Wat zit er achter de villamoord in Kinderdijk? Veroordeelde klusjesman blijft onschuld volhouden

“Dan weet je nu hoeveel ik van je hou.”

Dat zijn de woorden van Cor de J., nadat hij in de nacht van 1 op 2 december 2022 een kogel door het hoofd heeft geschoten van de nieuwe vriend van de weduwe Smit. Haar 78-jarige klusjesman is midden in de nacht opgedoken in haar slaapkamer in de afgelegen, monumentale villa in Kinderdijk. Hij voegt er dreigend aan toe: “Ik zal jou nu ook dood moeten schieten, want dit moet op een roofoverval lijken.”

Maar als de weduwe smeekt om het niet te doen vanwege haar kinderen en kleinkinderen, laat hij zijn wapen zakken. De J. draagt de weduwe dan onder dreiging van zijn pistool op om zich aan te kleden en de juwelen die zij bewaart in lades van een kast, in een plastic tas te stoppen. Hij vraagt ook nog om de lades ‘rommelig’ neer te leggen. 

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Daarop richt hij het wapen weer op haar hoofd en zegt dat ze vijf minuten moet wachten, en daarna de politie mag bellen. Vervolgens meldt hij dat de politie er nooit achter mag komen dat hij het was die haar slaapkamer is binnengedrongen en haar vriend heeft neergeschoten: “Anders weet ik je overal ter wereld te vinden.”

Daar bij die molens

De oude directeurswoning waar de klusjesman zijn fatale nachtelijke bezoek bracht, ligt op een indrukwekkend, maar ook desolaat punt, daar waar de rivieren de Lek en de Noord overgaan in de Nieuwe Maas. Het is het Drierivierenpunt op een paar kilometer van Rotterdam, waar het staal en de roest van de scheepvaart en de industrie de omgeving kleuren. 

De villa is verstopt achter de scheepswerf, waar ook het scheepsbouwbedrijf Smit deel van uitmaakt - een bekende naam met een lange historie. Ervoor de kleine dijkhuizen van de medewerkers van het bedrijf. Het is op een steenworp afstand van de  van de molens bij Kinderdijk, het Unesco Werelderfgoed dat jaarlijks tienduizenden bezoekers trekt. 

Nadat hij de kogel heeft afgevuurd zegt De J.: 'Ik zal jou nu ook dood moeten schieten, want dit moet op een roofoverval lijken'

Gelogen uit pure angst

Het slachtoffer dat in de nacht van 1 op 2 december 2022 zo bruut wordt neergeschoten, is de 74-jarige Humbert D. uit Den Haag, die tot zijn pensioen een hoge functie had als directeur Mededinging bij de Europese commissie in Brussel. Hij woont in een chic huis in het Belgische Overijse en heeft sinds enige maanden een relatie met de weduwe Smit, wier in 2019 overleden man een telg was uit de bekende scheepsbouwfamilie.  

Het is aan het begin van de nacht, om precies te zijn 00:31 uur, als de weduwe erin slaagt om het alarmnummer te bellen met de melding dat haar vriend in hun bed is neergeschoten, en dat er meerdere sieraden zijn weggehaald uit haar woning. Een ambulance brengt de zwaargewonde Humbert D. naar een ziekenhuis, terwijl forensische onderzoekers in de villa aan het werk gaan. De volgende dag legt de weduwe een verklaring af bij de politie. Ze vertelt dat ze in de bewuste dramatische momenten plotseling een ‘zwarte schim’ of een ‘gedaante’ zag staan in haar slaapkamer, die kort daarna een fataal schot op haar vriend afvuurde. Haar waarnemingen zijn nogal wisselend. Ze stelt een ‘silhouet’ te hebben gezien, maar het zouden ook ‘twee gemaskerde mannen’ kunnen zijn geweest. 

Op de avond van de 6de december, de dag dat Humbert D. aan zijn verwondingen overlijdt, past de weduwe haar verklaring echter aan: het was haar bejaarde klusjesman die plotseling aan het voeteneinde van haar bed stond en die tot het dodelijke geweld overging. “Met een angstaanjagende blik in zijn ogen.” 

Ze durfde dit eerst niet te vertellen, uit angst voor zijn dreigende woorden die nacht, zo zal ze later tijdens de rechtszaak vertellen. “Ik twijfelde er geen moment aan dat hij het meende. Ik had gezien waartoe hij in staat was. Ik was bang alsnog vermoord te worden,” tekent De Telegraaf uit haar mond op. “Ik heb gelogen tegen mijn kinderen en tegen de politie. Uit pure angst.”