/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2F0rPV253cDXhVMW1742476001.jpg)
Nadat we ons jarenlang aan Lance Armstrong, Alberto Contador en notabene Bradley Wiggins hadden vergaapt, kon er in 2013 eindelijk weer eens van Nederlands succes in de Tour de France genoten worden. ‘De Tour van Bau & Lau,’ zo zou die editie bekend komen te staan vanwege het succes van Bauke Mollema en Laurens ten Dam, die geruime tijd in de top vijf bivakkeerden. Uiteindelijk werd Bauke zesde en finishte Laurens als dertiende in Parijs.
Een jaar later werd Laurens negende. Maar nog bekender is Laurens vanwege zijn slijmbaard bij bovenmatige inspanningen, veelal onder etenstijd zichtbaar in de Nederlandse huiskamers, en z’n valpartij in de Tour van 2011, waarbij hij met zijn hoofd onder het bloed in een mummie-outfit alsnog de finish haalde. Na zijn actieve carrière bleef Laurens in wedstrijdverband fietsen en nam hij deel aan tal van strand-, gravel- en bikepackwedstrijden. Hij richtte zijn eigen wielrenbedrijf en (media)platform Live Slow Ride Fast op en is sinds dit jaar ook nog bondscoach van de Nederlandse vrouwenploeg, waar de ‘interne kutnijd’ zijn grootste tegenstander is.
Laurens, waarom fiets je nog zoveel?
“Blijkbaar vind ik fietsen heel leuk en ben ik geen profwielrenner geworden voor de roem en de aandacht. Alhoewel, ik krijg nu ook nog veel aandacht. Ik heb vorig jaar 26.000 kilometer gefietst.”

Waaronder Tour Divide, een bikepacktocht van 4.481 kilometer door de Rocky Mountains, van Canada tot de Mexicaanse grens, waar je zelf voor je materiaal, eten, drinken en slaapplek moest zorgen.
“Daarna is het vuurtje wel gedoofd. Ik ging vroeger als klein jochie met mijn vader op fietsvakantie rondom het IJsselmeer, we fietsten in drie dagen van Alkmaar naar Harlingen en gingen door ’t Twiske weer naar huis. Tour Divide en andere bikepacktochten brengen me terug naar mijn roots. Ik wist in Tour Divide alleen niet waar ik aan begon, dat heb ik zwaar onderschat. Ik heb relatief weinig van de mooie route in de Rocky Mountains kunnen genieten. Je bent continu gehaast omdat je slaaptijd meetelt voor je eindtijd. Je bent ook verantwoordelijk voor je eigen eten en drinken, maar je mag niet iemand onderweg klaarzetten om je van voeding te voorzien. Alles wat je eet of drinkt, moet commercieel beschikbaar zijn voor iedereen die meedoet.”
Hoe kwam je de nachten door?
“Ik heb meerdere keren buiten geslapen, op mijn slaapmatje, waaronder tussen de koeien – onder een boom, langs de rand van een weiland. Mijn gevaarlijkste overnachting was in een gebied waar grizzlyberen rondliepen. De natuurlijk state-of-mind van een grizzlybeer is boos, was me door een Amerikaanse fietsvriend verteld. Om die reden had ik een bus pepperspray bij me. Dat was ook het moment waarop ik er een beetje doorheen zat. Ik heb toen mijn vrouw gebeld. Thess, ik weet niet of ik dit nog wel wil. Ik had haar maandenlang lastiggevallen met al mijn plannen en voorbereidingen, dus zij zei: Ja, niet zeuren, jij wilde Tour Divide rijden. Toen dacht ik: je hebt gelijk. Daarna werd ik gebeld door Stefan, mijn compagnon, dat het de volgende dag keihard zou regenen. Dat betekende dat ik de hele nacht door moest fietsen, want na regen zouden de wegen in dat gebied, het Big Basin Redwoods State Park, onbegaanbaar zijn. Ik kwam ’s ochtends om half elf dat basin uit, na in veertig uur 670 kilometer onafgebroken te hebben gefietst. Maar ik heb ook elf keer binnen geslapen, in hotels in de bergen zonder douche. Die hotels boekte ik op de fiets.”
'Een vriend zei: ik wil je vragen om te stoppen. Ik was tijdens de Tour Divide 6 of 7 kilo afgevallen, mijn ogen waren ontstoken en ik zag eruit als een zwerver'
Wat was de leukste dag?
“De dag dat ik een lekke band had. Hij liep langzaam leeg en ik besloot door te rijden naar een gebied waar een paar huizen stonden. Ik ging pal voor die huizen mijn band plakken, in de hoop dat ik op zou vallen en iemand me een lift zou aanbieden naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker. En dat gebeurde. Die man reed me in zijn pick-uptruck naar een zaak zestig kilometer verderop. Daar kreeg ik weer energie van. Ik had eindelijk contact met andere mensen. Ik lag toen alleen wel een halve dag achter op de koploper…”

