Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Duivelse dokters: de gruwelijkste experimenten van homogenezers, nazi-artsen én de CIA

Van mensen besmetten met dodelijke ziekten tot brute ‘homotherapie’: dit zijn zes van de meest zieke experimenten ooit – allemaal in naam van de wetenschap.

Duivelse dokters: de gruwelijkste experimenten van homogenezers, nazi-artsen én de CIA

De Tuskegee Studies

Honderd jaar geleden gold syfilis nog als een van de dodelijkste ziekten ter wereld. Zeker in Amerika, waar een op de tien mensen met deze nare soa rondliep. In hun zoektocht naar een medicijn gingen wetenschappers ver om zoveel mogelijk over syfilis te weten te komen. Heel ver. In 1932 koos de Amerikaanse overheid ervoor de arme, zwarte gemeenschap van Alabama te slachtofferen voor een reeks gruwelijke experimenten.

600 proefpersonen, alleen maar zwarte mannen, werden gelokt om deel te nemen aan een ‘speciaal programma’, dat hen zou helpen genezen van hun bad blood, een term die destijds vaak werd gebruikt voor alle mogelijke ziekten en kwaaltjes. Bovendien werden de deelnemers gratis medische zorg én mooie beloningen beloofd, zoals een uitvaartverzekering.

Wat de proefpersonen niet wisten was dat 201 van hen gezond waren en de overige 399 mannen aan syfilis leden. En evenmin dat zij in een onmenselijke proef waren beland waarin de doodzieke mannen opzettelijk niet werden behandeld, puur om te bepalen hoe syfilis reageerde op zwarte mannen.

Zelfs toen in 1947 een medicijn voorhanden kwam, kregen de zieke proefpersonen deze niet toegediend. Met alle gevolgen van dien. Terwijl bij de patiënten hevige complicaties ontstonden - tumoren, hartziekten, verlammingen, blindheid, krankzinnigheid - noteerden de witte wetenschappers langs de zijlijn driftig hun waarnemingen. De Tuskegee Studie van Onbehandelde Syfilis bij de Neger Man eindigde pas weer in 1972, veertig (!) jaar na de start.

De deelnemers aan de Tuskegee Studie aan het infuus.

Onderaan de streep kwamen 28 proefpersonen door syfilis om het leven; nog eens honderd stierven aan de complicaties hiervan. Zij stierven voor niks: de resultaten werden onbruikbaar geacht. De nabestaanden moesten het doen met een gezamenlijke 10 miljoen dollar aan schadevergoedingen en een verontschuldiging van president Bill Clinton. Die kwam pas in 1997.

To our African American citizens, I am sorry that your federal government orchestrated a study so clearly racist. That can never be allowed to happen again.” Dat veranderde overigens niets aan het wantrouwen onder de zwarte Amerikanen jegens hun overheid, een breuk die tot op de dag van vandaag blijft doorsijpelen.

Mede vanwege de Tuskegee Studie vermoedden veel Afro-Amerikanen nog altijd dat hun eigen regering het hiv-virus in Afrika verspreidde om het Afrikaanse ras uit te roeien én dat de CIA crack-cocaïne introduceerde in zwarte wijken, om de bevolking uit te dunnen. Positief staartje: de gruwelen van de Tuskegee Studie leidde wel tot een betere bescherming voor deelnemers aan medische experimenten, met name voor etnische minderheden en kwetsbare groepen.

Guatemalteeks syfilisexperiment

Het kan altijd erger. De onderzoekers van het Tuskegee-experiment besloten mensen die al dodelijk ziek waren niet te behandelen, maar in een soortgelijke proef in Guatemala werden gezonde mensen eerst besmet met dodelijke soa’s om hen daarna als proefpersonen te gebruiken.

In 1946 wilden de Amerikanen meer weten over het effect van penicilline, een nieuw medicijn tegen syfilis. President Truman sloot de handen ineen met zijn collega in Guatemala, president Juan José Arévalo en lanceerde een onwerkelijk experiment: met syfilis en gonorroe besmette prostituees betalen om seks te hebben met niet-besmette klanten, voornamelijk gevangenen, psychiatrische patiënten en jonge soldaten in Guatemala, om vervolgens een deel van hen te behandelen en een deel van hen te laten lijden.

