SPORTCOLUMN: Bestaan er tegenwoordig nog wel sterren als Cruijff, puur op basis van prestatie en klasse?
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: sterrendom anno 2025.
Edwin Struis
Aan lineair tv-kijken waag ik me zelden of nooit meer, maar onlangs ging ik er toch even ‘live’ voor zitten, gek op Cruijff als ik ben. Voor de onbekende beelden (in kleur) die opdoken van het fenomeen. Dat heb je als 60-jarige boomer, je bent opgegroeid met Cruijff, zag ’m live voetballen tegen ‘mijn’ HFC Haarlem en had het geluk dat ik hem later als razende reporter ook verscheidene malen mocht spreken. Nervositeit was mij altijd vreemd, maar op momenten dat ik de grote Cruijff onder ogen kwam, ging het hart toch even sneller kloppen, terwijl hij de eerste was die je op je gemak stelde. Hoe die man al die jaren zo gewoon gebleven is, terwijl nu de eerste de beste klootjesvoetballer zich al een air aanmeet, het zal altijd wel een raadsel blijven.
Wat ik vooraf verwachtte, gebeurde. Het was weer een genot om JC over het veld te zien wervelen, met de vreemdste rugnummers (7, 9, 10) achterop z’n shirt. Het eerste bewegende beeld was de Ajax-Haarlem van zijn terugkeer in 1981, je weet wel: met die weergaloze boogbal, het laatste shot was ook al uit een Ajax-Haarlem, nu van ergens begin jaren zeventig. Wat ook opviel: de charges die Cruijff zélf uitdeelde. Dat de maestro zelf continu werd geattaqueerd, was te verwachten. De met minder klasse uitgeruste hapsnurkers konden hem maar op één manier afstoppen: de man onder de zoden stoppen. Maar dat Cruijff zelf ook niet te beroerd was om uit te delen, was minder bekend.
Maar de schoonheid van ’s mans acties domineerden. De uiteindelijk tot in de perfectie uitgevoerde ‘Cruyff Turn’, zoals de beweging internationaal werd genoemd, waarmee hij verdedigers het niemandsland instuurde, zag je geboren worden met telkens een stap naar de verdere vervolmaking ervan. Maar ook het uit bijgeloof geboren tikkie in de buik van Ajax-keeper Gert Bals ontbrak niet. Zoals alles die heerlijke kneuterige jarenzestig- en zeventigsfeer uitstraalde, toen het voetbal zoveel leuker was dan nu. Nee, niet beter, wel aantrekkelijker.
Sterrendom zuiver gebaseerd op prestaties en klasse, dat zie je nu amper meer. Ja, op een andere manier. Als je je bijvoorbeeld als lookalike van de dwergenkoning uit The Lord of the Rings volplakt met tattoos, in de ring gaat staan ‘boksen’ met versleten sterren en aanpapt met een schaatsend hittepetitje uit Nederland heb je als Jake Paul sinds kort een eigen realityreeks. Sterrendom anno 2025, maar dan wel van het vallende soort.

Micha Jacobs
Ik was eigenlijk niet van plan om naar Paul American te kijken, de realityserie over Jake en Logan Paul die nu te zien is op HBO Max, maar nu je het zo ronkend brengt, ben ik toch wel benieuwd. ‘Een lookalike van de dwergenkoning uit The Lord of the Rings, volgeplakt met tattoos, die in de ring gaat staan ‘boksen’ met versleten sterren en die aanpapt met een schaatsend hittepetitje uit Nederland’: ik heb er zowaar zin in.
Ik las dat onze Jut en Jake sinds kort verloofd zijn (waarschijnlijk voor de serie), dat Jake haar ouders speciaal had ingevlogen om te zien hoe hij op zijn knieën ging voor hun dochter (ook voor de serie waarschijnlijk) en dat hij een ring om haar vinger schoof die nog duurder is dan mijn driekamerappartement met dakterras in Amsterdam (waarschijnlijk voor de serie én zijn ego). Ik bedoel: da’s best een prijzig dingetje. Eeuwig zonde ook, want het ding is zo duur dat Jutta ’m niet eens durft te dragen, bang als ze is dat hij wordt gejat.
Al zal Jake daar niet mee zitten: toen hij de bejaarde Mike Tyson onlangs in mekaar mepte, kreeg hij meer dollars op zijn rekening gestort dan dat er zandkorrels in de Sahara liggen. En zo’n reallifeserie doet ie natuurlijk ook niet voor niks: daar kan hij zeker twintig ringen van kopen. Een paar voor Jutta en voor al die dames die ongetwijfeld na haar komen. Want zodra haar ster verbleekt, duikt Jake vast weer op een andere.
Overigens ben ik het niet met je eens dat er tegenwoordig nog amper sterren zijn op basis van prestatie en klasse. Want die zijn er wel degelijk. Moet je zondag eens opletten wat er allemaal in Vlaanderen gaat gebeuren, en een week later op die monsterlijke en bovendien perineumverscheurende stenen tussen Parijs en Roubaix. Want daar rijden de échte sterren van nu, met Mathieu van der Poel waarschijnlijk voorop.

Ook hij laat het geld rollen – eind vorig jaar reed hij nog met zijn Lamborghini Revuelto van meer dan een half miljoen euro naar een veldrit in Gavere – maar daar had hij dan ook hard voor gewerkt, zei hij na afloop. Me dunkt: Mathieu is de Cruijff van het Nederlandse wielrennen, iemand die zijn sport al jaren een compleet nieuwe dimensie geeft en nog zeker drie generaties na hem zal blijven inspireren. Dat durf ik van Jake Paul niet te zeggen. Die zijn we over twee jaar alweer vergeten, hoop ik.
- NL Beeld