/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FPn3ZdDRiaddf8T1741775482.jpg)
Op 14 september 2003 troffen agenten in Rotterdam het lichaam van een 33-jarige Tunesiër aan. Na onderzoek bleek dat het slachtoffer door geweld om het leven was gebracht. Dat schrijft de politie op hun website.
Hoewel er destijds al DNA-sporen van de vermoedelijke dader werden gevonden door Forensische Opsporing, werd er niemand aangehouden. In 2019 kwam er bericht uit Zweden, doordat de verdachte daar werd opgepakt en DNA moest afstaan. Een match met de sporen die werden gevonden op de plaats delict in 2003.
Het Openbaar Ministerie meldt dat er wegens veiligheidsredenen niet kan worden gedeeld waarom de verdachte destijds in het Scandinavische land werd aangehouden.
De politie kreeg na de match met het DNA uit het Scandinavische land alsnog te maken met een flinke tegenslag. Nadat het DNA overeen kwam met opgeslagen DNA-profielen in de internationale databank, was de verdachte onvindbaar.
Aanhouding in Zweden
Tot nu. De 51-jarige Libiër bleek echter niet ver te zitten, aangezien hij gewoon wederom opdook in Zweden. De politie heeft de verdachte daar weten aan te houden en inmiddels uitgeleverd aan Nederland. Dat laat het Openbaar Minsterie weten.
"Een mooi resultaat van het coldcaseteam onder leiding van het Openbaar Ministerie", schrijft de politie over de doorbraak in deze 21 jaar oude moordzaak.
De politie laat daarnaast weten dat de Libiër inmiddels al aan de rechter-commissaris is voorgeleid en die heeft bepaald dat hij nog zeker twee weken langer vast blijft zitten.
Over het 33-jarige slachtoffer uit Tunesië - die in de tijd van de moord in Rotterdam woonde - kunnen ze wegens het lopende onderzoek op dit moment verder geen uitspraken doen.
- Politie, Openbaar Ministerie
- Adobe Stock