De wetenschapper John Charles Cutler moest dit scenario in goede banen leiden. Hij liet 1300 nietsvermoedende mensen besmetten, het merendeel via de prostituees. Anderen kregen gewoon een directe inenting. Slechts 700 proefpersonen kregen penicilline; 600 pechvogels mochten ziek blijven. Zo konden de onderzoekers precies zien hoe veel beter de behandelde zieken zich voelden.

Veel kennis leverde deze test niet, wel 83 doden. Mensenrechtenactivisten eisen nog altijd compensatie voor hun nabestaanden, maar voor zover bekend is dat nooit gebeurd. Formele excuses van de Amerikaanse overheid wel. Die kwamen er in 2010, 64 jaar na de gedoemde experimenten.

De nazi-experimenten

In 2023 verscheen De poppenspeler van Mengele, het zoveelste boek over de wanpraktijken van nazi-artsen tijdens WOII. De naam in die titel verwijst naar Josef Mengele, de medische beul die vanwege zijn activiteiten in Auschwitz de bijnaam ‘Engel des Doods’ kreeg.

In dat beruchte concentratiekamp was Mengele verantwoordelijk voor de selectie van gevangenen na aankomst op het treinperron, het toezicht op de vergassingen en vooral de beestachtige experimenten die op de ‘Untermensch’ werden verricht.

SS-officieren met links van hen Josef Mengele.

In een ander boekwerk genaamd Josef Mengele, nazi-arts: Zijn leven en misdaden komen meerdere getuigen aan het woord. Een passage daaruit: “Een keer marcheerden de vrouwen langs Mengele toen zijn oog viel op een 17-jarig meisje met een welgevormde, grote boezem. Hij beval onmiddellijk dat er een tafel voor hem klaargezet werd en voerde vervolgens een tamelijk hardhandig gynaecologisch onderzoek uit bij het meisje.

Een overlevende van deze gebeurtenis, Helen Twersky, vertelt dat Mengele zich chirurgische instrumenten liet brengen. Met deze instrumenten ging hij haar inwendige geslachtsorganen binnen, terwijl het meisje gilde en het bloed uit haar stroomde. Mengele verklaarde dat ze zwanger was en stuurde haar samen met de andere vrouwen die hij uitgekozen had naar de gaskamer.” 

Mengele, die tot aan zijn dood in 1979 nooit begreep waarom mensen hem wilde vervolgen voor zijn ‘revolutionaire werk’ was lang niet de enige. Het nazi-imperium telde honderden van dit soort artsen, die met hun gruwelijke medische experimenten carrière wilden maken of wetenschappelijke doorbraken wilden forceren.

De dokter Claus Carl Schilling infecteerde Joodse priesters en predikanten met malaria en andere tropische ziekten en propte deze patiënten vervolgens vol aspirine, kinine en andere preparaten. Puur om te testen of deze slachtoffers nog te genezen waren.

Dokter Hertha Oberheuser, een van de weinige vrouwelijke nazi-artsen, ging een stapje verder: zij injecteerde gifstoffen in haar Joodse proefpersonen. In andere kampen kregen gevangenen zelfs tuberculose ingespoten, om te bepalen hoe het Derde Rijk zichzelf tegen deze dodelijke ziekte kon beschermen.

Om te bepalen hoelang echte piloten in ijskoud water konden overleven, werden Joodse krijgsgevangenen in dikke pilotenpakken onder water gehouden. Degenen die deze proef overleefden, werden meteen geslachtofferd voor het tweede experiment: hoe warm je deze mensen zo snel mogelijk weer op? Sommige gevangenen moesten dagenlang zeewater drinken, totdat zij bezweken door uitdroging. Zo wisten de nazi’s hoelang hun gecrashte piloten het ongeveer zouden uithouden op zee na een crash.

