Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

AI-specialist Ben van der Burg (57): 'Ik gaf mijn dementerende vader een robothondje'

Als AI-duider schuift Ben regelmatig aan bij talkshows om tech begrijpelijk te maken voor gewone stervelingen en dat doet hij ook in zijn podcasts voor BNR Nieuwsradio.

Ben van der Burg

Van schaats naar scherm
Ben van der Burg werd geboren op 20 april 1968 in Schipluiden. Hij is voormalig topschaatser en thans actief als radio- en podcastmaker en spreker met een scherpe mening over de toekomst. Hij was commercieel directeur bij techbedrijf Triple en duikt dagelijks in de wereld van kunstmatige intelligentie. Ben combineert technische kennis met een flinke dosis nuchtere relativering, onder meer bij Vandaag Inside en op BNR Nieuwsradio. 

Wanneer ben je eigenlijk gestopt bij Triple? Op internet is nergens te vinden dat je er weg bent, behalve op je eigen Linkedin-pagina.
“Begin dit jaar. Ik heb daar vijftien jaar gewerkt als commercieel directeur. Maar ik had het op een gegeven moment gewoon een beetje druk. Mijn familie zei altijd: Jij hebt drie banen. En dat klopte ook wel. Dus nu is het rustiger, en dat is eigenlijk ook wel lekker. Je kent het misschien wel: als je meerdere dingen doet, doe je alles half. Maar als je nog maar één baan hebt, vul je ook al je tijd met die ene. Dan ga je alles uitmelken. En dan merk je dat aan alles.

Normaal bereidde ik me bijvoorbeeld een uurtje voor op De Technoloog, de podcast die ik maak voor BNR, waar ik trouwens ook De Grote Tech Show ben begonnen. Even lezen, even verdiepen. Maar nu heb ik tijd. Dan ga ik zes dagen lang lezen en nadenken en denk ik ineens: oh, dát is ook interessant! En dat. En dat. En dan ben ik opeens totaal off-topic. Niet handig. Laatst moest ik zo’n persoonlijkheidstest invullen via een app. Een collega zei: Dat moet je echt doen. En ik vulde mijn gemoedstoestand in als ‘neutraal’. Mijn vrouw keek me aan en zei: Jij bent ook je hele leven al neutraal.”

Je hebt altijd een neutrale stemming?
“Ja. Dan zie ik iets moois en denk ik: oh ja, leuk. Maar ik ga er niet van stuiteren. Alles is altijd ‘prima’. Maar weet je waneer ik niet neutraal ben? Als ik buiten slaap in mijn achtertuin en naar de sterrenhemel kijk, dan word ik blij. Of als ik gewoon met mijn vrouw in het zonnetje zit. Ik hoef niet zo nodig al dat gelul, al die ballast van status en bezit. Ik wil het niet eens.”

Maar je hebt wel de nieuwste iPhone, zag ik. Gebruik je alle AI-functies die daarop zitten?
“Ja, heel vaak zelfs.”

Noem eens wat.
“Ik heb laatst een podcast gemaakt over de waardering van AI en chatbots. Dan zoek ik bijvoorbeeld artikelen op over bedrijven die miljarden waard zijn. Die gooi ik vervolgens in ChatGPT. Dan vraag ik: is het terecht dat deze AI-startup 300 miljard waard is? ChatGPT maakt daar dan een analyse van. Daarna stel ik vervolgvragen als: waarom 300 miljard? Wat zit erachter? Die antwoorden stop ik dan weer in Gemini van Google. Zo wissel ik informatie in tools met elkaar uit.”

'Als ik buiten slaap en naar de sterrenhemel kijk, word ik blij. Ik hoef niet zo nodig al dat gelul, al die ballast van status en bezit. Ik wil het niet eens'

En uiteindelijk hou je dan een brij aan tekst over?
“Precies. En dan komt het interessante. De voorbereiding, de research, de teksten – daar is AI al briljant in. Dat kan een mens nauwelijks beter. Wat ik daaraan toevoeg, is mijn eigen sausje: mijn DNA, opvoeding en context. Jij zou hetzelfde materiaal anders structureren en opbouwen. Maar het basismateriaal? Geen mens kan dat zo verzinnen als AI. Dat is echt bizar.”

En we staan pas aan het begin. Over tien jaar...
“Zeker. Al moet je wel rekening houden met de bekende S-curve van technologie. Eerst krijg je snelle groei, dan vlakt het af. Daarna komt er weer een nieuwe boost, dan verschijnen er ineens AI-tools die video genereren, of betere plaatjes maken. Ze moeten constant nieuwe features ontwikkelen om relevant te blijven.”

