Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Wéér rumoer rond Volkert: verbazing dat koelbloedige moord op milieuambtenaar niet verder wordt onderzocht

Het was lang stil rond de moordenaar van Pim Fortuyn, maar nu is toch wat rumoer ontstaan over Volkert van der G.

Volkert van der Graaf

Er is inmiddels een generatie bij wie de naam Volkert van der Graaf niet meteen een belletje doet rinkelen. Volkert wie? Is dat een voetballer? Of een personage uit GTST? Je kunt het de generaties Y en Z moeilijk kwalijk nemen, want het is inmiddels alweer 23 jaar geleden dat politicus Pim Fortuyn (54) op het Mediapark in Hilversum door milieuactivist Van der Graaf werd doodgeschoten. 

De zaak zorgde voor een ongekende schok in Nederland. Fortuyn was op de top van zijn populariteit en leek serieus op weg om minister-president te worden. Het televisiefragment ‘at your service’ staat velen op het netvlies gebrand. En toen opeens: een politieke moord, op klaarlichte dag. Het was on-Nederlands. Maar het recht kreeg zijn loop; de toen 32-jarige Van der Graaf kon razendsnel worden opgepakt, ging voor achttien jaar de gevangenis in en kwam in mei 2014 vervroegd en onder voorwaarden vrij. 

De Harderwijker vestigde zich daarna in Apeldoorn, verdween in de anonimiteit en kondigde later aan dat hij overwoog naar  Duitsland te emigreren. Dat ging uiteindelijk niet door en in de loop der jaren werd het stil rond Van der Graaf. Tot februari dit jaar, als de oud-AIVD’er Berrie Hanselman in een gesprek met dagblad De Gelderlander een bommetje dropt. “Volkert van der Graaf pleegde meerdere brandaanslagen,” aldus de inlichtingenman, die in januari dit jaar promoveerde op een onderzoek naar extreemlinks in de jaren negentig. Hanselman werkte in die tijd voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), voorloper van de huidige AIVD. 

Van der G. was in 2002 de moordenaar van Pim Fortuyn.

In een vraaggesprek met De Gelderlander zegt de Achterhoekse promovendus verder dat Van der Graaf zeer waarschijnlijk de drijvende kracht was achter de dierenactiegroep Rode Haan, die in die jaren tientallen vrachtwagens van pluimveetransporteurs in lichterlaaie zette. Dit gebeurde in onder andere Barneveld, Putten en een slachthuis in Dedemsvaart.

“Ik ben ervan overtuigd dat Volkert Rode Haan was,” aldus Hanselman, wiens vermoedens worden bevestigd door een publicatie uit 2009 van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). “In het huis van Volkert van der G. werden plakletters gevonden die eerder waren gebruikt om bij het ANP brandstichtingen bij veetransporteurs op te eisen. Klaarblijkelijk was de moordenaar (Van der Graaf, red.) dus al langer actief.”

In het huis van Volkert van der G. werden plakletters gevonden die eerder waren gebruikt om bij het ANP brandstichtingen bij veetransporteurs op te eisen

Volkert eist schadevergoeding

Op de primeur van De Gelderlander valt overigens wel wat af te dingen. Al in 2009 wees de in 2020 overleden misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink op Van der Graafs mogelijke betrokkenheid bij actiegroep Rode Haan. In een reportage over de onopgeloste moord op milieuambtenaar Chris van de Werken uit Nunspeet – waarover straks meer – schrijft hij: “Sinds 1989 zijn er bijna tweehonderd gewelddadige acties gevoerd tegen pelsdierfokkerijen, slachterijen en veehouderijen. Zo brandde in 1999 pluimveeslachterij Brinky BV in Ermelo uit, na een bom op de gasleiding en gingen bij Keizersberg Diervoeders in Milheeze, producent van pelsdierenvoer, negen vrachtwagens in vlammen op. Schade: 3 miljoen gulden. In 1998 vlogen bij transportbedrijf Storteboom in Barneveld negen vrachtwagens en een aanhanger in brand.”

De actie was opgeëist door een groep die zich Rode Haan noemde, zo schrijft Korterink verder. “Verschillende bronnen meldden dat Volkert daar bij zou hebben gezeten, het duidelijkste bewijs zou bij de huiszoeking in Harderwijk zijn aangetroffen. Op zijn computer waren enkele gewiste bestanden terug te halen, waarop informatie stond die met deze aanslag te maken had.” Kortom: echt nieuw is de informatie van de oud-inlichtingenman dus niet. 

Een poster met Van der G. als schietschijf.

Wel nieuw is dat de naam van Van der Graaf na jaren van radiostilte weer eens is opgedoken in de media. Of de activistisch ingestelde veganist daar blij mee is, valt te betwijfelen. Toen De Telegraaf het in 2008 waagde om hem in verband te brengen met de moord op milieuambtenaar Chris van de Werken wist querulant Van der Graaf – voor wie procederen een way of life is – niet hoe snel hij een advocaat moest inschakelen. Met succes, want de krant moest rectificeren en een schadevergoeding van 2500 euro betalen. 

