/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FjUmgL4EqYt1Udk1741618798.jpg)
Op de foto: Astrid Holleeder in 1970.
November 1983, hartje Jordaan. Zes gewapende mannen met bivakmutsen trappen de voordeur in op de Eerste Egelantiersdwarsstraat. De schreeuwende politieagenten arresteren alle aanwezige bewoners: Stien Holleeder, haar zoon Gerard, en diens zusjes Sonja en Astrid. Op het bureau horen zij waarom zij zojuist zijn opgepakt: hun zoon en broer Willem heeft Freddy Heineken en diens chauffeur Ab Doderer ontvoerd. “Vanaf dat moment weet je: ik hoor bij deze familie,” zal Astrid 36 jaar later op dat onvergetelijke moment terugblikken. “En je hoort nergens anders meer bij. Want vanaf dat moment ben je een paria. Dat maakt dat je elkaar gaat steunen, ook in de verkeerde dingen. Je dekt alles af uit liefde. Daardoor vergroei je met elkaar. Het is zo moeilijk om dat te doorbreken.”
De jonge Astrid Holleeder, zeventien lentes jong, heeft haar zinnen dan al gezet op een carrière in de advocatuur. Niet zozeer vanwege een gigantische drang om iets goeds te doen, maar meer als manier om zich te ‘ontworstelen’ aan haar dysfunctionele gezin. “Ik had me in een wereld begeven met beschaafde mensen die afgewogen beslissingen nemen. Zo wilde ik gekend worden,” blikt ze in 2019 terug. Dat lukt, tot op zekere hoogte.
Ze studeert af in 1995, maar haar familienaam zit een glansrijke carrière in het civiele recht in de weg. Willem Holleeder is dan namelijk al uitgegroeid tot een heel grote jongen in de onderwereld. In het strafrecht blijkt dit voor Astrid juist in het voordeel te werken. Criminelen die haar grote broer als voorbeeld zien vinden hun weg naar Astrid voor juridische bescherming. “Ik weet hoe het voelt om te worden opgepakt en in de cel te worden gesmeten. Welke advocaat maakt dat nou mee?” zal Astrid dat later toelichten. Zo groeit de jongste Holleeder uit tot een succesvol advocate, maar ook tot vertrouwenspersoon en adviseur van haar broer, die op zijn beurt uitgroeit tot een van de beruchtste criminelen die Nederland ooit heeft gekend.

Moorddadige verrader
Achttien jaar later, in 2013, stapt Astrid voor de eerste keer zelf naar de politie, samen met zus Sonja en Sandra den Hartog, een ex-vriendin van Willem. Na lang twijfelen besluiten deze vrouwen belastende verklaringen af te leggen tegen ‘de Neus’, een beslissing die Astrid destijds zelf omschrijft als een ‘kamikazeactie'. Levensgevaarlijk, maar: “Het zou anders nooit eindigen,” aldus Astrid in Het Parool. \

Achter gesloten deuren voert zij vele gesprekken met de recherche, om uiteindelijk in 2015 te onthullen dat zij Willem ervan verdenkt het brein te zijn achter zes liquidaties. “Hij is een gewetenloze, manipulatieve, moorddadige verrader. Ik wil dat mijn broer nooit meer uit de gevangenis komt. Alleen als hij levenslang krijgt, kan hij niet nog meer slachtoffers maken.” Mede door deze verklaringen én de geheime opnames die zij van haar broer maakte, met verstopte zendertjes in haar bh, wordt Willem Holleeder op 4 juli 2019 veroordeeld tot levenslang. De Amsterdammer wordt schuldig bevonden van het uitzetten van vijf moordopdrachten, waarbij zes doden vielen: Cor van Hout (2003), Robert ter Haak (2003), Willem Endstra (2004), John Mieremet (2005), Kees Houtman (2005) en Thomas van der Bijl (2006). De reactie van Willem zelf, op de vele belastende verklaringen van zijn zusje? “Assie is wappie.”
Natuurlijk weet Astrid dat haar besluit om zich tegen haar gewelddadige en machtige broer te keren, ingrijpende gevolgen zal hebben. Maar dat het zó uit de hand zou lopen? Aanvankelijk biedt justitie hun getuigen Astrid, Sonja en Sandra slechts één enkele optie: verkassen naar het buitenland. “Maar dan ga je allemaal apart, hè?” zei Astrid daarover in het AD. “En moet je afscheid nemen van je kinderen, kleinkinderen, moeder en zus. Dat gaat natuurlijk niet, bij zo’n hechte familie als de onze, en dat wisten zij heus wel. Omdat wij voor die optie bedankten, is ons leven in de tien jaar die volgden steeds ondraaglijker geworden.” Daar is geen enkel woord van gelogen.