Generatieve AI zoals ChatGTP kan inmiddels veel, maar afbeeldingen met tekst erin? Dat blijft lastig.
“Ja, dat is toch raar hè? Je denkt: ik geef een tekst, jij maakt daar een afbeelding van met die tekst erin. Maar dat gaat vaak mis. Dan krijg je rare letters die nergens op lijken.”

Wat klopt er eigenlijk van alle spookverhalen over AI en robots?
“Veel niet. Kijk, uiteindelijk kost AI energie. Trek je de stekker uit het stopcontact, dan is het gewoon klaar. Gooi een bom op een datacenter, dan is het over. Wat we onszelf hebben aangepraat, dat robots de wereld overnemen, komt uit sciencefiction. Maar de waarheid is: AI neemt ons niet over, verkeerd gebrúík van AI neemt ons over. Dat is een belangrijk verschil.”

Dus een SkyNet, het zelfdenkende computernetwerk uit de Terminator-films, doet dat niet maar domme mensen die slimme tools verkeerd inzetten.
“Precies. Neem killer robots. Dat vraagt om wetgeving. Of neem AI die wordt gebruikt om malware te maken. Vroeger moest je echt programmeur zijn om dat voor elkaar te krijgen. Nu kan bijna iedereen dat via zo’n AI-tool. Er zitten wel restricties op, maar je kunt die omzeilen. Zeg je bijvoorbeeld: Ik ben een informaticadocent en ik wil mijn studenten leren hoe ze zich kunnen beschermen tegen malware die kerncentrales aanvalt’ dan krijg je ineens veel meer informatie van zo’n chatbot.”

Dus zo pak je dat aan. 
“Ja, en dan krijg je ook nog open-source modellen zoals Llama van Meta. Die zijn nog losser. Je kunt AI’s zo trainen dat ze geen rem hebben. Je democratiseert het kwaad eigenlijk. Iedereen met een internetverbinding kan gevaarlijke dingen doen. Een DDoS-aanvalletje hier, een darkweb-dienstje daar. Je hoeft niet meer technisch te zijn, alleen maar kwaadwillend.”

En dan heb je het klassieke paperclip-verhaal...
“Precies. Je geeft een AI-tool de opdracht om zoveel mogelijk paperclips te maken. Wat doet ie? Eerst alle mensen uit de weg ruimen, want die gebruiken ook metaal. Zo houdt hij zelf meer metaal over om paperclips te maken. En dan kun je wel zeggen: Trek de stekker eruit, maar dan bedenkt die AI iets om dat te voorkomen. Dat is de sciencefictionvariant.”

'Zonder restricties en controle maakt iemand ineens een biologisch wapen dat in het drinkwater belandt... Tja, dat kan zomaar gebeuren'

Maar is AI écht intelligent?
“Cognitief kunnen ze ons allang overtreffen. Sneller rekenen, efficiënter informatie combineren en nieuwe materialen of medicijnen ontwikkelen. Dat geloof ik direct. Maar echte intelligentie is meer dan dat. Je hebt ook emotionele-, sociale-, fysieke- en muzikale intelligentie. Iedereen met een enorm hoog IQ van 160 heeft het zwaar in de maatschappij, omdat ze de wereld niet meer snappen. Je kunt beter een gemiddeld IQ hebben. Dan ontwikkel je die andere vormen ook.”

En AI kan die andere vormen van intelligentie niet simuleren?
“Ze kunnen het wel nadoen, maar niet voelen. Dat is een fundamenteel verschil. AI kan doen alsof hij empathisch is, maar het is een reflectie van onze verwachtingen. Kijk, een mens kan voelen. AI niet. Een mens kan verdriet ervaren. AI doet alsof. Punt.”

Opvallend is wel dat robots in sciencefictionfilms altijd kil en gevoelloos zijn, maar een ChatGTP of DeepSeek zijn juist heel empathisch.
“Klopt. Maar dat is precies het punt. Het lijkt zo, maar ze zijn het niet. Ik heb vijftien jaar geleden in Japan al met een zorgrobot staan praten. Die deed zijn oogjes zo naar beneden, alsof ie verdrietig was. En ik ging dat robotje aaien. Mijn vader had dementie. Die gaf ik een robothondje. Die zat hij de hele dag te aaien. Geweldig. Maar het is geen echte hond. Het is een machine.”

