Maar ja, anders hoor ik niks.” Aan alles merk je dat Saskia een naam is. Niemand neemt haar deze onderbreking kwalijk, alleen maar lachende gezichten van de mensen voor haar. Behalve die van de officier. Die voelt zich betrapt als een vergeetachtige klant bij de zelfscan van de Albert Heijn.
Dan neemt advocaat Raza van Marco M. het woord. Hij wil graag naar pagina 1210 van het dossier. Ik kijk weer naar rechts, naar het tafeltje van Saskia. Haar gereedschap: een laptop, een aantekenblokje en pen, Kleenex-zakdoekjes. Meer is het niet. Over die zakdoekjes gesproken, wordt het haar soms niet te veel? Elke dag ellende aanzien, elke dag gruweldaden aanhoren? “Ja, het is toch de kunst om niet alles helemaal binnen te laten komen,” zegt ze.
“Dat lukt lang niet altijd. De zedenzaken zijn het ergst, sowieso zaken waar kinderen het slachtoffer zijn. Zoals met Nicky Verstappen, of Gino uit Limburg, dat is nog maar kort geleden. Een 9-jarig knulletje, en daar loert zo’n man dan op. Als een roofdier, want er is op beeld te zien hoe hij in zijn auto de hele tijd om Gino heen cirkelt en hem dan uiteindelijk oppikt met een kutsmoes van: ik ga je naar huis brengen. Hij wint het vertrouwen door eerst met hem te voetballen en dan te zeggen: ik kom langs je huis, ik breng je wel. Toen zat die jongen in de fuik, kwam daar niet meer uit. als je hoort wat dat jongetje de laatste uren van leven heeft moeten doormaken, echt afgrijselijk.”
Dan heeft de verslaggever wel even een borrel nodig? “Nou, wat voor mij scheelt is dat ik altijd optrek met Petra. We rijden vaak samen en dan praten we het van ons af. Dan ben ik het nog niet helemaal kwijt, maar dan kan ik het wel beter van me afzetten. Sommige dingen raak ik nooit kwijt.”
Huilende soevereinen
“De rechtbank!” klinkt het. Einde van de derde schorsing. Petra staart nu naar me, word er verlegen van. Maar voor haar is het werk. Ik schuif heen en weer en ram en passant het in- en uitschuifbare plankje van Saskia, met daarop haar laptop. Ik schrik ervan. “Irritant hè?” zegt ze, waarmee ze maar wil zeggen: geeft niks hoor. Ze is echt ontzettend aardig. “IKEA?” probeer ik grappig te zijn. De verslaggeefster: “Ik ben al blij dat ze dit gemonteerd hebben, voorheen stond mijn laptop een meter voor me, kreeg er bijna een rughernia van.”
Aan het woord zijn de rechters, links de oudste rechter, zoals dat heet, in het midden de voorzitter en rechts de jongste rechter, terwijl die veel ouder lijkt dan de linker. “Het gaat om het aantal dienstjaren,” legt Saskia uit. Heel spannend vind ik het allemaal niet, de betogen en de reacties, totdat de verdachten die in voorlopige hechtenis zitten, aan het woord komen. “O, daar hebben we Neeltje,” zegt Saskia tegen haar collega aan haar rechterkant. De collega: “O jee, heeft ze ons al gespot?” Ze grinniken. Maar de verdachte niet. “Ik hou dit niet meer vol,” zegt Neeltje over haar gevangenschap. Dan krijgt verdachte Niels het woord: “Ik zit onschuldig vast, mijn vader is ziek, ik moet mantelzorgen en heb parodontitis, ben tijdens mijn hechtenis vier tanden kwijtgeraakt.”

