MISDAADCOLUMN: Minister Van Weel speelt met vuur als hij politiegegevens die ouder zijn dan 10 jaar gaat vernietigen
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: oude gegevens die cruciaal kunnen zijn.
Privacy is en blijft een gevoelig onderwerp. Veel mensen maken zich zorgen over de bemoeizucht van de overheid. We zijn bang voor een controlestaat, waarin elke beweging wordt geregistreerd. Tegelijkertijd delen we achteloos onze locaties en vakantiefoto’s op sociale media, ten faveure van grote technologiebedrijven die daar marketingstrategieën op afstemmen en dus flink aan verdienen. Het is een opvallende tegenstelling: privébedrijven krijgen vrij spel, maar zodra de overheid iets wil bewaren, gaan de hakken in het zand.
Juist over dat bewaren van data is momenteel veel te doen. Minister Van Weel heeft het voornemen uitgesproken om politiegegevens die ouder zijn dan tien jaar te vernietigen. Het gaat om informatie die nu nog bewaard wordt voor onder meer cold case-onderzoek. Vast een hoera-moment voor verstokte privacy-waakhonden. Onder politiemensen, forensische experts en nabestaanden van slachtoffers heeft het plan echter voor veel onrust gezorgd. Zij weten als geen ander dat oude gegevens cruciaal kunnen zijn voor het vinden van antwoorden in vastgelopen zaken.
Volgens de Wet politiegegevens mogen gegevens vijf jaar actief worden gebruikt. Daarna blijven ze nog vijf jaar onder strikte voorwaarden beschikbaar, bijvoorbeeld voor cold cases. Daarna is het de bedoeling dat ze worden vernietigd, zo weten we nu. De minister wil zich daar strikt aan houden, ondanks waarschuwingen uit het kringen van opsporing. Iedereen die een beetje bekend is met de complexiteit van een rechercheonderzoek, weet dat de minister met vuur speelt.
Voor nabestaanden betekent het dumpen van oude, mogelijk cruciale informatie meteen ook het verlies van een laatste strohalm
Er zijn namelijk genoeg voorbeelden waarbij een klein detail uit het verleden uiteindelijk leidde tot de oplossing van een misdrijf. In de Zaak Nicky Verstappen speelde een simpele notitie uit 1998 een doorslaggevende rol. Marechaussee Jeroen Severs schreef op de Brunssummerheide de naam op van een fietser die hij niet vertrouwde. Jaren later bleek dat Jos B. te zijn, de man die uiteindelijk op basis van DNA werd veroordeeld.
In Rotterdam werd in de jaren tachtig een bankovervaller gepakt doordat een wijkagent het kenteken had genoteerd van een dure BMW die niet in de buurt thuishoorde. Achteraf bleek dat de auto van de dader te zijn. En nog zo’n geval: een motoragent hield tijdens een routinecontrole een auto aan op de Erasmusbrug. Toen leek het onbelangrijk, maar het bleken de daders van een driedubbele moord aan de Glashaven te zijn. De agent had de namen genoteerd – puur op routine – en daarmee werd later een cruciale link gelegd.

Dit soort aantekeningen, hoe klein ook, kunnen jaren later het verschil maken. Vaak komt dat pas aan het licht als nieuwe technologie beschikbaar komt, zoals geavanceerde DNA-analyse, of als iemand na jaren alsnog een verklaring aflegt. Dan zijn oude, aanvullende gegevens onmisbaar. Toch stelt de Raad van State dat het nut van langdurige opslag ‘niet voldoende aantoonbaar’ is. Dat is strikt genomen lastig te weerleggen. Je kunt nu eenmaal niet voorspellen welk detail over twintig jaar ineens wél belangrijk blijkt. Maar dat het regelmatig gebeurt, dát weten we inmiddels wel. Voorbeelden genoeg, in binnen- en buitenland.
Voor nabestaanden betekent het dumpen van oude, mogelijk cruciale informatie meteen ook het verlies van die laatste strohalm. En opsporingsdiensten vrezen dat ze bij toekomstige onderzoeken misschien net dat ene puzzelstukje tekortkomen, domweg omdat iemand op de deleteknop heeft gedrukt. Het idee dat alle oude gegevens per definitie overbodig zijn, klopt gewoon niet met de realiteit van het politiewerk. Het bewaren van oude gegevens is niet romantisch of nostalgisch, het is praktisch. En vaak noodzakelijk. Soms is het een oude boete, een vergeten proces-verbaal of een naam op een kladblaadje waarmee alles alsnog alles in beweging wordt gezet. Wie dat soort informatie te vroeg wist, neemt bewust het risico dat belangrijke antwoorden voorgoed verloren gaan.
- Adobe Stock