/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FXokMQ2iemVlRKJ1744960520.png)
Vorige week was het 36 jaar geleden dat de Hillsborough-ramp zich voltrok, nog altijd de dodelijkste ramp in het Engelse voetbal en zelfs in de hele Britse sportgeschiedenis. Tijdens de halve finale van de FA Cup tussen Liverpool en Nottingham Forest, die gespeeld werd in het stadion van Sheffield Wednesday, kwamen 97 Liverpool-supporters om het leven: 94 op de dag zelf door verdrukking in het uitpuilende Liverpool-vak, één iemand een dag later in het ziekenhuis en twee anderen overleden respectievelijk in 1993 en in 2021 aan de gevolgen van de hersenschade die ze die dag opliepen. Zeker 766 mensen raakten gewond.
Niet geheel toevallig was onze verslaggever van toen, Cor Snel, op die zwarte dag óók in Sheffield. Niet om verslag te doen van de voetbalwedstrijd, dat dan weer niet, maar wel van het WK snooker dat elk jaar in Sheffield plaatsvindt. Deze week ook weer (vanaf 19 april), maar dat geheel terzijde.
Snel zag met eigen ogen hoe de snelwegen rond Sheffield al uren voor de wedstrijd vol stonden met auto’s waar een rood-witte sjaal uit wapperde, de kleuren van Liverpool. Dat er veel Liverpool-supporters in aantocht waren, veel meer dan er in het stadion pasten, dat was wel duidelijk. Maar dat het zo’n rampzalige middag zou worden, kon niemand vermoeden. Ook Snel niet. “Wist ik veel dat het geklikklak van de gekleurde ballen in het Crucible Theatre zou worden overstemd door het snerpende janken van de sirenes van ambulances,” schreef hij kort na de ramp.
Voetbalsupporters hadden eind jaren tachtig een nogal bedenkelijke reputatie, zeker die in Engeland en zéker die van Liverpool. Hooliganisme was een gezwel dat het voetbal verziekte, dat bleek vier jaar eerder wel toen Liverpool en Juventus elkaar in Brussel troffen, op de beruchte Heizel, tijdens de finale van de Europacup I. Toen Britse supporters de confrontatie zochten met hun Italiaanse rivalen en door de hekken stormden, braken er op de tribunes rellen uit die uiteindelijk het leven kostten van 32 Italianen, vier Belgen, een Fransman en een Noord-Ier.
Onze verslaggever in Sheffield: ‘Hillsborough was een enkele reis naar de hel waaruit alleen de jongsten en allerlenigsten konden ontsnappen’
In Sheffield dachten de autoriteiten in eerste instantie ook dat het hooligans uit Liverpool waren die, zonder kaartje, het stadion in wilden. Maar dat bleek toch anders. Het was de politie zelf die het vak opengooide waarna duizenden fans, die gewoon zin hadden in een leuk potje voetbal, in de verdrukking kwamen. Een enkele reis naar de hel, zo omschreef Cor Snel het destijds treffend. En ‘een hel waaruit alleen de jongsten en allerlenigsten als slingerapen konden ontsnappen’.

The Sunday Times schreef dat ‘voetbal verworden is tot een achterbuurtguerrilla die wordt uitgevochten in achterbuurtaccommodaties’. Snel deed daar nog een schepje bovenop: “Voetbalsupporters worden in Engeland sinds jaar en dag behandeld als uitschot dat in een kooi opgesloten dient te worden. Desnoods tot de dood erop volgt.”
Na de Hillsborough-ramp werden in vrijwel alle Engelse stadions de hekken verwijderd om rampen als deze te voorkomen, maar daar hadden de 97 slachtoffers en hun nabestaanden natuurlijk niks meer aan.