Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Cabaretière Brigitte Kaandorp (62): 'Ik kan niet eeuwig de kneus blijven spelen'

Brigitte Kaandorp groeide in 42 jaar tijd uit tot een van de meest geliefde theatermakers van ons land. Klaar is ze allerminst, maar sterven in het harnas wil ze dan ook weer niet. 

Brigitte Kaandorp

Zwaar leven
Brigitte Kaandorp groeide op in een groot rooms-katholiek gezin met vier kinderen, waarvan zij de derde is. Tijdens haar studie Nederlands in Amsterdam trad ze regelmatig op in cafés en jongerencentra. Een week nadat ze haar studie tussentijds beëindigde, won ze in 1983 het Cameretten Festival.

De Haarlemse staat bekend om haar absurdistische stijl met bijbehorende teksten en nummers. Zoals: Ik haat je (Je schrokt, je boert, je schijt, je drinkt, je krabt, je pist, je gaapt, je stinkt), Grote blote man (Hij heeft een kleine, blote kont. En hij slaapt met open mond), Kakken (Wat is er lekkerder dan kakken? Een drol uit je anus laten zakken. De stront uit je billen laten floepen) en Zwaar leven (Straks lig ik op m’n sterfbed. En dan lig ik in m’n graf. Dan denkt ik: pfff, ’t is zwaar geweest. Gelukkig is het af). Dat laatste nummer is een van haar meest geliefde klassiekers.

De schoorsteenmantel van Brigitte staat vol met awards die haar werden toegekend, waaronder een Gouden Harp, de Drs. P Trofee en een lintje. In 2009 werd zij namelijk benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

De comédienne schreef tussen haar theaterdebuut in 1984 (Waar gaat zij helemaal alleen heen) en haar meest recente voorstelling in 2024 (De Grote Adventshow) twintig shows. Ook bracht ze zes losstaande albums, vier losse singles, een dvd-box en een boek met songteksten uit.

‘Ik ben van huis uit komiek, maar vind het stiekem nog spannender en dankbaarder om mensen aan het huilen te krijgen’

Laten we met de actualiteit beginnen: je hebt je nieuwe countryshow Het Wilde Westen op het laatste moment gecanceld.
“Dat had zo’n leuk uitstapje moeten worden zoals ik een keer of vijf eerder gedaan heb. Een locatieshow, in dit geval in IJmuiden, waarmee ik andere kanten op kan dan in een reguliere voorstelling. Maar ik kwam in tijdnood, omdat ik een heftige griep had die maar niet overging en daarbovenop kreeg ik een hardnekkige oorontsteking. Ik was erg moe en voelde me maar steeds niet de volle honderd procent om de show voor te bereiden. Mijn creatieve brein lag op apegapen. De tijd schreed maar voort en ik had op een gegeven moment geen andere keus meer dan de show af te zeggen, ook al viel die beslissing mij erg zwaar. In de vier decennia dat ik op het toneel sta, zijn de keren dat ik een voorstelling door ziekte of omstandigheden niet door kon laten gaan op één hand te tellen.”

Maar nieuwe liedjes zullen er vast wel weer komen, toch?
“Jawel. Geef mij een melodie en ik heb er normaal gesproken binnen tien minuten een tekst op. Dat gaat mij makkelijk af. Voor de countryshow had ik bijvoorbeeld een prachtig lied van Linda Ronstadt en Emmylou Harris gevonden. Een schitterende melodie, maar de tekst ging over een soldaat die bij een hoer komt. Een vertaling was dus geen optie, want niemand gelooft me als ik zing dat ik een hoer ben. Ook heb ik nooit een oorlog meegemaakt. Uiteindelijk is mijn versie uitgekomen op iemand die bij het graf van zijn moeder zit en terugkijkt op de relatie die zij met elkaar hadden. Misschien verwerk ik dat ooit nog eens in een toekomstige show.”