In Astrids vele boeken, interviews, columns en radio-optredens schetst de advocate regelmatig in geuren en kleuren hoe ellendig haar leven er sindsdien uitziet. En dat begint al direct na de veroordeling. “Op het moment dat er een motor naast me komt rijden, voel ik een angst die ik niet eens kan beschrijven,” zegt ze in 2016. “Zeker als er twee mensen op zitten.” Astrid moet verhuizen en vrij snel erna direct weer. En kort daarna nog eens. En zo tientallen keren. Van schuilplaats naar schuilplaats. De hete adem van Willem, die vanuit zijn cel in de EBI nog steeds invloed kan uitoefenen en mensen kan aansturen, voelt Astrid iedere minuut van de dag. Daarom draagt zij altijd een kogelwerend vest, moet zij zich non-stop vermommen en doet ze haar boodschappen nooit in de buurt. Heel soms ziet zij haar zus, dochter of kleinkinderen. Niet voor de bios of de kroeg, maar voor ‘een uitje naar winkels met de nieuwste kogelwerende snufjes’. “Hij heeft me alles afgenomen,” verzucht de jongste Holleeder-telg in Het Parool, jaren later. “Mijn werk, mijn huis, bijna alle sociale contacten.”
Spannende thriller
Teruggetrokken levend en compleet geïsoleerd van alles en iedereen besluit Astrid dat te doen wat zij nog wél kan doen: schrijven. En daar blijkt ze een groot talent voor te hebben. Astrids eerste boek, Judas, leest als een spannende thriller, over hoe ’s lands bekendste crimineel zijn eigen familie dertig jaar lang terroriseerde, afperste en bedreigde. “Wie Judas leest voelt hoe het is om te leven met een topcrimineel. Hoe het is als je broer middenin de nacht aan je deur staat en dat hij altijd bepaalt wat je doet en waar je bent. Hoe het moet zijn om je broer levenslang te geven én zelf ook levenslang te krijgen,” zo luidt een ronkende recensie.
Judas gaat in 2016 ruim 600.000 keer over de toonbank en passeert daarmee, ironisch genoeg, De ontvoering van Alfred Heineken als bestverkochte Nederlandse true crime boek aller tijden. Voor Astrid zelf is haar schrijfdebuut vooral een testament voor haar dochter, Miljuschka. De advocate weet namelijk zeker: “De gedachte aan wraak op mij is het enige dat Willem overeind houdt,” aldus Astrid in de Volkskrant. “Ik weet niet of ik er morgen nog ben. Nu kan mijn dochter in elk geval teruglezen hoe ons leven is geweest.” De Neus heeft vooralsnog alleen met deze woorden gereageerd op Judas: “Als dat boek niet over mij zou gaan, zou ik net zo geschokt zijn als iedereen. Maar wat Astrid zegt, klopt niet.”

De opvolger van Judas heet Dagboek van een getuige en is vooral een noodkreet voor betere getuigenbescherming. Want die is ronduit belabberd, stelt Astrid. “Een getuige zonder spaargeld is in dit land aan de goden overgeleverd. Terwijl iemand als ik, een advocaat met een leuke bankrekening dankzij een goed verkocht boek, wel de 'luxe' heeft zichzelf te beveiligen tegen wraakacties. Dat is niet eerlijk, en ook niet goed voor iedereen die criminelen achter de tralies wil krijgen. Want belastende verklaringen afleggen is eigenlijk alleen mogelijk als je in staat bent je eigen beveiliging te betalen.”
In haar boek schetst Astrid de schrijnende voorbeelden van die amateuristische getuigenbescherming. Een lek bij het beveiligingsteam, niet functionerende alarmsystemen en hoe justitie haar echte naam gebruikt bij de inschrijving op een nieuw adres. “We hebben het hier wel over een strafzaak tegen Willem Holleeder, de topcrimineel die terechtstaat voor zes liquidaties, waaronder die op twee getuigen die allebei nota bene vooraf verklaarden door hem te worden vermoord áls zij tegen hem zouden getuigen,” schrijft de verbijsterde zus van. De reactie van de hoofdverantwoordelijke, de toenmalige minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus, op deze levensgevaarlijke situaties: “Ik laat me niet uit over individuele zaken.”