In een andere beruchte test werden de borsten van Joodse moeders afgebonden met touw, zodat de SS-artsen konden zien hoelang het duurde voordat hun baby’s zouden verhongeren. Genetische en racistische sterilisaties, kunstmatige inseminaties en experimenten op tweelingen en mensen met een klein postuur stonden eveneens op lugubere agenda van de nazi’s.

De meeste betrokken artsen hielden, net als Josef Mengele, tot hun hele leven vol dat zij op alle vlakken correct hadden gehandeld, in naam der wetenschap.

Project MK-ULTRA

Aan het begin van de Koude Oorlog wisten de Amerikanen het zeker. De Russen zouden een nieuw soort wapen hebben ontwikkeld: mind control over de vijand. Het was hen gelukt mensen te brainwashen en onbreekbare superspionnen te kweken. Een techniek waarmee zij bovendien ook Amerikaanse spionnen konden breken en de geheimen konden laten delen.

De CIA kon uiteraard niet achterblijven en lanceerde het tamelijk belachelijke project MK-ULTRA. De missie: een waarheidsserum kweken om vijanden zoals de Cubaanse leider Fidel Castro zodanig te controleren dat hij zou doen wat de CIA hem zou opdragen. “Zelfs als dat tegen zijn eigen wil ingaat.”

En om willekeurige Amerikanen en Canadezen te ontvoeren en hen op iedere denkbare manier te breken om ze daarna om te bouwen tot controleerbare ‘superagenten’: mensen die moorden konden plegen en niet zouden worden beïnvloed door vijandelijke ondervragingen. 

Vanaf dat moment was geen Amerikaan veilig voor MK-ULTRA. Studenten die zich inschreven voor medische onderzoeken om een zakcentje bij te verdienen, maar ook mensen die simpelweg naar hun huisarts of ziekenhuis moesten, liepen soms zo in de val.

Berucht is het verhaal van Velma Orlikow, een nietsvermoedende Canadese moeder, die in 1957 voor een behandeling van haar postnatale depressie naar haar huisarts ging. Orlikow werd niet behandeld voor haar depressie, maar wel door CIA-agenten volgestopt met LSD.

“Ik dacht dat mijn botten smolten. De hele kamer leek misvormd,” blikte de vrouw jaren later terug op haar nachtmerrie, die zich afspeelde in het Allan Memorial Institute. “Ik wilde alleen maar schreeuwen dat ik daar weg wilde. Ik zag eekhoorns buiten en dacht: dat zijn geen eekhoorns, ik ben de eekhoorn – ik zit in deze kooi en kan niet weg.”

Orlikow kreeg niet één, niet twee, maar 14 keer LSD toegediend en werd vervolgens doorverwezen naar een psychiater. Dat was geen goed nieuws: ook deze man had een geheime deal gesloten met de CIA. De psychiater probeerde met nog meer drugs, maar ook met elektroshocks en manipulatie, nietsvermoedende patiënten als Orlikow verder te hersenspoelen.

De hoop van de CIA was dat deze dolgedraaide patiënten uiteindelijk hun bevelen blindelings zouden opvolgen. In feite gaf het krankzinnige project alle betrokken psychiaters – en dat waren er nogal wat - groen licht om maar te doen wat ze wilden. Patiënten met zware depressies kregen soms twee tot drie keer per dag een elektroshock, een behandeling die zo heftig was dat veel proefpersonen ervan in coma raakten.

De schoktherapie moest de hersenen van deze patiënten resetten om daarna te kunnen ombouwen tot superagenten, maar veel meer dan kasplantjes werden ze niet. Robert Logie, een ander slachtoffer van MK-ULTRA, kon zijn verblijf in het gevreesde Allan Memorial Institute ook navertellen.

“Ik kreeg voortdurend schokken, ook als ik sliep. En ze speelden cassettes af. Cassettebandjes bedoeld om mijn psyche te breken. Urenlang moest ik luisteren naar een stem die herhaalde: Je moeder haat je.”

Veel van Logies lotgenoten probeerden tevergeefs uit het experiment te ontsnappen. Een enkeling wierp zichzelf uit pure wanhoop van het dak af. 