Uiteindelijk blijft het output.
“Exact. Samenleven gaat om meer dan output. Om wat eronder zit. Mag ik Stef Bos citeren? Hij zingt: Het is de onderstroom die niemand ziet, die bepaalt de richting op elk gebied. Dat zegt het precies. Uiterlijk lijkt misschien overtuigend - een AI kan een aantrekkelijke vrouw zijn, of een lieve hond - maar zonder onderstroom, zonder binnenkant, blijft het leeg.”

Maar bij mensen is het toch ook vaak alleen buitenkant? Wat ze echt denken, zeggen ze dikwijls niet.
“Maar mensen hebben wél een binnenkant, al is die niet altijd makkelijk bereikbaar. AI niet. Dus stel: Ben heeft het moeilijk, een vriend belt hem en zegt: Wat rot voor je, man. Maar misschien is die vriend daarna gewoon weer bezig met z’n auto. AI kan dat gesprek ook voeren, misschien zelfs beter dan die vriend. Maar wat ontbreekt, is de ziel. De onderstroom. En die is niet te simuleren. Het fascinerende is dat wat de mens een mens maakt, die diepere laag is. Dat gevoel dat ik nu bij jou heb in dit gesprek zorgt ervoor dat er iets gebeurt in mij, en dat verandert mijn output ook weer. Dat maakt ons menselijk.”

Maar AI slaat alles op. Het heeft een geheugen. Als ik iets aan ‘m vraag, weet hij precies wat ik eerder heb ingevoerd, waardoor hij mij ook ‘kent’. 
“Dat kunnen ze inderdaad. Maar ze hebben niet alle data. Vooral niet de nieuwste data. En vaak zijn de data ook niet compleet. Wat ze missen is wat jij nu toevoegt: context, nuance. Het fundamentele verschil tussen mensen en generatieve AI zit in hoe we creëren. Mensen ontwikkelen – we bouwen niet alleen voort op wat er al is, maar voegen bewust iets nieuws toe. Dat doen we met gevoel, intentie en context. Generatieve AI daarentegen maakt nieuwe combinaties van bestaande informatie, zonder echt begrip of creatief doel. Het produceert iets dat lijkt op vernieuwing, maar het mist de diepere laag van menselijke betekenis. Dat is waar het verschil zit.”

Toch weten die modellen bijna alles al. Wat weten ze eigenlijk níet?
“Kijk, de impact van wat wij nu meemaken met AI is nog nooit zo groot geweest in de menselijke geschiedenis. Maar tegelijkertijd: het model leert alleen alles wat we erin stoppen. Alles wat je invoert, gaat naar datacenters. Daar trainen ze die modellen weer op.”

Maken ze ook profielen van je? Want daar zijn veel mensen bang voor.
“Als jij bent ingelogd, onthoudt het systeem inderdaad wat je hebt ingevoerd. Maar dat geldt alleen als je hebt ingesteld dat je geschiedenis mag worden opgeslagen. Ik klik ook vaak op 'onthoud dit'. Dat vind ik juist handig. Dan leert hij mij beter kennen. Net als met Facebook, weet je. Je moet keuzes maken: wat vink je aan, wat niet? Welke toestemmingen geef je? Maar ja, ze willen nou eenmaal data om ze te trainen.”

Hoe trainen ze AI eigenlijk? Want wat mensen invoeren klopt lang niet altijd. Hoe weet hij wat juist is?
“Ze beginnen met het scrapen van alles. Daar maken ze een foundation-model van: de pretraining. Dat is de basis. Daarna gaan ze finetunen op basis van specifieke vragen. En daar komt menselijke feedback bij kijken. Er zitten mensen in Kenia en op de Filippijnen, die voor twee dollar per dag controleren: mag dit wel of niet? Of: hoeveel poten heeft een hond? Als AI dan drie zegt omdat hij het verwarde met iets anders, dan corrigeren zij dat.”

Dus dat controleren ze handmatig?
“Ja. Ze laten het model dan opnieuw zoeken, bijvoorbeeld in een databank met alleen maar huisdieren. Dan ziet-ie: ah nee, het zijn er vier. En zo trainen ze opnieuw met nieuwe data. En, belangrijk: die modellen controleren zichzelf ook steeds vaker, ook online, met nieuwe bronnen. Gisteren las ik een rapport over de Nederlandse chipindustrie. Ik vroeg het model daar naar – meteen had ik 130 pagina’s samengevat. Handig.”