En dan ben je uiteindelijk toch nog derde geworden. Doe je dit jaar weer mee?
“Nee, dat heb ik moeten beloven aan een vriend van me. Hij belde me op een gegeven moment op en zei: Ik wil je wel aanmoedigen, maar wil je eigenlijk vragen om te stoppen. Ik ben tijdens Tour Divide zes of zeven kilo afgevallen, mijn ogen waren ontstoken en helemaal opgezwollen. Ik zag eruit als een zwerver.”
'In no time stonden er vijf politieauto's voor onze neus en werden we gearresteerd, omdat ze dachten dat Thomas en ik seks met elkaar hadden'
Een ander opvallend fietsavontuur is je fietstrip met goede vriend en ex-prof Thomas Dekker in de VS. In Oklahoma werden jullie gearresteerd en in de cel gesmeten.
“We wasten ons na een lange fietsrit op de parkeerplaats van een restaurant, waar onze auto stond geparkeerd. We gooiden daarbij water over elkaar heen, als een soort douche. Ik deed dat zo snel mogelijk, maar Thomas is daar iets anders in. Op een gegeven moment vielen we op en belde iemand de politie. In no-time stonden er vijf politieauto’s voor onze neus en werden we gearresteerd, omdat ze dachten dat we seks met elkaar hadden. En dat is in het conservatieve Oklahoma voor twee mannen een strafbaar feit. Al moet ik wel zeggen dat het ook in ons land niet wordt gewaardeerd als je in je blote leuter op een parkeerplek gaat staan. Om twee uur ’s middags werden we in de boeien geslagen en in aparte auto’s naar het politiebureau vervoerd, waar we in een cel werden gegooid.”

Wat zeg je dan tegen elkaar?
“Ik heb alle emoties doorgemaakt. In het begin was ik boos op Thomas, daarna kregen we eten en werd ik wat toegankelijker. We werden na tien uur, net voor middernacht, vrijgelaten.”
Je belandde met Thomas ook midden in de beslommeringen, als ik het zo goed verwoord, rondom de moord op wielrenster Moriah Wilson.
“Dat is een mega-triest verhaal. Een love trial. Thomas en ik zaten daar middenin. Wij reden in Amerika een gravelwedstrijd, Gravel Locos, en in aanloop daar naartoe werd bekend dat wielrenster Moriah Wilson in Austin in Texas was doodgeschoten. Veel meer wisten we toen nog niet. Thomas en ik reden die wedstrijd en gingen daarna ter voorbereiding op onze volgende wedstrijd, Unbound, een paar keer met Colin Strickland trainen en konden ook bij hem overnachten. Maar de ochtend voordat we aan zouden komen, belde hij: dat overnachten bij hem thuis ging toch niet, maar we konden wel in een caravan op z’n terrein verblijven.
Hij had een caravanbedrijf, vandaar. Toen we op zijn erf aankwamen, voelde het al spooky. Colin zag er slecht uit, alsof hij een week niet had geslapen. En dat bleek ook zo te zijn... Tijdens onze eerste fietstocht zei ik al tegen Thomas: Boek voor morgen maar een hotel voor ons, we gaan hier niet blijven. Niet lang daarna vertelde Colin: Ik ben donderdag door twee politieauto’s opgehaald en ze hebben me verhoord vanwege de moord op Moriah. Veel meer kwam er niet uit. Thomas en ik voelden dat er iets niet klopte en besloten na onze fietstocht weg te gaan. Pas later hoorden we dat Colin een affaire had met Moriah en dat zijn vriendin, Kaitlin, haar uit woede had doodgeschoten. Kaitlin is tot negentig jaar cel veroordeeld, dus die zit de rest van haar leven in de gevangenis.”