Er komen nog twee bestsellers, alsook vertalingen in het Duits, Engels, Zweeds, Deens en Frans, een serie op Videoland, talloze interviews en zelfs een wekelijks programma op de radio. Van stempels als ‘succes’ of ‘rijk’ wil Astrid echter niets weten. “Ik begrijp niet dat mensen jaloers kunnen zijn op mijn leven,” briest ze in 2019 in de Volkskrant. “Dat je kunt zeggen dat ik rijk ben. Waarín dan? In de zorgen om mijn kind? Ik had een goeie baan, een heerlijk huis, een fijn sociaal leven. Ben ik allemaal kwijt. Ja, ik heb dankzij die boeken geld op de bank, maar geloof me: dat is niet hetzelfde als rijk zijn.”
'De gedachten aan wraak op mij is het enige dat Willem overeind houdt. Ik weet niet of ik er morgen nog ben'
De dingen die echt belangrijker zijn – familie, vrienden, vrijheid – kent Astrid nu al tien jaar niet meer. Sterker nog: ze denkt dat broer Willem in de zwaarst beveiligde gevangenis van Nederland een nog leuker leven leidt. “In 2020 werd ons verteld dat Wim al maanden niet meer geïsoleerd zat, maar op zijn afdeling vier uur per dag met een aantal andere criminelen kon sporten, luchten en eten. Ongelooflijk: daarmee heeft hij een nog socialer leven dan ik,” aldus de advocate. Dat haar broer ook nog gevaarlijk is, merken Astrid en Sonja in 2020. Beide zussen ontsnappen in dat jaar aan een moordaanslag. “Het zijn wel gevangenissen waar ze inzitten, met een streng regime, maar dat wil niet zeggen dat ze niet gewoon door kunnen gaan met alles wat ze al deden,” zegt Astrid in oktober 2024 bij radiozender Qmusic.
Sinds 2019 vreest Astrid niet alleen voor haar eigen leven en dat van haar zus. Ook haar beroemde dochter Miljuschka Witzenhausen, die al vele programma’s heeft gepresenteerd op televisie, zou inmiddels op de dodenlijst van Willem zijn beland. In Familiegeheimen, Astrids derde boek, vertelt de advocate hoe dat, aan het begin van dat jaar, begint. Astrid krijgt dan van een vriendin een berichtje doorgestuurd van een huurmoordenaar. Daarin staat: “Ik heb een geldbedrag gekregen om Astrid om te leggen. Het gaat ook om haar dochter. Ik heb foto’s van haar gekregen.” Een half jaar later reageert Astrid daarop in de Volkskrant: “Door die app werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik heb het altijd voor mezelf willen ontkennen, maar hierdoor moest ik het onder ogen zien: zolang ik onvindbaar ben, loopt Miljuschka een groter gevaar.”
‘Lamlul’
Astrid is nog maar 19 jaar als zij in 1985 moeder wordt van Miljuschka. Het meisje is elf jaar als haar vader, de Amsterdamse galeriehouder Jaap Witzenhausen, met de noorderzon vertrekt. “Mijn vader is een lamlul,” schrijft Miljuschka daar 22 jaar later over. “De man die altijd met mij achter het fornuis stond en te harde grappen maakte bij de slager, was opeens verdwenen.” Met Miljuschka komt het goed: ze groeide inmiddels uit tot veejay, actrice, presentatrice én televisiekok. Maar die mooie carrière heeft nu wel een keerzijde. Haar beroemde persoonlijkheid maken van haar immers een makkelijk doelwit. En dus krijgt nu ook Miljuschka, sinds 2022, beveiliging rond de klok.

“Mijn leven is heel beperkt geworden door alle veiligheidsperikelen,” schrijft de presentatrice destijds in een schriftelijke verklaring. Tegen de Volkskrant zegt ze: “Ik kijk dertig keer vaker over mijn schouder dan een ander, en overweeg zorgvuldig alles wat ik in de buitenwereld doe. Maar als dat niet genoeg is: kóm dan maar. Ik weiger om mijn leven nog langer door angst te laten vergiftigen. Of om maar half te leven. Ik leef voluit, en wil daarin ook een voorbeeld zijn voor mijn kinderen, anders heb ik sowieso al verloren.”
Voor Astrid, die inmiddels al 28 keer verhuisde om onder de radar te blijven, trekken de bedreigingen op het adres van haar dochter een flinke wissel. “Ik voel mij als moeder ontzettend tekortschieten,” zegt ze in 2024. “De overheid doet niets, dus ik moet haar voor mijn eigen gevoel beschermen, maar ik kan dat niet zo adequaat als justitie dat zou kunnen. Dus ik ben overal waar zij is en probeer de boel in de gaten te houden.” Dat leidt geregeld tot filmische situaties.
