Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Grote zorgen om misdaadtrend: steeds meer criminelen doen zich voor als nepagent en maken buit bij oudjes

Het is dé misdaadtrend van het moment: nepagenten. En met hun babbeltrucs weten ze steeds meer - met name oudere - Nederlanders op te lichten. 

Steeds meer criminelen doen zich voor als nepagent en maken buit bij oudjes aan de deur

“Ik ben van de recherche en in uw wijk is een bende actief. In een busje is een lijstje met straatnamen en namen gevonden en uw naam staat erop.” Dit is hoe op maandag 21 oktober 2024 voor een 81-jarige vrouw uit Austerlitz een ware nachtmerrie begint. En het lijkt nog wel zo’n betrouwbaar telefoontje. Een keurig sprekende vrouw, die het beste met de bejaarde dame voor lijkt te hebben. Maar dan herinnert de vrouw, die enkele weken eerder haar man is verloren, zich een gesprek met haar dochter.

“Mam,” had ze gewaarschuwd, “er kunnen nu oplichters gaan bellen die iets van je willen.” Net als de weduwe de verbinding wil verbreken, komt de beller met een laatste en sterke troef. “Uw oudste dochter Natasja zit hier bij ons op het bureau in Zeist. Ze probeert zoveel mogelijk voor u te regelen. U hoeft zich geen zorgen te maken mevrouw, het komt goed.”

Natasja Breunesse (51) uit Odijk heeft het verhaal al meerdere keren verteld, aan kranten en de lokale omroep. Eigenlijk aan iedereen die het maar horen wil. Niet omdat ze het zo leuk vindt, maar om ouderen te waarschuwen voor oplichters die zich voordoen als politieagent. Het is namelijk een niet te stuiten misdaadtrend en de cijfers zijn alarmerend. In 2024 werden 8.329 incidenten geregistreerd waarbij nepagenten betrokken waren. Dat is ongeveer vijftien keer zoveel als over heel 2023. De slachtoffers zijn bijna zonder uitzondering bejaard of zelfs hoogbejaard. En de daders zijn bijna zonder uitzondering laf, gewetenloos en vindingrijk. Zoals in oktober vorig jaar dus in Austerlitz.

Incidenten met nepagenten nemen flink in aantal toe.

Vriendelijk type

“O Natas, ik heb alles meegegeven.” Natasja Breunesse hoort die woorden nog weleens nadreunen. En ze kan er nog steeds boos om worden. De manier waarop haar weerloze en rouwende moeder van haar kostbaarheden werd beroofd en het gegeven dat mensen blijkbaar zó laaghartig kunnen zijn, ze kan er met haar verstand niet bij. En de daders hadden er nog ruim de tijd voor genomen ook. “Er werd alles aan gedaan om het betrouwbaar te laten klinken,” aldus de Odijkse. “Ook de naam van een ander familielid werd genoemd. Het bracht mijn moeder aan het twijfelen en uiteindelijk ging ze helaas overstag.”

Wel duurt het nog zo’n anderhalf uur voordat de beloofde ‘agent’ voor de deur staat om zich over de kostbaarheden te ontfermen. Een kleine, verzorgde vrouw is het, in burgerkleding en met het blonde haar in een knotje. Een vriendelijk type ook. Natasja: “Bij het zien van de vele rouwkaarten in de woonkamer zei ze: Ach mevrouw, gecondoleerd. Wat verdrietig. Kan ik misschien een glaasje water voor u halen? En toen, na een meelevende blik te hebben geworpen op een foto van mijn overleden vader, kwam de nepagente ter zake. Inbrekers hebben het op uw huis gemunt. Uw dochter Natasja heeft tegen ons gezegd dat u alles kunt meegeven. Totaal overrompeld ging mijn moeder naar boven. Een uur lang hebben ze haar laten zoeken, steeds maar weer de trap op en af.”

Als de nepagent zegt dat haar dochter Natasja ervan weet, gaat de 81-jarige weduwe overstag. Ze geeft 2000 euro aan contanten en voor 8000 euro aan sieraden mee

Al snel ligt er een flinke buit of tafel: 2000 euro aan contant geld en voor zo’n 8000 euro aan sieraden. Maar de ‘agente’, die tijdens haar rooftocht voortdurend met iemand aan de telefoon zit, is niet snel tevreden. “Volgens Natasja moet u nog meer hebben,” klinkt het. “Gaat u maar rustig verder zoeken.” Na ongeveer een uur vindt de nepagente het welletjes. Althans, zo lijkt het. Want net voordat ze de woning verlaat, draait ze zich nog even om. “Mevrouw, ik zie dat u nog sieraden om hebt, zou u die ook niet aan ons meegeven? U moet het natuurlijk zelf weten, maar het is misschien wel zo veilig.” En zo kan het gebeuren dat de weduwe op de drempel van de voordeur ook de ring, armband en oorbellen die ze draagt afdoet en meegeeft.

