Lagere straffen in zwembadmoord Jan Elzinga door fouten Openbaar Ministerie in kroongetuigedeal

De zaak draait om de moord op de 40-jarige Jan Elzinga. Hij werd in 2012 doodgeschoten voor de deur van een zwembad in het Groningse Marum. Schutter Pascal E. en zijn handlanger Willem P. werden veroordeeld tot respectievelijk 15 en 20 jaar cel voor de moord.

Na zijn veroordeling sloot P. een deal met het Openbaar Ministerie en werd hij kroongetuige. In ruil voor strafvermindering verklaarde hij dat de schoonfamilie van Elzinga de moord op touw had gezet. De kroongetuige beweerde dat de schoonfamilie het slachtoffer wilde doden vanwege huwelijksproblemen en beschuldigingen van mishandeling.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Fouten bij inzet kroongetuige

Al snel bleek dat P. een onbetrouwbare kroongetuige was. Tijdens het proces kwam naar voren dat hij had gelogen over belangrijke details en zelfs met bewijs had geknoeid. Zo bewerkte hij sms-berichten om zijn verhaal te versterken. Het gerechtshof oordeelde dat de kroongetuige onbetrouwbaar was en dat het OM onvoldoende informatie had gedeeld over deze twijfels.

De fouten rondom de kroongetuigedeal hebben invloed gehad op de uiteindelijke straffen. De rechter verlaagde de straffen voor de betrokkenen in hoger beroep. De schoonfamilieleden van Elzinga, die eerder werden veroordeeld tot 20 jaar, kregen nu een lagere straf van 14 jaar. Een vierde verdachte werd veroordeeld tot 6 jaar cel.

Gebrek aan regie en expertise bij OM

Een onderzoekscommissie heeft geconcludeerd dat de fouten in de zaak te maken hadden met een gebrek aan kennis en ervaring bij het Openbaar Ministerie met kroongetuigedeals. Er was te weinig overleg en er werd onvoldoende informatie gedeeld tussen verschillende afdelingen binnen het OM en de rechter-commissaris. Dit leidde tot misverstanden en onduidelijkheden in het onderzoek en de rechtszaak.

De commissie adviseerde om in de toekomst bij elk kroongetuigetraject een regisseur aan te stellen. Deze regisseur moet de leiding nemen over het proces en ervoor zorgen dat alle betrokkenen goed communiceren. Ook werd geadviseerd om kennis en ervaring met kroongetuigedeals beter te delen tussen verschillende delen van het OM.