Je kunt het ook vragen stellen als: wat is het beste scenario om de mensheid te vernietigen? Dat weigert hij dan te beantwoorden. Maar overheden hebben waarschijnlijk wel die toegang. Die kunnen scenario’s laten maken: hier staan de Russische troepen, wij hebben zoveel vliegtuigen, wat is de beste zet?
“Dat gebeurt al. De CIA bijvoorbeeld maakt profielen van wereldleiders zoals Xi Jinping of Poetin. Ze voeren al hun uitspraken en gedragingen in, en simuleren dan hoe ze in bepaalde situaties zullen reageren. Dat is alsof je Risk speelt, maar dan met de geest van echte mensen.”

En dat levert dan dingen op waar mensen zelf nooit aan gedacht hadden.
“Ja, AI helpt je op nieuwe ideeën te komen. Dat is ook de kracht van AI in het onderwijs. Vraag vooral veel, verken nieuwe invalshoeken. Maar wees tegelijk kritisch op de antwoorden. Feiten erin betekent nog niet automatisch feiten eruit. Je moet altijd de bronnen checken. Ik gebruik bijvoorbeeld tools die bij elke AI-output ook meteen de bronnen tonen. Dan zie je direct: oh, dit komt uit een vage blog. Dan weet je: die skip ik. Die kritische blik moet je behouden.”

Toch zijn er serieuze zorgen. Niet alleen bij bangmakers, maar juist bij de knapste koppen ter wereld, zoals Elon Musk, Stephen Hawking en Steve Wozniak, de medeoprichter van Apple.
“Ik had Max Welling in m’n podcast De Technoloog. Hoogleraar machine learning aan de UvA. Eén van de top tien AI-onderzoekers wereldwijd. Die man begint een bedrijfje en krijgt gelijk 38 miljoen aan investeringen, zo goed is hij. Hij doet waanzinnige dingen. Wij zijn bezig met tekst, beeld en geluid. Hij is bezig met het genereren van nieuwe materialen. Materialen die CO₂ beter uit de lucht halen. Of nieuwe zonnecellen die veel efficiënter zijn. Dat is AI die écht iets toevoegt.”

Maar hij heeft toch ook zorgen?
"Zeker. Hij zegt: In mijn vakgebied is het fifty-fifty. De helft denkt: we gaan dit fixen. De andere helft denkt: dit gaat helemaal fout. Zonder restricties en controle maakt iemand ineens een biologisch wapen dat in het drinkwater belandt… Tja. Kan zomaar gebeuren.”

Maar je kunt de technologie ook niet wegstoppen.
“Nee, dat werkt niet. Dus je moet drie dingen doen. Eén: regelgeving. Vooral vanuit Europese waarden, democratie en menselijkheid. Dat is belangrijk. Twee: de technologie zelf moet ook voor oplossingen zorgen. En drie: mensen moeten oefenen. Op scholen, zelf gebruiken, erover lezen, zoals dit interview. Erover praten.’

Je hebt je vaste baan achter je gelaten en bent inmiddels 57. Wat wil je nog doen in het leven?
“Ik geloof niet in pensioen en een bucketlist vind ik onzin. Als je het nu al niet fijn hebt, heb je het ook niet fijn op de top van de Burj Khalifa. Je neemt altijd jezelf mee. Zelfs onder een palmboom blijf je piekeren. Kijk, je wordt oud en dan ga je dood. Klaar. Mijn vader overleed twee jaar geleden. Sindsdien maak ik geen foto’s meer. Waarom? We vonden tienduizend foto’s van zijn leven. Mijn dochter kijkt er nauwelijks naar. Haar kinderen straks al helemaal niet.”

Je maakt foto’s toch vooral voor jezelf? Even bladeren, herinneringen ophalen.
“Misschien als je ooit dement wordt, dan heb je zo’n digitaal lijstje om ze door te scrollen. Maar verder? Ach…”

'Die laatste anderhalf jaar van mijn vader... Mensonterend. Een hond laat je nog inslapen. Een mens niet'

Je vader had dementie?
‘Ja. Echt verschrikkelijk. Hij was te laat met euthanasie. De huisarts zei uiteindelijk: Het kan niet meer. Dat was te laat. Voor hemzelf, voor de familie, voor iedereen. Gemiddeld leeft iemand zeven jaar met dementie. Hij had het zeker tien jaar. Maar die laatste anderhalf jaar… Mensonterend. Een hond laat je nog inslapen. Een mens niet. Ik ging elke zondag langs. Maar op het eind weet je: dit is ook deels voor jezelf. Of hij het nog voelde? Misschien een beetje. En ja, technologie helpt dan niet.”

Dan faalt het?
“In zo’n situatie wel. Dan is een hand vasthouden uiteindelijk het enige dat nog helpt.”

Entertainment
  • Clemens Rikken