Kun je uit elk moment in je leven een liedje destilleren?
“Dat denk ik wel, ja. Zo wil ik al honderd jaar een ode aan de zee maken omdat ik zelf dicht bij zee woon en urenlang in een strandstoel naar de horizon kan turen. Vaak heb ik een idee en zou ik het eigenlijk meteen ergens moeten opschrijven, maar ik ben daar heel slordig in. Collega Peter Pannekoek heeft altijd een dictafoon bij zich, maar zo georganiseerd ben ik niet. Ik weet gewoon dat ik acht liedjes moet hebben en aan die acht pilaren een show kan ophangen. Dat geklets tussendoor komt dan vanzelf wel. Ik houd van de vrijheid om een beetje te freewheelen. Mijn man Jan spoort me al jaren aan om meer met het publiek te praten, omdat ik dat volgens hem goed kan. Ikzelf probeer het juist te vermijden omdat ik het te gemakkelijk vind. Niet eens een tekst voorbereid hebben en gewoon een beetje kletsen met de zaal. Maar misschien vergis ik me daarin.”

Je maakt ook ruimte voor zware onderwerpen. Zo schreef je ooit het nummer Het is gebeurd over zelfmoord.
“Mijn buurjongen Bas maakte een einde aan zijn leven. Hij groeide op met mijn kinderen, ging naar dezelfde school als die van hen en z’n moeder is een goede vriendin van me. In dezelfde periode besloten ook de zus van een andere vriendin en de dochter van een neef van mij uit het leven te stappen. Die drie dingen bij elkaar hebben dit nummer gemaakt. Ik vond het doodeng om het uiteindelijk aan mijn buurvrouw, de moeder, te laten lezen, omdat het niet mijn verdriet was, maar dat van haar. Ik heb geen idee of je het oké vindt, maar volgens mij is dit wat het moet zijn, zei ik toen ik haar het papiertje met de tekst gaf. Stiknerveus ging ik weer naar huis waar tien minuten later de telefoon al ging. Ik bleek exact te hebben verwoord hoe ze zich voelde. Later heeft ze de tekst nog gebruikt in een lotgenotengroep.”

Is mensen ontroeren of laten lachen het mooiste aan je vak?
“Ik ben van huis uit komiek, maar vind het stiekem nog spannender en dankbaarder om mensen aan het huilen te krijgen. Dat is in feite knapper dan een goede grap vertellen en tegelijkertijd ook weer heel stom. Ik weet het niet zo goed. Ik denk dat we beide nodig hebben als mens. In de kerstshow die ik onlangs deed, zat bijvoorbeeld een stuk over een moeder met spijt naar haar dochter bij wie ze domme dingen heeft gedaan. Ze vraagt zich af of ze ooit nog met elkaar zullen spreken. Een medespeler die tijdens het lied de zaal in kon kijken zei na afloop soms: Er zaten er weer dertig te huilen. Het kwam kennelijk aan. Dan heb ik het goed gedaan.”

Kun jij makkelijk jezelf laten gaan bij een zielige film?
“Ik jank al bij een golden retriever die zich uitschudt en tegen z’n baasje opspringt. Bij de gemiddelde Blue Band-reclame kun je me wegdragen. Ik word ook gelukkig als ik aan mijn moeder denk die met haar 99 jaar nog steeds thuis woont. Op 6 maart wordt ze 100 jaar oud. We zijn al weken iets groots voor haar aan het voorbereiden. Een zaal met taart en de burgemeester van Haarlem, Jos Wienen, komt langs. Aanvankelijk zaten we op tachtig man aan gasten, maar zoveel mensen willen komen dat we al de honderdveertig aantikken. Als dat voor haar nog maar te behapstukken is. Zelf is ze er vrij laconiek onder. Dat past misschien ook wel een beetje bij de dochter die ze heeft gemaakt. Zo ben ik ook. Mijn moeder heeft nog een heel sociaal leven en beschikt over een groot team aan buurtgenoten dat haar helpt op de been te blijven. Samen met de thuiszorg die ook een hoop doet. Zelf doe ik boodschappen voor haar en kom ik één keer per week koken. Dat is reuze gezellig.”