Op de perstribune is het cynisme niet van de lucht: “Ze accepteren de staat niet, maar hun AOW-uitkering wel.” Intussen blijft Saskia twitteren. Ze heeft alle namen van de advocaten inmiddels vermeld, behalve die van advocaat Kriekaard. Zo is advocaat Kriekaard opgevallen. En dus stuurt advocaat Kriekaard een tweet met daarin de tekst: Ik zie dat u over alle advocaten tweet, behalve over mij. Weet u mijn naam? Saskia zucht: “Ja, je zal toch maar niet genoemd worden in de krant…”
Verdachte Neeltje lijkt helemaal gebroken. Heeft haar hoofd in haar handen. Verdachte Arjan moet ook huilen als hij aan het woord komt. Hij heeft een kleinkind en wil weer een echte opa voor die kleine jongen zijn. Het is een groot tranendal, vijf meter voor ons. En Petra maar tekenen… Als alle advocaten en de meeste verdachten hun verhaal hebben gedaan, is er weer een pauze. We belanden in de persruimte, Saskia, uw verslaggever, Chris Klomp, Aloys en Petra de tekenaars en nog wat journalisten.
In deze kleine ruimte met witte kantoortafels wordt gegeten, gelachen, koffie gedronken, er worden anekdotes uitgewisseld, en geroddeld. Petra bestudeert mij nog maar eens voor de tekening, en ik wil weten wat die verdachten daar nou van vinden, dat zij ze ongevraagd natekent. “Ze hebben niks te vinden, ik mag dat gewoon,” zegt ze resoluut. Saskia: “Dat staat ook in de persrichtlijnen van de rechtbank. Ze maken soms wel bezwaar, maar dat wordt negen van de tien keer afgewezen. Ja, en wat ze dan doen is vermommen: mondkapjes op, capuchons aan, zonnebril.”
Te echt getekend
“Ik heb wel een paar keer meegemaakt dat het niet mocht tijdens een zaak met jihadisten,” zegt de tekenaar. “Dat was onder anderen met Laura H. (de uit IS-gebied teruggekeerde Syriëganger die hier een jaar heeft vastgezeten, red.). Zij zat als enige in de rechtbank en vlak voor we de zaal instapten, kregen de tekenaars, collega Chris Roodbeen en ik, te horen dat wij haar in de rechtszaal niet mochten tekenen. Er werd niet echt een reden opgegeven, maar er werd iets gezegd in de trant van: er zijn tekenaars waarbij het wel heel erg lijkt… Toen hebben Chris en ik haar later maar uit ons geheugen getekend. En in de zaak rond de moord op advocaat Dirk Wiersum werd mij ook verboden de verdachten te tekenen. Niet dat dit indruk maakte, ik heb ze gewoon getekend.”
Saskia neemt het woord over. “Dat Petra wel erg echt tekent en goed is, kan ik beamen,” zegt ze. “Ik weet nog dat de vermeende moordenaar van Peter R. de Vries nogal vermomd in de rechtszaal zat. De Vries’ dochter Kelly wilde hem heel even zien, vroeg of hij zijn bril, muts en mondkapje alsjeblieft even af wilden doen. Drie seconden duurde dat, toen deed hij alles snel weer op. Maar Petra had hem.
Die kinderen van Peter wilde de tekening zien en keken hun ogen uit. Het is hem echt, zei z’n zoon Royce. Petra, schouderophalend: “Ik weet ook niet wat het is. Alsof mijn diafragma open staat. Als ie weer dichtgaat, laat ik me door niets afleiden en teken ik wat er op mijn netvlies staat.” Saskia: “Petra kan niet alleen waanzinnig goed tekenen, maar ze pakt de emotie er ook bij. Dat doen andere tekenaars niet, of veel minder. Als een verdachte verdrietig is of gespannen, dan zie je dat terug in haar tekeningen. Daar is Petra volstrekt uniek in. Petra is een exponent van de nieuwe stroming tekenaars die minder cartoonesk is maar die gewoon tekenen wat ze zien. Geen impressie, maar de werkelijkheid. En dat is even wennen voor veel verdachten en advocaten.”
‘Ik denk niet dat ik bij VI op mijn plek ben. Ik vrees dat ze me net even te genuanceerd vinden’
Na de break is het weer twitteren geblazen. “Ja, ik twitter de hele dag door,” zegt ze glimlachend. “Het zijn ook mijn aantekeningen voor het uiteindelijke verhaal in de krant. Dan kopieer ik mijn tweets en plak ze in een word-bestand. Dat is een stuk makkelijker uitwerken, aan het eind van de dag. Vaak is er dan ook haast bij en dan is het wel fijn dat je alles al op een rijtje hebt.”