“Meteen daarna belde mijn moeder me op,” gaat Natasja verder. “Ze klonk paniekerig en zei: Ik heb alles meegeven hoor, Natas. Ze komen er nu aan. Ik begreep niet waar ze het over had en was bang dat ze een beroerte had gehad of iets dergelijks. Ze dacht dat ik op het politiebureau zat, zoals de nepagent haar eerder had wijsgemaakt. Pas toen ik zei dat ik helemaal niet op het politiebureau zat, viel het kwartje bij haar. Het bleef even stil en toen zei ze huilend: Ik heb alles meegegeven... Meteen na het telefoontje springen de man en zoons van Natasja in de auto om op zoek te gaan naar de daders. Ze rijden heel Austerlitz door, maar het haalt niets meer uit. De oplichters zijn allang gevlogen.

Dader heeft stappenplan

De zaak in Austerlitz is er, vanuit het perspectief van de daders, een uit het boekje. En dat ‘boekje’ kan bijna letterlijk worden genomen, want de jonge mannen en vrouwen die als nepagent op pad worden gestuurd om de kostbaarheden ‘veilig te stellen’, krijgen daadwerkelijk een script mee. De politie heeft bij meerdere verdachten op hun telefoon een stappenplan aangetroffen, waarin tot in detail wordt uitgelegd wat er moet worden gezegd, wat er moet worden gedaan en hoe het vertrouwen van het slachtoffer moet worden gewonnen. Dit laatste is bij de doelgroep – over het algemeen 70-plussers – doorgaans geen probleem. “De daders spelen in op het respect en vertrouwen dat ouderen vaak hebben voor autoriteit,” zo waarschuwt Sybren van der Velde Walda, landelijk projectleider Senioren en Veiligheid. “Slachtoffers worden onder grote druk gezet om snel te handelen. Het is een sluwe werkwijze die helaas al veel slachtoffers heeft gemaakt.”

Ook langs de openbare weg wordt gewaarschuwd voor nepagenten.

Voor buitenstaanders is het soms moeilijk te begrijpen hoe gemakkelijk de slachtoffers zich beet laten nemen. Vooral omdat veel nepagenten qua uiterlijke verschijning vaak in niets lijken op een echte diender. Er zijn gevallen bekend waarbij jongeren van rond de 15 jaar, gehuld in trainingspak en hippe sneakers, zich bekendmaakten als rechercheur. Dat dit geen rode vlag is mag al een wonder heten, maar dat de slachtoffers zich ook nog eens met een kulverhaal tot de laatste cent laten beroven, is moeilijk te bevatten. Zelfs bankpasjes worden compleet met pincode meegegeven. Want tja, je kunt die inbrekersbende in de wijk maar beter voor zijn.

‘Kostbaarheden fotograferen’

Laaghartig en laf, daar is iedereen het wel over eens. Maar het vergrijsde volksdeel betekent een goudmijn voor oplichters. Hoewel het aantal aanhoudingen flink is toegenomen, is het fenomeen nepagenten beslist nog niet op z’n retour. Bij de werkwijze wordt een vast patroon gevolgd, dat alle kenmerken heeft van een strak georganiseerde organisatie. Bij een recente veroordeling van een zeer jeugdige nepagent stelde de rechtbank: “Verdachte had een Snapchat-account en zat in een groepsapp, waarin instructies en updates over een aantal oplichtingen werden gegeven. (...) Dergelijke oplichtingszaken kunnen alleen slagen als er sprake is van een planmatige aanpak, intensieve samenwerking en duidelijke afstemming tussen de daarbij betrokken personen. Dat geldt vooral omdat er op bepaalde momenten snel geschakeld moet worden tussen de beller, ophaler en/of pinner, wil een dergelijke fraude succesvol zijn.”

Een politieposter waarschuwt voor babbeltrucs.

De trucs zijn inderdaad geraffineerd en wijdverspreid, zo is uit diverse rechercheonderzoeken gebleken. Aan de hand van openbare gegevens worden eerst de geschikte en kwetsbare slachtoffers geselecteerd. Vervolgens zoeken de criminelen op bijvoorbeeld social media naar gegevens over familieleden van een beoogd slachtoffer. Dit helpt – net als bij de casus in Austerlitz – om het verhaal kracht bij te zetten. De volgende stap is het telefoontje waarin het doelwit door een ‘agent’ wordt gewaarschuwd voor een inbraakgolf in de buurt. “Er is een briefje gevonden met daarop uw adres.” Dit zinnetje wekt voldoende vrees bij het slachtoffer, genoeg om in blind vertrouwen alle kostbaarheden mee te geven. 