Heb je nog contact met Colin?
“Af en toe, via Instagram. Hij is helemaal uit de fietswereld gestapt.”
Zelf wil je het ook rustiger aan doen, begrepen we.
“Mijn leven is erg avontuurlijk geweest, zeker in de jaren na mijn profcarrière. Ik ben veel van huis geweest. Vorig jaar was ik tussen half mei en eind augustus in totaal twee weken thuis. Mijn kinderen worden ouder, zijn tien en twaalf jaar oud. Het is niet dat mijn vrouw zegt: Lau, blijf thuis, het komt uit mezelf. Ik wil niet zo lang meer zonder vrouw en kinderen van huis zijn. Ik heb in februari nog aan een bikepackwedstrijd in Rwanda meegedaan, die duurde negen dagen. Dat vind ik lang zat.”
Je combineert al je fietsavonturen met je wielrenbedrijf en -platform, Live Slow Ride Fast, hoe is dat ontstaan?
“Daar heeft mijn compagnon Stefan Bolt een grote rol in gespeeld. Stefan en ik zijn in 2018 als podcast begonnen. Toen was ik nog profrenner, ik was daarmee de eerste wielrenner die als actieve wielrenner een podcast maakte. In 2020 stopte ik en Stefan was wel klaar met zijn leven als consultant, waarna we ons bedrijf opstartten. We maken nog altijd een wielrenpodcast, maar verkopen ook onze eigen koffie, wijn, fietskleding en -attributen, organiseren evenementen, verhuren onze studio en zijn voor partijen in te huren om content te maken. We groeien steeds harder, hebben nu een kantoorruimte in Amsterdam. We willen mensen inspireren om ook te gaan fietsen. Live Slow Ride Fast draait voor mij om balans. Keihard fietsen, maar tegelijkertijd ook een goede vader of echtgenoot zijn.”
Je vrouw Thessa Neef heeft ook een rol in jullie bedrijf en houdt zich bezig met de communicatie. Wie had dat ooit gedacht toen jullie in de brugklas bij elkaar in de klas kwamen?
“Onze oudste zoon zit op dezelfde school en in dezelfde brugklas als wij destijds. Wij hadden toen nog geen relatie trouwens, dat kwam pas in 1998 - tijdens de WK-wedstrijd Nederland- Mexico, die we in de kroeg keken. Intussen zijn we getrouwd, hebben we twee kinderen gekregen en hebben we met z’n vieren in 2016 een jaar in Amerika gewoond.”

Wat heeft dat jaar jullie gebracht als gezin?
“We zijn af van het idee dat in Nederland leeft dat je alleen in het weekend leuke dingen met elkaar onderneemt. In Amerika is het heel gewoon om doordeweeks vrienden uit te nodigen voor een leuke avond. Doen wij nu ook. Dan vragen we of ze dinsdagavond kunnen. Dan krijg je eerst de vraag: hoezo op dinsdag? Kan dat niet op vrijdag of zaterdag? Maar waarom zou je je tot het weekend beperken? En onze jongens honkballen, dat is ook echt Amerikaans. Daar hebben ze in Amerika mee kennisgemaakt. De oudste zat eerst op voetbal en keepte op redelijk niveau, hij speelde met Kolping Boys zelfs tegen Ajax en AZ.”
Welke rol speelt Thomas Dekker in jullie bedrijf?
“Hij schuift als analist aan in de podcast. Thomas is autonoom, hij leeft niet in een stramien. Hij verblijft veel in Spanje om te fietsen en de winter te ontvluchten. We gebruiken hem vooral voor de analyses rondom de voorjaarsklassiekers en de Tour de France.”
Jij helpt hem daarnaast enorm op persoonlijk vlak. Thomas heeft er nooit een geheim van gemaakt met depressies te kampen en roemt jou voor het feit dat je er niet alleen voor hem bent, maar hem ook helpt en de lach in zijn leven brengt.
“Het is niet zo dat ik daar een bepaald idee bij heb, dat ontstaat gewoon. Ik doe gewoon wat goed voelt. Thomas en ik zijn tegenpolen, maar kunnen ontzettend goed met elkaar opschieten.”
'Op mijn vijftigste nog rijden tegen jonge jongens wil ik niet. Maar ik heb nog wel een toekomstdroom: wereldkampioen worden met de vrouwen'
Wat nogal verraste is dat je, naast je al drukke zakelijke leven, ook nog bondscoach van de vrouwenploeg bent geworden. Hoe ben je in die rol beland?
“Ik reed in 2023 het WK Gravel in Italië en wij organiseerden daar een afterparty, waar ook de directeur van de KNWU (Koninklijke Nederlandse Wielren Unie -red.), Wilbert Broekhuizen, bij aanwezig was. Hij vertelde dat ze op zoek waren naar een bondscoach voor de Nederlandse gravelploeg. Ik zei: Joh, Wilbert, laat mij dat lekker doen. Ik werd aangesteld en halverwege vorig jaar kwam hij naar me toe. Ik vind dat je dat goed doet, zou je ook bondscoach van de vrouwenploeg willen worden? Eerst dacht ik: ik? Maar hoe langer ik erover na gingen denken, hoe meer redenen ik zag het te gaan doen. Ik zou dan alleen wel iets minder tijd hebben voor Live Slow Ride Fast en mijn focus wat moeten verleggen.”
Je compagnon Stefan vond dat je het niet moest doen.
“Hij was niet enthousiast, vanwege het verleggen van de focus. Intussen is hij bijgedraaid en ziet hij dat het ook voordelen heeft. Ik zit dichter op de koers, kom in de hotels waar de renners en rensters ook komen. Daar hebben we met ons bedrijf ook voordeel van. En daarbij is er geen sprake van belangenverstrengeling, want ik kan in de podcast gewoon vrijuit blijven praten. We maken immers een podcast over het mannenwielrennen.”
Je belangrijkste doel bij de vrouwen is om de zogeheten ‘kutnijd’ de ploeg uit te krijgen. In het verleden gunden de vrouwen elkaar het licht in de ogen niet en reden bij vlagen zelfs tegen elkaar in plaats van met elkaar.
“Ik ben altijd eerlijk. De rensters moeten openstaan voor mijn beslissingen. Ik ga ook pal voor mijn rensters staan. De mensen en volgers mogen mij afrekenen op de tactiek.”

