/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FSzqhNOhU4Gj3lJ1745501110.jpg)
Plotseling was er dus ook een eerste Nederlandse slachtoffer. Onder de microscoop zagen de artsen van Wout Holverda begin 2022, vlak na zijn overlijden, dat hun vermoedens klopten: de oud-prof, in zijn jaren bij Sparta een geweldige kopper, had inderdaad aan CTE geleden: Chronische Traumatische Encefalopathie. Als allereerste voetballer van Nederlandse bodem.
Voor het ziekenhuis betekende dat nieuw, en alarmerend, terrein. CTE leek toch vooral iets van de Amerikaanse sportwereld, een aandoening die bij American football hoort. Dáár krijgen sporters dementie door hersenletsel. Letsel dat wordt veroorzaakt door hun sport. Maar krijgen voetballers dat ook? Dat is in Nederland tot aan Wout Holverda’s diagnose nooit vastgesteld. En dat kan ook niet, want CTE slaat zo diep in de hersenen toe dat het bij ‘levende’ hersenen niet te zien is. Dat kan pas na de dood van een patiënt, van wie het brein dan meteen moet worden onderzocht.
Wout Holverda is voorlopig dus de enige definitieve patiënt. Maar bij heel veel overleden spelers zijn er volop vermoedens gerezen. Van Wim Jansen tot Ruud Geels. Zeker weten doet niemand dat, want achteraf diagnosticeren kan niet: hersenen moeten zo snel mogelijk na het overlijden worden bekeken. De geruchtmakende CTE-onderzoeken, zoals het onderzoek in Schotland, zijn ook in de Nederlandse sportwereld opgemerkt. Maar het gevaar van koppen lijkt desondanks dé olifant in de kamer van de voetbalsport.

De KNVB wijst op de hiaten in de onderzoeken: zolang we niet weten wat één kopbal aan schade toebrengt, moeten we geen overhaaste conclusies trekken. “Wat er precies in het brein gebeurt, weten we niet,” stelt bondsarts Edwin Goedhart in het pas verschenen boek Mijn hoofd doet gek, over koppen en hersenschade. “Ik vind ook dat het onderzoek uit Schotland ons wel aan het denken zet. Het zou heel raar zijn als het dat niet zou doen. Natuurlijk wordt er echt wel over nagedacht. Maak ik me zorgen? Ja, ik vind wel dat ik het recht heb om me zorgen te maken. Maar zeg ik dan dat we met het hele koppen moeten stoppen?”
De hoog aangeschreven Nederlandse neurowetenschapper Magdalena Ietswaart stelt dat die insteek haar aan het roken doet denken. ,,We weten nog steeds niet wat één sigaret veroorzaakt. Maar dat roken de kans op longkanker vergroot, daar zijn we het allemaal over eens.” Zelf doet ze ook onderzoek naar koppen. Ze liet een groep spelers tijdens meerdere sessies twintig keer achter elkaar een bal koppen die door een machine werd afgevuurd. Dat leverde pittig bewijs op. Het geheugen van deze spelers bleek na die sessies tijdelijk tussen de 41 en 67% minder te presteren.
Robin Holverda: ‘Ik vind het mooi dat er nu zoveel aandacht voor is, maar je wéét dat ze koppen niet uit de voetballerij gaan halen. Dat gaan ze gewoon niet doen’
Terug naar de familie Holverda. Wout Holverda's zoon Robin kan absoluut niet tegen onrecht. Dus, vindt hij, moet zo snel mogelijk aan voetballers worden verteld wat de risico's zijn. Daar voert hij ook een gevecht voor. Hij vertelde er zelfs over in talkshows op tv. Zijn vader was zijn alles. Zijn dood moet ergens goed voor zijn geweest, hoopt hij. “Ik vind het wel mooi dat er nu zoveel aandacht voor is in de media, hoor,” zegt Robin als hij even pauze heeft in de tattooshop waar hij werkt. “Alleen: je wéét dat ze koppen niet uit de voetballerij gaan halen. Dat gaan ze gewoon niet doen.”

Meer slachtoffers
Er moeten eerst nog meer slachtoffers vallen, denkt hij, voor er iets gebeurt. “Stel nou dat er meer voetballers na hun dood deze diagnose krijgen. Dan gaat er misschien iets veranderen. Aangepaste spelregels, bijvoorbeeld.” Robin zucht en haalt zijn schouders op. “Je kan er wel een strijd van gaan maken, maar dan wordt het een heel lange strijd.” Alleen: dat is buiten hem gerekend. Want de zoon van Wout laat van zich horen.