Nepagenten in actie.

Toch duiken er ook kleine variaties op, zoals bij een babbeltruc op 25 november vorig jaar in Rotterdam. Een 92-jarige vrouw wordt die dag gebeld door iemand die zich voordoet als politiemedewerker. De man zegt dat er onder inbrekers een lijst rondgaat waarop het adres van het slachtoffer wordt genoemd. Maar geen paniek. Er is al een collega onderweg om alle waardevolle spullen te fotograferen en nummeren. En inderdaad, terwijl de vrouw nog met de vriendelijke agent aan de telefoon zit, klinkt de bel van de voordeur. Het slachtoffer laat de man binnen, die zich meteen in een kamer terugtrekt om alle verzamelde kostbaarheden te fotograferen. Na een tijdje besluit de vrouw even te gaan kijken hoe het gaat. De afloop laat zich niet moeilijk raden; de man is verdwenen, net als haar spulletjes. Van de dader is een signalement bekend: licht getint tot donkere huidskleur, zwart joggingpak, capuchon, platte zwarte sneakers. Zo ziet een agent er dus uit in de belevingswereld van oplichters.

Schaamte

Vaak is er bij slachtoffers achteraf ook sprake van schaamte. Zoals bij de 87-jarige Johanna uit Zwolle. Het is op een avond in december 2024, als om 23.30 uur bij haar de telefoon gaat. Een anoniem nummer. De man aan de andere kant van de lijn stelt zich voor als rechercheur en weet bij de vrouw vertrouwen te wekken. De Zwolse, die anoniem wil blijven, herinnert zich het telefoongesprek nog goed. “De man noemde zichzelf Arjan Steenwinkel. Ik ben van het landelijk politieteam, rechercheafdeling Zwolle, zei hij. Toen ik vroeg hoe ik kon controleren of dit klopte, stelde hij voor het nationale politienummer te bellen. Dat klonk geloofwaardig.” Wat Johanna op dat moment niet weet, is dat Arjan Steenwinkel een verzonnen naam is. De zogenaamde rechercheur waarschuwt de vrouw voor inbrekers die in de buurt actief zouden zijn. Hij informeert of ze waardevolle spullen in huis heeft. “Hij wist zelfs dat ik een inboedelverzekering had en bij welke maatschappij,” aldus Johanna. “Hoe hij dat wist? Geen idee. Het blijft me bezighouden.”

'Rechercheur Steenwinkel' weet niet van ophouden. 'Als u geen sieraden in huis heeft', klinkt het, 'bezit u dan misschien kostbare schilderijen?'

Dan begint ‘rechercheur Steenwinkel’ haar verder uit te horen. “Als u geen sieraden in huis heeft,” klinkt het, “bezit u dan misschien kostbare schilderijen?” Vervolgens kondigt hij de komst van een collega aan, die haar bezittingen zal controleren en eventueel veiligstellen. Er volgen meer instructies. De inbrekers zouden actief zijn in Zwolle-Zuid, vlak bij haar appartement. “Kijkt u eens uit het raam of er een onverlichte auto voor uw huis staat?” vraagt hij.

“Dat klonk logisch,” aldus Johanna in Tubantia. Dus schuift ze haar gordijn opzij. Op dat moment weten de oplichters precies in welk appartement ze moeten zijn. “Ik denk dat ze zich ergens verborgen hielden, misschien achter een boom.” Dan volgt er een vreemde opdracht. “Vraag mijn collega straks naar een code,” instrueert de nepagent haar. Dat wekt bij Johanna twijfel. Wat een rare gang van zaken, denkt ze. Terwijl ze de vaste telefoon nog aan haar oor heeft, pakt ze haar mobiele telefoon en belt haar buurman. Ze verbreekt de verbinding net voordat hij kan opnemen. Beneden hoort ze iemand praten via de intercom: er staat een man met een capuchon voor haar deur.

Tot Johanna’s opluchting komt even later haar buurman binnen. “Op zijn sloffen, in pyjama en kamerjas.” De man is ongerust geworden na haar oproep en komt nu kijken of alles in orde is. Ondertussen hangt Johanna nog steeds aan de lijn met de nepagent. “Wat gebeurt daar bij u?” vraagt hij nerveus. Zodra hij doorheeft dat er iemand bij Johanna is, verbreekt hij abrupt de verbinding. “Ik ben er met open ogen ingetuind,” blikt Johanna niet zonder schaamte terug, al heeft zij in tegenstelling tot veel lotgenoten de schade dus weten te beperken. 