In het Allan Memorial Institute in Montreal vonden bizarre experimenten plaats.

In de jaren 60 achtte de CIA de testresultaten teleurstellend en besloot het de boel op te voeren. In grote steden als New York en San Francisco werden safe houses opgetuigd, waar vooral op drugsverslaafden en prostituees werd getest. Zij werden gelokt met onderdak, voedsel en drinken, maar kregen wederom krankzinnige hoeveelheden LSD toegediend. Met die drug dacht de CIA een soort wondermiddel in handen te hebben.

Via doorkijkspiegels en bewakingscamera’s hielden de wetenschappers het proces in de gaten. Maar ook na vele jaren van deze gruweltesten bleef MK-ULTRA teleurstellen. De ‘superspionnen’ kwamen er niet. Doorgedraaide junks, psychisch verwoeste slachtoffers en talloze trauma’s wel.

Pas na twintig jaar werd het experiment opgeschort. De CIA vernietigde iedere laatste memo van MK-ULTRA en snoerde klokkenluiders hardhandig de mond. Van zeker één criticus, een bioloog genaamd Frank Olson, wordt aangenomen dat hij er niet zelf voor koos om uit het raam van zijn hotelkamer op dertien hoog te springen, maar dat de CIA hem ‘opruimde’ zodat hij geen geheimen over MK-ULTRA zou onthullen.

In 1974, een jaar na het einde van het project, kwamen die geheimen toch aan het licht, toen een journalist erover schreef in The New York Times. Een onafhankelijke commissie werd ingesteld om de ongekende omvang van MK-ULTRA in kaart te brengen.

Dat was onbegonnen werk. Het bewijs is vernietigd en alle betrokkenen ontkennen schuld. Van alle slachtoffers die zich sindsdien hebben gemeld, ontvingen slechts 127 van hen een schadevergoeding. In 1984 ging de inmiddels gepensioneerde Sidney Gottlieb, die het experiment leidde, op de koffie bij de familie van Frank Olson, de bioloog die hij in 1953 liet vermoorden.

Tegen de zoon van Olson sprak hij koudbloedig: “Je vader en ik leken op elkaar. We deden dit uit patriottisme voor de Verenigde Staten. En we gingen allebei een beetje te ver en deden dingen die we niet hadden moeten doen.” 

The Aversion Project

In de jaren 70 en 80 was het voor Zuid-Afrikanen absoluut geen pretje om iets anders dan hetero te zijn. De regering beschouwde homoseksuelen en lesbiennes destijds als ernstig zieke mensen die noodgedwongen moesten worden behandeld.

Pogingen daartoe werden gedaan in Voortrekkerhoogte, een militaire basis in Pretoria. Specifiek op de beruchte ‘Afdeling 22’, waar een psychiater met de bijnaam ‘Dr. Shock’ de scepter zwaaide. Deze Aubrey Levin zou later in zijn leven worden opgesloten voor zijn seksuele wandaden, maar vanaf 1969 probeerde hij Zuid-Afrikaanse homoseksuelen en lesbiennes ‘om te buigen’ tot ‘gezonde hetero’s’.

Dat gebeurde met zogeheten aversietherapietechnieken, een duur verzamelwoord voor de meest idiote experimenten en handelingen. Zo werden homoseksuele mannen gedwongen naar pikante foto’s te kijken van andere mannen. Zodra er bij de proefpersoon iets begon te tintelen, kreeg hij van de onderzoekers een elektrische schok toegediend.

Hoe meer opgewonden de proefpersonen raakten, hoe heviger de stroomstoot. Na dit akelige proces werden sexy foto’s van vrouwen getoond, in de hoop seksuele opwinding op te roepen. 

Uiteraard dienden deze gruwelpraktijken geen enkel nut. Maar in plaats van The Aversion Project te stoppen, besloten machtige mannen als Levin andere trucjes uit te proberen. Hormoontherapie, om maar wat te noemen.