“Ik wil dat mensen van deze risico's weten. Kijk eens naar Luuk de Jong van PSV. Misschien zit ie er over twintig jaar wel als een kasplantje bij. Dan staat de wereld op zijn kop. Maar de KNVB heeft er in eerste instantie de handen van afgetrokken. De bond wilde er niets mee te maken hebben. En dat snap ik ook. Voetballen zonder koppen lijkt me een moeilijk verhaal. Maar maak het dan bekend aan de jonge spelertjes die bij bijvoorbeeld Ajax komen voetballen. Vertel ze over de risico's. En zeg nou zelf: wat maakt het nou uit of die jongens tien of twintig ballen per week koppen? Zet gewoon een clausule in het contract. Dat is in principe al voldoende. Op een pakje sigaretten staat toch ook dat je van roken kanker kunt krijgen? Wat is het dan voor moeite om aan te geven dat je op moet letten met kopballen omdat die hersenbeschadigingen kunnen veroorzaken?”'
Dat is wat zijn vader zou hebben gewild, zegt hij. ''Pa heeft altijd anderen willen helpen. Hij vond ook: laat ze naar deze risico's kijken. Omdat het in zijn eigen kop niet goed zat. Dat zou hij nu nog willen, dat weet ik zeker. Voetbal was zijn leven, maar dat koppen kon hij later wel vervloeken.”

Miljoenen moeten zijn vader in zijn actieve jaren hebben gezien in de zondagse samenvattingen van Studio Sport. “Heel gek, maar toen de jaren vorderden, had hij het daar zelf ook steeds vaker over. Ik ben Wout Holverda, ik ben voetballer geweest, zei hij dan. Hij was zó bang om te worden vergeten. Nu denk ik: toen moet er iets mis zijn gegaan, in die hersenen. Anderen zullen in het begin weinig in de gaten hebben gehad. Alleen: toen ik na zijn dood zijn telefoon vond, zag ik ook dat hij op een dag 110 keer met 112 had gebeld. Ja, dat doe je niet als het goed met je gaat in je hoofd.”
Holverda zelf reageerde bozig toen hem de vermoedelijke diagnose CTE werd verteld. “Dat komt echt door het koppen,’ zei hij. Ik geloofde hem. Dat het hem pijn deed, weet ik wel zeker. Want hij was angstig. Hij belde mij eens honderd keer achter elkaar op. Net als toen hij op een dag ook eens honderd keer naar 112 belde. Dan zeggen ze wel: deze patiënten beseffen het in die latere fases niet goed meer. Nou, dat hij ziek was besefte hij toen nog wel degelijk, hoor.”
In een filmpje uit 2017 voor Alzheimer Nederland bevestigde Holverda dat ook zelf. “De toekomst is voor mij gewoon één groot zwart gat. Natuurlijk, ik moet er gewoon niet bij stil blijven staan, anders word ik gek. En dat wil ik niet.”

Dementie is een wreed lot. Holverda weet in de slotfase van zijn leven niet meer waar hij het zoeken moet. “Dan zit ik alleen in m’n kamer en schreeuw ik: verdomme, waarom weet ik het niet meer,” zei hij vijf jaar voor zijn dood. “Ik vind het zo waardeloos om alles te vergeten.”
“Op Hemelvaartsdag in 2019 trof ik mijn vader heel angstig en verdwaasd aan,” zegt Robin. “Dat zijn zúlke nare momenten om mee te maken. Ik vind het mensonterend. Niet scheren, weinig wassen. Ik ben een keer heel erg uit mijn dak gegaan daar. De tafels gingen bijna door de lucht. Maar ik heb me uiteindelijk toch ingehouden. Ik zag mijn vader incontinent worden. Ik wilde hem ophalen, maar hij bleek in zijn broek te hebben gepoept. Dat was het grootste dieptepunt voor mij.”