Minder intimiderend
De manier waarop ze werkt betaalt zich uit. Saskia Belleman heeft de afgelopen maanden de ene prijs na de andere binnengesleept. Ga maar na: Journalist van het Jaar, de beste podcast, de NVSA Anker & Anker prijs en de Machiavelli-prijs. “Vooral die laatste heb ik nooit zien aankomen,” zegt ze met opgetrokken wenkbrauwen.
“Vooral omdat dit een prijs is voor publieke communicatie, terwijl ik gewoon verslaggever ben. In het rapport stond dat ik de mensen meeneem de rechtbank in, en dat is wel iets waar ik me op richt, want de rechtspraak is vooral vooraf notoir slecht in het geven van informatie over zaken die spelen. Mensen die geïnteresseerd zijn en een rechtszaak willen bijwonen, hebben geen idee wat ze moeten doen. Doordat ik ze informeer, hoeven ze er niet naartoe en het is minder intimiderend om zaken via twitter te volgen. Als je niet weet hoe het werkt en je komt bij een rechtbank aan, dan kan dat heel intimiderend zijn. Soms is het ook te confronterend als je het slachtoffer kent, om de verdachte live aan te horen. Je hoort dan nogal wat akelige details, zeker in moord- en doodslagzaken of in zedenzaken. Ja, ik vind het wel een mooi idee dat ik, met name via social media, de rechtspraak bij de mensen heb kunnen thuisbrengen. Ik heb die Machiavelli-prijs overigens gewonnen om drie redenen: met onze podcast Zij is van mij heb ik femicide op de kaart gezet volgens het rapport, met mijn feitelijke verslagging ben ik een rolmodel voor de jonge generatie en ik heb rechtspraak toegankelijker gemaakt. Ik vind het echt eervol. Jarenlang buffelen heeft z’n vruchten afgeworpen.”
Ze neemt een slok van haar koffie. Tekenaar Aloys wil weten of er eigenlijk een ‘topboef’ in het rijtje verdachten zit, dan kan hij zich daar even op werpen. Hij krijgt op de perstribune van vier kanten een deskundig antwoord en dat werpt de vraag op: hoe is Saskia aan haar populaire status gekomen, terwijl ze een van de velen is? “Ik heb geen idee,” fluistert ze. “Ik ben wel een van de weinigen die het consequent bijna elke dag doen, verslag uitbrengen van rechtszaken. En ik cross het hele land door, de meesten komen steeds in dezelfde rechtbanken, ik kom overal. Ik doe ook alle grote zaken die veel in het nieuws zijn en dus krijg ik veel verzoeken om langs te komen in talkshows, want ze zien dat ik erbij heb gezeten.”
Of ze dat leuk vindt, is een tweede. In haar twitter-bio noemt ze zichzelf ‘Praattafeltrut’. Lachend: “In het begin heb ik het afgehouden, ik had er niet veel zin in. Ik dacht: laat mij maar lekker schrijven, vraag een ander maar. Maar ja, dan zaten er mensen die helemaal niet bij de zaak waren geweest en die vertelden dingen waarvan ik dacht: dat klopt helemaal niet. Toen ben ik het voorzichtig gaan proberen bij Knevel & Van den Brink en toen volgden Op1, Eva, Renze, Beau, Humberto, Bar Laat… Nee, nooit bij VI. Ik ben ook nooit door ze uitgenodigd en ik denk ook niet dat ik daar op mijn plek ben. Ik vrees dat ze me net even te genuanceerd vinden, haha.”
De pro-forma zitting in Rotterdam zit erop, de laptop kan dicht. Het verhaal is ook al bijna klaar. En haar carrière? Ze wordt over een paar dagen 66, het pensioen lonkt? “Bij de krant wel,” zegt ze stellig. “Maar ik stop niet met schrijven. Dat blijf ik doen, op wat voor manier dan ook, en dan in ieder geval op het grensvlak van rechtspraak en journalistiek. Want hier ligt mijn hart.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Petra Urban