Je bent onlangs bij kopvrouw Demi Vollering in Zwitserland geweest, waar zij woont. Zij kreeg vorig jaar veel kritiek omdat ze haar eigen wedstrijd reed en zich niet om het ploegenbelang leek te bekommeren.
“Ik heb met haar gefietst, gevraagd hoe ze zich voelt, maar ook over andere dingen gesproken. Het is belangrijk om een band met elkaar op te bouwen en elkaar te leren kennen, als je onder grote druk moet samenwerken en beslissingen moet nemen.”
Je krijgt er een probleem bij nu voormalig wereldtopper Anna van der Breggen haar rol als ploegleider heeft neergelegd en weer is gaan fietsen.
“Probleem? Dat is alleen maar goed. Ik denk dat ieder land blij is als iemand als Anna van der Breggen tot je ploeg behoort. Zij is absolute wereldtop geweest, ik ben benieuwd hoe ze terugkomt. Ze maakt een grote kans om geselecteerd te worden en mag van mij het WK ook winnen, hoor.”
In tegenstelling tot veel renners van jouw generatie ben jij, zo heb je zelf aangegeven, nooit voor doping gezwicht. Kun je dat verklaren?
“Ik heb altijd goede invloeden van buitenaf gehad en ben al vanaf mijn zeventiende samen met mijn vrouw. De grote mannen bij mijn eerste profploeg waren lokale helden Matthé Pronk en Rudi Kemna, zij waren anti-doping (al bekende Rudi na zijn carrière dat hij kortstondig epo had gebruikt -red.). Niet aan beginnen, zeiden zij. Ik keek tegen hen op, toen ik 23 jaar oud was. Dat is iets anders dan als je in het geval van Thomas Dekker bij Michael Boogerd op de kamer wordt gelegd en er anders over doping wordt gedacht.
Daarnaast was ik toen al samen met mijn vrouw Thessa, die destijds les gaf op een school in Gulpen. Als ik weet dat jij gebruikt en ik krijg in de lerarenkamer of van mijn leerlingen complimenten dat jij weer goed hebt gereden, kan ik daar niet mee omgaan. Dus zorg je dat je geen doping gebruikt. Ook ging ik, zonder dat ik gebruikte, ieder jaar meer verdienen. Ik maakte klein stapjes van 23.000 euro per jaar, naar 50.000 en 100.000 euro per jaar. Ik verdiende als begin twintiger al meer dan mijn vader.”

Maar als je 100.000 euro hebt, wil je 300.000 euro.
“Je moet ook tevreden kunnen zijn met wat je hebt. Je hebt mannen die meerdere vrouwen hebben. Dat heb en wil ik ook niet. En daarbij: ik kon wel geloven dat er acht beteren waren dan Laurens ten Dam. Ik heb ook bij de amateurs nooit veel gewonnen. Het is niet zo dat ik van veel winnen bij de junioren naar niet meer winnen bij de profs ging.”
Welke toekomstdroom heb je nog?
“Ik wil wereldkampioen worden met de dames. Ik had Tour Divide graag gewonnen, dat is niet gelukt en gaat ook nooit meer gebeuren. Ik word dit jaar 45 jaar en ga wat dat betreft een stap terug doen. Ik wil niet die vijftigjarige man worden die nog tegen de jonge jongens fietst. Het echte presteren en moeten is voorbij. Andere dingen zijn ook belangrijk. Ik kies nu op zaterdagochtend voor de honkbalwedstrijden van mijn zoons, in plaats van zelf te gaan fietsen.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Clemens Rikken, Instagram