Volkert van der G., een felle activist, ziet in Van de Werken een obstakel voor zijn missie: de agrarische sector met juridische middelen volledig platleggen

Een succesje dus voor Van der Graaf, aan wie bezwaarschriften, kort gedingen en WOB-verzoeken wel zijn toevertrouwd. Wellicht was De Telegraaf inderdaad iets te stellig geweest in de verdachtmakingen, maar wat overeind blijft, is dat er ook zoiets bestaat als de ‘doem der verdenking’ en er is geen rechter of wet die zo’n sentiment kan verbieden. De moord op Van de Werken mag dan niet rechtstreeks aan Volkert kunnen worden toegeschreven, de tijdgeest waarin het gebeurde, ademt een en al activisme, waarbij de naam Van der Graaf veelvuldig rondzong. Sterker nog: milieuambtenaar Chris van de Werken en activist Volkert kenden elkaar. En niet bepaald van een gezelligheidsvereniging.

Van der G, in een auto bij zijn huis.

Liquidatie op bospad

Het is zondag 22 december 1996, het jaar van de Olympische Spelen in Atlanta en de arrestatie van de Belgische kindermoordenaar Marc Dutroux. Een frisse en zonovergoten dag, die veel recreanten die middag naar landgoed Welna bij Epe heeft gelokt. Als twee wandelaars even na 14.00 uur via een fietspad naar hun auto lopen is het snel gedaan met de ontspanning. Er ligt iets op het pad. Een wild zwijn, zo lijkt het van een afstand. Dichterbij gekomen maakt die gedachte snel plaats voor een schokkende werkelijkheid; voor hun voeten ligt het dode lichaam van een man. Hij ligt op de buik, uit de mond stroomt wat bloed. De wandelaars rennen terug naar de auto en bellen de politie. Die is er snel. Op de kleine parkeerplaats in het bos staat een donkergroene VW Golf, met kenteken ZT-81-NS. Het is de auto van het slachtoffer, zo wordt snel duidelijk. De man wordt geïdentificeerd als de 42-jarige milieuambtenaar Chris van de Werken uit Nunspeet.

De moord op milieuambtenaar Chris van de Werken is nooit opgelost.

De plaats delict stelt de recherche onmiddellijk voor raadsels. De man is van dichtbij in de rug geschoten. Op klaarlichte dag, in een wandelgebied waar de dader het risico had genomen door getuigen te worden gezien.  Wat is hier gebeurd, een ruzie? Die theorie valt snel af, want de omstandigheden wijzen op een snelle en bewuste moord, die Van de Werken volkomen moet hebben verrast. Maar wat is het dan, een liquidatie midden op een bospad? Er wordt een groot rechercheteam samengesteld dat op deze en vele andere vragen de antwoorden moet zien te vinden. Niemand kan op dat moment vermoeden dat de zaak juist meer vragen zou opleveren dan antwoorden. 

Inzoomend op het leven van het slachtoffer rijst het beeld op van een keurige huisvader, die op geen enkele manier met het criminele circuit in verband kan worden gebracht. Van de Werken is getrouwd en vader van drie jonge kinderen. In 1991 is hij vanuit het dorp Brakel in de Bommelerwaard verhuisd naar Nunspeet omdat hij in het naburige Harderwijk aan de slag kon als milieuambtenaar. Van de Werken is een gelovig man, de vriendelijkheid zelve en stipt in zijn doen en laten. Dat was ook de reden geweest dat zijn vrouw hem die zondagmiddag in Epe was gaan zoeken. Want als Chris zei dat hij om 16.00 uur thuis zou zijn, dan kon je er letterlijk de klok op gelijk zetten. 

Onderzoek op de plek waar het lichaam van Van de Werken werd aangetroffen.

Het gewroet in Van de Werkens privéleven levert niets op dat de moord kan verklaren. “We hebben de relaties van het slachtoffer onderzocht,” zo laat teamleider Jan van Aalderen in die periode weten, “maar van een slecht huwelijk of overspel is geen sprake geweest. De plek van de moord zou ook gebruikt worden als homo-ontmoetingsplaats. Daarvan is ons niets gebleken, ook niet dat het slachtoffer behoefte zou hebben gehad een zulke contacten.” 