Als Miljuschka weer eens bij RTL Boulevard aan de desk staat, liggen Astrid en Sonja onder haar auto om te kijken of er geen bom onder zit. En als Miljuschka uit eten gaat, scant haar moeder vanuit haar auto de omgeving. In haar meest recente boek Wie praat, die gaat beschrijft Astrid hoe dit soort rariteiten de relatie met haar dochter opbreken. “Doordat we niet op een normale manier in elkaars leven betrokken zijn, maak je samen ook geen gewone dingen meer mee - en daardoor raak je elkaar uiteindelijk een beetje kwijt. Door mijn isolement heb ik voor niemand echt betekenis. Ik ben moeder, oma, tante en vriendin. Maar ik kan geen moeder, oma, tante of vriendin zijn, omdat dat regelmatig contact vereist. Ik ben niemand meer. Ik ben gaan getuigen omdat ik vond dat het moorden moest stoppen, maar ik had nooit voorzien dat die beslissing zo’n sloopkogel zou worden, die langzamerhand alles kapot heeft gemaakt.”

Uit het isolement
In haar meest recente interview zegt Astrid: “Probeer maar eens tien jaar zo te leven. Dan sterf je gewoon af, hoor. Vergis je niet, ik heb mijn broer opgesloten, maar hij houdt mij net zo goed gegijzeld.” Was het niet beter geweest als ze haar broer zelf had vermoord, toen ze die kans had? Daar heeft Astrid vaak over nagedacht. Miljuschka praatte dat idee dan weer uit haar hoofd. Omdat zij ‘geen moordenaar als moeder’ wil. En dus kabbelt Astrid door, terwijl haar geïsoleerde leven verder en verder afsterft.
Vorige maand ontmoette Astrid, in het diepste geheim, twee lezers van haar boek. 'Een onvergetelijke dag. Ik heb genoten en het smaakt naar meer'
Maar er gloort hoop. Astrid kruipt mondjesmaat uit de anonimiteit. Sinds oktober heeft zij een wekelijks momentje op de radio, bij Qmusic, waar zij luisteraars voorziet van levensadviezen. Haar specialiteit: eenzaamheid. Ook heeft Astrid recent een Instagram-account aangemaakt, om zo langzaam weer contact te krijgen met de buitenwereld. Daarop deelt zij in februari dat zij zelfs een Ajax-wedstrijd heeft bezocht.
In een ander bericht dankt ze haar beveiligers, naast een onherkenbare foto van zichzelf. “Dank. Steeds een beetje meer mezelf zijn. Dankzij beveiliging. Steeds een beetje meer contact met de buitenwereld. Dankzij Insta.” En vorige maand ontmoette Astrid, in het diepste geheim, twee lezers van haar boek. “Een onvergetelijke dag. We hebben gepraat, gegeten en gelachen. Ik heb genoten en het smaakt naar meer.” De reden van dit alles: Astrid krijgt, na vele jaren hierom te hebben geschreeuwd, eindelijk betere beveiliging. Met haar laatste boek, Wie praat, die gaat, dwong zij een ontmoeting af met de minister van Justitie en Veiligheid. “Een heel positief gesprek geworden,” aldus de advocate tegen RTL.

“Allereerst omdat er behoorlijk wat medeleven werd uitgesproken en ook wel hand in eigen boezem werd gestoken. Dat het toch wel heel tragisch was dat wij zolang op die manier hebben moeten functioneren. En er werd ook gelijk actie beloofd en ik moet zeggen: dat is ook gebeurd. Ik wil ook verder, ik wil ook leven, ik wil ook werken, ik wil ook net als iedere andere burger mee kunnen draaien in de samenleving. Zoals we er nu uitgekomen zijn, is dat een mogelijkheid voor mij. Daar ben ik heel blij om, want dat trekt me ook een beetje uit het isolement en uit de eenzaamheid.”
Tegelijkertijd weet Astrid als geen ander: haar hele leven zal zij over haar schouder moeten kijken. Iedere dag, tot aan haar dood. “Ik weet hoe Willem is,” zei ze onlangs in Het Parool. “Extreem geduldig, totdat hij zijn wraak kan nemen. Over John Mieremet zei hij: Weet je wat het is, As? Over tien jaar haal ik nog een ouwe koe uit de sloot. En precies tien jaar nadat Mieremet tegen justitie over Wim had verklaard, werd hij in Thailand doodgeschoten. Wie praat, die gaat.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, Privécollectie