‘Velen denken dat je de hele dag in een glitterjurk kaviaar zit te eten, maar daarvoor ben ik geloof ik in het verkeerde land geboren’

Dan heb jij met je 62 nog wel even te gaan.
“Ik ben ook geen kuiken meer, hoor. Met 59 kun je nog zeggen: Ik word oud. Toen ik zestig werd, dacht ik wel even: aha, maar nu bén ik oud. Dat was wel even een klap. Tot die leeftijd dacht ik dat alles nog moest komen, terwijl ik vanaf die verjaardag ineens dacht: hoelang heb ik eigenlijk nog? Een paar maanden later zat ik ineens op de bank bij een psycholoog om erover te praten. Nog eens veertig jaar op de planken staan lukt me natuurlijk niet meer en zo langzamerhand heb ik zoveel levenservaring opgedaan, dat ik niet eeuwig de kneus kan blijven spelen. Sterven in het harnas gaat mij niet gebeuren. Dat lijkt me zo pathetisch. Dat je maar door blijft gaan tot je erbij neervalt.”

Je lijkt er nog wel steeds lol in te hebben.
“Dat is zeker zo. In de kern ben ik altijd iemand geweest die met verbazing naar het leven kijkt of zelf in de problemen raakt. Daar vertel ik dan over, niet zelden door mezelf daarbij belachelijk te maken en mijn publiek een spiegel voor te houden. Ze lachen om mij en daarmee eigenlijk om zichzelf, omdat sketches altijd zijn gebaseerd op herkenbare, alledaagse situaties. Vroeger zong ik over Annelies van der Pies die in haar broek zeek als ze moest lachen of liefdesliedjes over ene Robert Jan die ik toch niet krijgen kan. Dat is de thematiek als je achttien bent. Nu gaat het over mensen die doodgaan, scheidingen, het niet meer samenzijn met de vader van je kinderen. Een andere levensfase betekent andere onderwerpen die je aanspreken.”

Vond je het lastiger om je verhaal aan een psycholoog te vertellen in plaats van een zaal met duizend man publiek?
“Bij haar kon ik me niet verschuilen achter welk typetje dan ook. Ik was daar gewoon mezelf. Het was echter nodig om wat zaken helder te krijgen voor mezelf. Ik kreeg een ontzettend aardige vrouw van 74 met ongelooflijk veel ervaring voor me, die binnen 10 minuten de vinger op de zere plek legde. Ze zag wat mijn pijnpunten waren en hoe ik daaraan moest werken. Dat is eng, het levert huilbuien op en je gaat bepaalde dingen onder ogen zien.”

Zoals?
“Dat ik altijd, zoals mijn man dat zegt, in de top van de piramide werk en dingen thuis daarom wat meer aan hem moet overlaten. Hij zegt ook vaak: Laat mij dat nou maar doen, jij hebt het al druk genoeg. Dat levert een ietwat rare gezinsconstructie op, waarbij ik er nu wel achter ben gekomen dat ik er meer voor mijn kinderen had willen zijn. Vroeger dacht ik dat ik met mijn talent de hoofdprijs had gewonnen. Mensen laten lachen, na afloop bier drinken en dan nog geld meekrijgen ook. Terwijl sommige vrienden moesten studeren, eindeloos solliciteerden en moeilijk aan een baan kwamen. Natuurlijk heb ik de leukste job ter wereld, waarin ik kan excelleren, maar dat betekent niet automatisch dat ik het gewone leven daarnaast dan óók goed aan kan. Mijn psycholoog heeft me helpen te ontsnappen uit een situatie waarin ik niet lekker in mijn vel zat.”