Echte politiecel

Van schaamte is bij de daders geen sprake, zo werd vorige maand duidelijk bij een babbeltruc in Eindhoven. Je kunt beter stellen dat sommige nepagenten de schaamte voorbij zijn. Op de avond van woensdag 5 februari wordt de politiemeldkamer gebeld door een ouder echtpaar. Ze vertellen dat ze even tevoren zijn benaderd door iemand die zich voordeed als politiemedewerker. De man had een bijzonder advies: “Er zijn nepagenten actief in uw buurt, ze zijn uit op dure spullen. Daarom raad ik u aan om uw kostbaarheden goed op te bergen totdat een collega van mij ze komt ophalen.” Het echtpaar had meteen onraad geroken, waarop ze dus 112 hadden gebeld. Net op tijd. Want als een surveillanceauto zich naar het adres spoedt, kunnen er net op tijd twee vrouwen van 21 jaar uit Tilburg worden aangehouden. En zo eindigt de dag voor de nepagentes met een ritje in een echte politieauto naar een echte politiecel. 

Nepagent in Rotterdam.

Zo gaan ze te werk

De werkwijze van de oplichters is in het hele land vrijwel identiek. Criminelen bellen bewoners op en doen zich voor als politiemedewerker. Ze vertellen dat ze langskomen, bijvoorbeeld vanwege een inbraak in de buurt. Dan wordt de bewoner gevraagd om de bankpas of waardevolle spullen mee te geven aan de zogenaamde agenten die aan de deur verschijnen. Vervolgens wordt vaak de rekening van het slachtoffer leeggehaald. Er zijn vele gevallen bekend waar met name oudere mensen de dupe werden van deze praktijken.

De truc is een variant op eerdere babbeltrucs, met nep-meteropnemers, nep-bankmedewerkers of nep-thuiszorgmedewerkers. Er is duidelijk sprake van een verschuiving. De oplichters maken in sommige gevallen gebruik van dezelfde telefoonnummers als de politie, ook wel spoofing genoemd. Het gebeurt ook dat oplichters in nagemaakt politie-uniform en/of met verouderde politielegitimatie voor de deur staan. De politie benadrukt dat agenten nooit aan de deur komen om waardevolle zaken of een bankpas op te halen. Bij een vermoeden van oplichting is het advies: altijd direct de politie bellen. 

Wat doet de politie?

De politie pakt oplichting door nepagenten op verschillende manieren aan. Ze doen actief onderzoek naar meldingen en proberen patronen in de werkwijze van criminelen te ontdekken. Speciale rechercheteams werken samen met bijvoorbeeld de fraudeafdelingen van banken om oplichters op te sporen. Daarnaast zet de politie volop in op voorlichting en preventie. Via social media, informatiebijeenkomsten en nieuwsberichten waarschuwen ze mensen – vooral ouderen – voor de risico’s van nepagenten. Ze leren je hoe je een echte agent van een oplichter kunt onderscheiden. Ook maakt de politie gebruik van moderne technologie om criminelen te identificeren en op te sporen. Denk aan camerabeelden, getuigenverklaringen en digitale sporen. Hiermee brengen ze oplichtersnetwerken in kaart en zorgen ze ervoor dat daders worden aangepakt.

Voorkomen dat je slachtoffer wordt? Dit kun je doen

1. Vraag altijd om een legitimatiebewijs
Echte politieagenten kunnen zich altijd legitimeren. Twijfel je? Bel het landelijke nummer van de politie 0900-8844 om te checken of het klopt.

2. Geef nooit je bankgegevens af
Een agent zal nooit om je pincode, bankpas of andere persoonlijke gegevens vragen. Doet iemand dat wel? Vertrouw het niet.

3. Laat niet zomaar iemand binnen
Oplichters proberen soms je huis binnen te komen door zich voor te doen als agenten. Wees voorzichtig en bel de politie als je twijfelt.

4. Pas op voor telefoontjes van ‘agenten’
Krijg je een telefoontje van iemand die zegt dat je bankrekening in gevaar is? Hang op en neem zelf contact op met de politie of je bank.

5. Meld verdachte situaties
Heb je te maken gehad met een nepagent? Geef het meteen door aan de politie. Zo help je voorkomen dat anderen worden opgelicht.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • ANP, Politie