Vaderskindje
Een paar dagen later. Op een zonnige lentedag is Wouts dochter Melissa Holverda in haar tuin bezig. Ze is altijd een vaderskindje geweest, vertelt ze. Als ze vlak voor zijn dood in 2019 in zijn laatste uren bij hem zit, ontroert de gedachte aan haar jeugd haar. Die emotie met haar vader delen is geen optie meer. “Contact met hem krijgen, op knijpen in onze handen na, was definitief onmogelijk geworden.” Er volgde een laatste opleving, vertelt ze dan. “Enkele dagen later was er weer enig contact en antwoordde hij met korte woorden terug. We zongen samen de Sparta Marsch. Hij maakte het zachtjes af: SP-AR-TA.”
Zien hoe hij aan het vechten was maakte het verdriet echter groot. “De volgende nacht en ochtend raakte hij in een diepe slaap en werd contact weer onmogelijk. Hij was te verzwakt, zo leek het, te uitgeput van het vechten. De onmacht: dat is een onbeschrijfelijk gevoel.” De lijdensweg van haar vader heeft diepe sporen nagelaten. Ze klinkt beduusd en verdrietig. “Je hebt maar één stel hersens. Mijn vader is een van de vele wetenschappelijk bewezen voorbeelden van voetballers bij wie het fout ging. Het ging op latere leeftijd mis, maar hij was nog zó jong.” Wout Holverda werd 63 jaar oud.

“Ik ben geen complotdenker,” zegt de voorzitter van de spelersvakbond, Evgeniy Levchenko, over de kwestie in het boek Mijn hoofd doet gek. “Maar ik merk wel dat de grote instellingen, instanties zoals de FIFA en de UEFA, hier veel te soepel mee omgaan. Er zijn wat dingen veranderd hoor, dat zie ik ook wel. Maar je kan dit leed niet voorkomen met heel simpele aanpassingen, zoals lichtere ballen maken of anders leren koppen.” Zijn stelligheid valt op. “Volgens mij is uit verschillende onderzoeken genoeg gebleken dat koppen best veel schade toebrengt. Dit is de manier waarop het eigenlijk aan voetballers wordt verteld: ach, het is weer snel hersteld. Maar als je voortdurend zulke schade oploopt, dan heb je blijvende schade.”
Daar, zegt hij, is dus genoeg bewijs voor. Zijn stelling is de scherpst denkbare: we moeten in het voetbal stoppen met koppen. “Ik vind echt dat de regels veranderd moeten worden. Daar ben ik heilig van overtuigd.”
Zo scherp stelt de familie van Wout Holverda het niet. “Definitief stoppen met koppen hoeft van mij ook niet eens,” zegt zoon Robin voor de tattooshop. Hij pleit vooral voor waarschuwingen. “Dingen die ongemakkelijk zijn, moet je met elkaar bespreken,” zegt Mohammed Mohandis, Kamerlid van GroenLinks-PvdA. Hij zit in zijn werkkamer in Den Haag, in de Tweede Kamer. Mohandis stelde Kamervragen over deze ‘alarmerende’ kwestie. Die vragen moeten nog worden beantwoord.
“Hier is meer aan de hand. Dat ben ik nu aan het benoemen. De afgelopen tijd is er veel meer kennis opgedaan en hebben er veel meer onderzoeken plaatsgevonden. Die onderzoeken staan op gespannen voet met hoe we iets gewend zijn te doen. In dit geval: voetballers laten koppen. Ik stel nu aan de minister de vraag: is hier iets aan de hand? Op die manier creëren we bewustzijn. En laat ik eerlijk zijn: ik zie zelf nu al dat de jongere generatie op het veld de vraag stelt: waarom doen we dat eigenlijk, dat koppen? De Kamervragen die ik gesteld heb dragen bij aan het bewustzijn.” Ook coalitiepartij NSC, de partij van Pieter Omtzigt, is met het thema bezig. “Het eerlijke verhaal is dat ik zelf ook nog niet precies de oplossing weet, hoor,” zegt Mohandis. “Dit is voor mij ook een zoektocht.”
Het is aftasten geblazen. Spreken over een verbod op koppen hoort daar volgens Mohandis niet nu al bij. “Nu denk ik vooral: hoe houden we deze bal aan het rollen?” In Den Haag regeert de waan van de dag. Een onderwerp dat de ene dag belangrijk is, kan een dag later alweer vergeten zijn. Maar er komt een sportdebat in de Tweede Kamer aan, in juni. “Dan moet dit onderwerp echt op de agenda staan. Er hangt nu een soort taboesfeer om dit onderwerp heen: daar moet het uit weg.”