Hoe ziet je gezinssamenstelling er nu uit?
“Ik heb een dochter van 28 die met twee vriendinnen op reis is. Zij vermaken zich wel. Mijn zoon is 31 en heeft een vriendin van 29 die net zwanger is. Over een paar maanden, in juni, word ik zodoende voor het eerst oma en mijn moeder zelfs overgrootmoeder. Daar kijken we erg naar uit. Als kind is het altijd leuk om naar je oma te gaan, want dan mag je altijd net wat meer dan bij je ouders. Ik ga die kleine veel meer dan goed voor hem of haar is verwennen. Als grootouder kun je het moeilijk fout doen omdat je ervaren bent. Je staat daardoor veel zekerder in het leven en weet precies wat wel en niet kan. De regels maak ik echter niet. Daar zijn mijn zoon en schoondochter voor. En als ze ergens echt niet uitkomen, dan zullen ze uiteindelijk heus wel bij mij aan de bel trekken.”

Hoe wild ben je in je jonge jaren geweest?
“Ik was een vrij braaf meisje, maar wilde na de show altijd wel een biertje. Zeker toen ik jong was en geen relatie had. Dan waren we zes weken op pad met al die jonge honden van de techniek erbij. Aan harddrugs ben ik nooit begonnen, hoogstens softdrugs zoals wiet en hasj. Dat kocht ik dan niet zelf, maar rookte ik weleens met Jos, de geluidsman toen. Ik was een te grote schijtluis om heftiger spul te proberen. Helemaal toen ik kinderen kreeg namen de feestjes en avonden in de kroeg af en waren dat soort verleidingen überhaupt ver te zoeken.”

Wat uit die tijd is wel gebleven?
"Het antiglamourleven in de theaters. Mensen denken dat je de hele dag in een glitterjurk kaviaar zit te eten, maar daarvoor ben ik geloof ik in het verkeerde land geboren. Dit is geen New York of Los Angeles, maar gewoon Tilburg en Groningen, waar je met een beetje pech backstage onder een douche met een sensor staat die eerst niet werkt en even later een plens koud water over je heen giet. Net als je je staat af te drogen, springt ie natuurlijk nog een keer aan. Het is ellendig, maar ook wel weer de charme van het rondreizen.”

‘Vroeger dacht ik dat ik met mijn talent de hoofdprijs had gewonnen. Mensen laten lachen, na afloop bier drinken en dan nog geld meekrijgen ook’

Kleven er dan echt geen voordelen aan je bekendheid?
“Nou, het is echt niet zo dat ik een restaurant bel en zeg: Ik ben Brigitte Kaandorp, kunt u de lijst met reserveringen leeghalen? Dat is zo stom. Maar ja, je wordt er wel vaak uitgenodigd, krijgt regelmatig gratis kaartjes en wordt daar dan met champagne in de watten gelegd. Ik ben echter niet iemand die elke première afloopt. Ik ga liever een dag later als het hele circus weg is, want anders krijg je iemand van Panorama aan je broek die je wil interviewen. Mijn policy is wel dat als ik er eenmaal ben, ik niet ga zitten sacherijnen. Dan had ik maar thuis moeten blijven. Die rode loper vooraf is echter wel een drama. Ik ben daar niet goed in en sta ook nooit leuk op een foto.”

Proberen mensen andersom ook weleens bij jou in de gunst te komen?
‘Niet zo lang geleden deed Jenny Arean dat nog. Ik zat op een avond met haar aan de telefoon en we hadden het over De Grote Adventshow waar we afgelopen kerst mee optraden. Ze sprak vrolijk mee, kwam zelf met voorzetjes en zei allemaal gekke dingen die ik in eerste instantie niet helemaal begreep. Toen ging er bij mij een lampje branden. Ik zei: Jen, zit je nou gewoon te solliciteren naar een rolletje? Ja, zei ze. Ze wilde bij de kerstclub horen, al was het maar om kaasblokjes te snijden. Ik stond dat natuurlijk meteen toe. Ik vind haar namelijk geweldig, echt een ster. We hebben haar in het verhaal geschreven en twee extra liedjes voor haar gemaakt.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Clemens Rikken