Naar dit laatste is gekeken omdat Van de Werken die zondag geheel tegen zijn gewoonte in alleen naar het bos was gegaan. Normaal gesproken nam hij zijn gezin namelijk mee voor een wandeling. Maar Chris was er door omstandigheden alleen op uit gegaan, zo stelt de politie vast. Het jongste kind was ziek, dus zijn vrouw moest thuisblijven om op het gezin te passen. Dat de echtgenote er die middag toch op uit was gegaan om Chris te zoeken was door de recherche nog even als een verdachte gedraging opgevat. De vrouw had zelfs haar jas moeten afstaan voor onderzoek naar kruitsporen. Een pijnlijke situatie, maar al snel was duidelijk geworden dat de echtgenote niets met de zaak te maken had. 

Persoonlijke vete

Gaandeweg het onderzoek vallen er steeds meer mogelijke motieven af. Roof? Niet waarschijnlijk; Van de Werken had zijn sleutels, verrekijker en portemonnee nog gewoon bij zich. Een verdwaalde kogel van een stroper? Ook vrijwel uitgesloten. Stropers zijn zelden overdag actief en maken ook geen gebruik van de bijzondere munitie die bij de moord is gebruikt, zogenaamde hollow points; kogels die een verwoestende uitwerking hebben op het lichaam. Een persoonsverwisseling dan? Ook daar wordt geen enkele aanwijzing voor gevonden. Het onderzoek dreigt al snel vast te lopen, totdat het team zich verdiept in de werkzaamheden van het slachtoffer. Dat blijkt een wereldje zijn waarin juridische geschillen op het scherp van de snede wordt uitgevochten. En waarbij één naam nadrukkelijk naar voren komt: Volkert van der Graaf.

Volkert van der G. is inmiddels weer een vrij man.

Het is de tijd, zo weet iedereen bij de politie, waarin milieuactivisten en ambtenaren elkaar nog net niet letterlijk naar de keel vliegen, al scheelt het soms weinig. In het snijpunt van die twee werelden figureren Volkert van der Graaf en Chris van de Werken, twee mannen die qua idealen lijnrecht tegenover elkaar staan in de strijd om het Veluwse natuurschoon. Van der Graaf, een felle en meedogenloze activist, ziet in Van de Werken een obstakel voor zijn missie: de agrarische sector met juridische middelen volledig platleggen.

Met name de eendenfokkerijen in de regio Putten en Ermelo, waar het pluimvee zorgt voor met ammoniak doordrenkte grond, zijn Van der Graaf een gruwel. Van de Werken op zijn beurt probeert milieuregels naar de letter van de wet toe te passen, zonder het lokale boerenbestaan om zeep te helpen. Het leidt tot een conflict dat steeds verder escaleert.

De in Zeeland geboren Van der Graaf richt met een groep gelijkgestemden de Vereniging Milieu-Offensief (VMO) op, een club die zich niet beperkt tot protesteren, maar zich vooral vastbijt in juridische procedures. Net als Van de Werken ook naar de letter van de wet, maar dan met een heel ander uitgangspunt; zoveel mogelijk zand in de raderen gooien. Hij gaat met de stofkam door milieuvergunningen en sleept boeren en bedrijven voor de rechter. Alles binnen het kader van de wet, maar de impact is enorm; vergunningstrajecten lopen vertraging op, kleine agrariërs raken verstrikt in een web van procedures en bedrijven dreigen ten onder te gaan. Van der Graaf ziet het als een overwinning en kent op dat punt geen enkel mededogen of emotie. 

‘Als ze het onderzoek toen goed hadden afgerond, was Pim niet vermoord, zo heb ik weleens horen zeggen’

Milieuambtenaar Van de Werken wordt volledig in deze juridische oorlogsvoering meegesleept. Hij is op zich geen tegenstander van milieubescherming, maar vindt dat boeren niet zonder meer kapotgemaakt mogen worden. In zijn functie moet hij vergunningen verstrekken, maar elke beslissing die hij neemt wordt onder vuur genomen door Van der Graaf en zijn VMO. Wat begint als een zakelijk conflict, groeit langzaam maar zeker uit tot een persoonlijke vete. De strijd tussen de twee mannen gaat namelijk verder dan alleen juridische procedures. Van de Werken voelt zich steeds vaker geïntimideerd en soms zelfs bedreigd. Niet alleen door de stortvloed aan bezwaarschriften en rechtszaken, maar ook door de sfeer die rond de milieubeweging hangt. 

De naam van Van der Graaf zingt nadrukkelijk rond in deze kringen. Tot veroordeeldingen voor gewelddadige acties komt het niet, maar de agenten van de BVD hebben blijkbaar dan al in de smiezen dat Volkert waarschijnlijk meer is dan alleen een juridisch activist. En in dat bepaald niet vriendelijke klimaat moet Van de Werken zijn werk zien te doen. Hij raakt steeds meer gefrustreerd, maar blijft zijn taak nauwgezet uitvoeren. Op bijeenkomsten waar hij en Van der Graaf elkaar treffen, is de spanning om te snijden. Beledigingen worden niet geschuwd, de verhoudingen verharden. Het valt Van de Werkens naasten op dat hij steeds vaker een gejaagde en zenuwachtige indruk maakt. Pas met de moord op Van de Werken komt er een eind aan het conflict. 