Eén veelgehoord misverstand wil hij alvast wel ophelderen. “We willen in Den Haag allemaal dat kinderen blijven bewegen en sporten. Maar ik zie daar helemaal geen tegenstrijdigheden in. We willen juist dat mensen gezond sporten en gezond zijn. Daarom ben ik ook zo kritisch over de aanpak van dit gevaar tot nu toe. Hoe beweegt dit zich eigenlijk, in de voetballerij? Dat vraag ik me af.”
'Dan zit ik in m'n kamer en schreeuw ik: verdomme, waarom weet ik het niet meer,' zei Wout Holverda vijf jaar voor zijn dood. 'Ik vind het waardeloos om alles te vergeten'
‘Grootste nonsens’
“Ach, hier hebben we het nu even over,” voorspelde Theo Janssen, ooit Ajacied en international, dit voorjaar alvast knorrig in NOS Studio Voetbal. “Over een half jaar hoor je hier niets meer over.” Janssen moest er weinig van hebben. “De grootste nonsens,” zegt Kamerlid Mohandis. “Sommigen nemen dit onderwerp niet serieus en maken het dan belachelijk door het in een ander frame te plaatsen.”
Lacherig worden er daarom laconieke dingen gezegd: dan moeten voetballers maar helmen op, zo is een van de veelgehoorde opmerkingen. Het antwoord is overigens nee. Helmen beschermen de schedel, niet zozeer de hersenen. “Ik waak voor die lacherige houding. Ik vind dat je heel serieus naar het onderwerp moet kijken.” Melissa Holverda zat die die avond thuis op de bank. Ach die Theo toch, dacht ze. “Ik dacht echt: Theo, ik spreek je over twintig jaar nog wel een keer.” Vecht ze voor gerechtigheid? Lang is ze stil, zittend in de zon. “Deels, denk ik. Maar dit moet vooral een wijze les zijn.”

Ze hoopt vooral op bewustwording, concludeert ze als ze opstaat om verder te werken. “Ga toch voorzichtiger met je hoofd om! Toen we net hoorden wat er met Wout aan de hand was heb ik het echt verzucht: meen je dat nou? Ik voelde eerst vooral ongeloof. Maar mijn vader zei meteen: Zie je nou wel? En nadat hij zo hard achteruit ging werd dat besef ook bij mij groter. En dan raak je wel gefrustreerd hoor, als dochter. Want godverdorie, waarom wisten we dit toch niet eerder? En we wisten dit eerder. Want al tientallen jaren geleden is hier voor het eerst voorzichtig weet van, zo heb ik gelezen. Er is alleen lang niets met die kennis gedaan. En er is vooral net gedaan of het gevaar er niet is. Nou, dat is ons als familie duur komen te staan.”
‘Niets gehoord van KNVB’
Het verhaal van Wout Holverda is niet onopgemerkt gebleven. Zijn lot is alom bekend. Tot in politiek Den Haag aan toe. Maar, zegt dochter Melissa: “We hebben na pa's dood nooit iets gehoord van de KNVB.” Dat frustreert haar misschien nog wel het meest. Want Holverda werd toch echt een keer geselecteerd voor Oranje. Daar was hij trots op. “Ik heb het idee dat de KNVB er de vingers niet aan wil branden.” Dat is behoorlijk ongemakkelijk, vindt Melissa. “Ik voel het ongemak van de bond, ja.”
Aan de Schotse onderzoekers zal het niet liggen. “We hebben als onderzoekers altijd geprobeerd een goede relatie met de sportwereld te onderhouden,” zegt professor Wille Stewart in het boek Mijn hoofd doet gek. “Als we aan één kant van het hek gaan staan schreeuwen naar de andere kant, hard roepend hoe slecht de voetbalwereld dit aanpakt, dan gaat die voetbalwereld echt niet zomaar de manier van denken en werken aanpassen. Dus proberen we met de voetbalwereld in overleg te gaan en nuchter te praten over de tekenen die we zien en de research die we doen. Op een redelijk pragmatische toon, waarvan we denken dat die de voetbalwereld mee kan krijgen.”
Kamerlid Mohandis knikt als hij over de gevoelens van zoon en dochter Holverda hoort. “Dit onderwerp mag nu zeker geen stille dood sterven. Dat zou deze situatie echt geen recht doen.”
- ANP, Paul Tolenaar