Voordat hij in 1999 zelfmoord pleegde, deelde de homoseksuele soldaat Jean Erasmus zelfs hoe hij door zijn officieren werd gedwongen deel te nemen aan de groepsverkrachting van Angolese vrouwen. Ook werd deze Erasmus door Levin chemisch gecastreerd, nog zo’n horrormethode die veelvuldig werd ingezet. Zeker 900 homoseksuele mannen, grotendeels onder de 24 jaar, kregen een chirurgische ingreep, waarbij hun geslachtsdelen overhoop werden gegooid.

De operatie mislukte vaak of werd niet afgemaakt, waardoor veel slachtoffers overleden of met een onvolledig lichaam achterbleven. Toen het omstreden project eindelijk werd afgeschaft, kwamen voor deze mensen geen medische of psychologische vervolgafspraken. Velen vervielen in zware depressies en pleegden zelfmoord.

De ZuidAfrikaanse psychiater Aubrey Levin, bijgenaamd Dr. Shock.

De grote boeman, Dr. Levin, emigreerde in 1995 net op tijd naar Canada, voordat hij berecht kon worden. Vanuit daar zei hij later tegen The Guardian: “Niemand kreeg van mij een behandeling met elektrische schokken. Niemand werd tegen zijn of haar wil vastgehouden. We hielden geen menselijke proefkonijnen, zoals de Russische communisten; we hadden alleen patiënten die genezen wilden worden en die daar vrijwillig waren.”

Stanford Prison Experiment

Het experiment dat misschien wel de meeste boeken en films inspireerde, is dat van de Amerikaanse psycholoog Philip Zimbardo. De hamvraag van zijn Stanford Prison Experiment, inmiddels 41 jaar geleden: “Wat gebeurt er als je goede mensen in slechte situaties plaatst?”

Voor het antwoord besloot  Zimbardo een gevangenissituatie na te bootsen, waarin studenten een kleine vergoeding (15 dollar per dag) ontvingen om hieraan mee te doen. De 24 jonge, witte mannen die zich inschreven werden opgedeeld in twee groepen: gevangenen en bewakers.

In het Stanford Prison Experiment werden studenten onderverdeeld in bewakers en gevangenen.

Dat verliep akelig realistisch: de gevangenen werden uit hun huizen ontvoerd, hardhandig gefouilleerd en kregen een nieuwe identiteit. De bewakers kregen houten knuppels en de opdracht ‘het leven van de gevangenen zo willekeurig en machteloos mogelijk te maken’.

Fysieke pijn uitdelen mocht niet; elke andere vorm van kleinering wél. “We gaan hun individualiteit op verschillende manieren wegnemen,” instrueerde Zimbardo zijn bewakers bij aanvang van de proef. 

Uiteraard liep dat volledig uit de hand. Al op dag twee pakten bewakers de ‘lastige’ gevangenen hun kleding en matrassen af. Op dag drie lieten zij gevangenen hun behoefte doen in een emmer. 36 uur na de aftrap noteerde Zimbardo al de eerste mentale inzinking. “Jesus Christ, I'm burning up inside! I can't stand another night! I just can't take it anymore!” schreeuwde Douglas Korpi, een 22-jarige student van de gerenommeerde universiteit Berkeley.

In de dagen daarna liepen de sadistische en onmenselijke intimidaties van de bewakers nog verder uit de klauwen. Gevangenen kregen een zak over hun hoofd en ze werden besproeid met ontluizingschemicaliën. Het Stanford Prison Experiment zou twee weken duren, maar werd door de meekijkende onderzoekers al na zes dagen stopgezet.

“Binnen een paar dagen werden onze bewakers sadistisch en werden onze gevangenen depressief en vertoonden ze tekenen van extreme stress," verklaarde Zimbardo die keuze later. Zijn studie naar menselijk gedrag in gevangenissituaties kreeg bakken kritiek, maar geldt in psychologische en wetenschappelijke kringen nog altijd als de basis van het inzicht over hoe gezonde mensen tot onmenselijke dingen in staat zijn.

Misdaad
  • ANP, NL Beeld E.A.