Angst voor imagoschade

Gelet op de voorgeschiedenis reden genoeg om Van der Greef eens stevig aan de tand te voelen, zou je denken. Maar dat gebeurt dus niet. De activist is voor de politie op dat moment niet meer dan een luis in de pels, een querulant, meer niet. Dat verklaart wellicht waarom hij in die jaren nooit serieus als verdachte in beeld komt. “Als Van der Graaf later niet zou zijn aangehouden voor de moord op Fortuyn,” zo schreef ook Hendrik Jan Korterink in zijn reportage over de zaak, “dan zou de verdenking niet op hem zijn gevallen.” Maar dat gebeurt later dus wel, al is het dan niet officieel. Met name De Telegraaf pakt stevig uit en brengt Van der Graaf in een paginagroot artikel rechtstreeks in verband met de moord op Van de Werken. En ook Korterink windt er op zijn misdaadwebsite bepaald geen doekjes om. De een wordt aangeklaagd, de ander niet. Waarom is niet duidelijk.

Of het onderzoek ooit nog wordt opgepakt, valt te bezien. Een paar jaar geleden liet de politie Oost-Nederland in dagblad De Stentor nog weten de moord op Van de Werken niet als een cold case te zien. “Qua politiewerk wordt er niet meer in geïnvesteerd,” zei woordvoerder Merel Elferink destijds. “Alleen als betere technieken nieuw onderzoek mogelijk maken. Of van buitenaf, als mensen gaan praten.” Voor sommige oud-rechercheurs die eind jaren negentig bij het onderzoek betrokken waren, is deze afwachtende houding een doorn in het oog. “Ik heb later gehoord dat er mensen zijn die nu niet willen dat ze zaak wordt opgelost als Volkert de dader blijkt te zijn,” zegt een van hen. “Als ze het onderzoek toen goed hadden afgerond, was Pim niet vermoord, zo heb ik weleens horen zeggen. De angst voor  imagoschade speelde blijkbaar een rol.”

De moord op Fortuyn en het tweede DNA-spoor

De moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 heeft door de jaren heen tot veel speculaties geleid, vooral vanwege de complexiteit van het onderzoek en de inbreng van complotdenkers. Volkert van der Graaf mocht dan vrijwel onmiddellijk als dader in beeld zijn gekomen, de zaak kreeg een nieuwe wending door de ontdekking van een tweede DNA-spoor op het moordwapen. 

In 2024 kwam onderzoeksprogramma Argos met een onthullende reeks uitzendingen (Vriend van Volkert) waarin het tweede DNA-spoor werd gekoppeld aan een bivakmuts die eerder was gevonden bij een ramkraak in Emmen, in 2001. Dit gaf aanleiding tot nieuwe speculaties over de mogelijke betrokkenheid van derden, onder wie Paul M., een oud contact van crimineel Stanley ‘De Kouwe Ouwe’ Hillis. Volgens Argos werd Paul M. al in een vroeg stadium van het onderzoek gezien als een mogelijk tussenpersoon die het moordwapen zou hebben geleverd. Hij had immers connecties met de criminele onderwereld.

In een vraaggesprek met Argos ontkende Paul M. echter op enigerlei wijze betrokken te zijn geweest bij de moord op Fortuyn. Hij verklaarde nooit contact te hebben gehad met Van der Graaf of andere betrokkenen bij de moord, en ook dat hij niet verantwoordelijk was voor het verkrijgen van het pistool. Paul M. gaf wel toe dat hij in de jaren voor de moord actief was geweest in criminele kringen, maar benadrukte dat hij dus geen rol had gespeeld in deze specifieke zaak. Desondanks bleef hij een person of interest vanwege zijn criminele verleden en zijn connecties met mensen die mogelijk wel betrokken waren bij de handel in illegale wapens.

De ontdekking van het tweede DNA-spoor en de speculaties rond Paul M. wierpen een nieuw licht op de geruchtmakende moord op Fortuyn. De onthullingen van Argos zorgden zelfs voor enige politieke beroering, toen kamerlid Jesse Six Dijkstra van de NSC middels Kamervragen aandrong op verder onderzoek naar het onbekende DNA-spoor. Minister van Justitie David van Weel wees dit verzoek echter af, met als argument dat de zaak inmiddels verjaard was.

Toch blijven de vragen over de ware toedracht van de moord op Pim Fortuyn bestaan. Het tweede DNA-spoor, de criminele netwerken en de mogelijke rol van Paul M. geven de zaak nog altijd een mysterieuze lading. Daarmee is de zoektocht naar de waarheid achter de moord op Fortuyn allesbehalve afgesloten en kunnen complotdenkers weer even vooruit.