MISDAADCOLUMN: De geheimen die Marco Ebben meeneemt in zijn graf
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: het overlijden van Marco Ebben.
We weten het nu zeker: Marco Ebben is overleden. Jarenlang was hij een bekende speler in het criminele circuit van Rotterdam. Zijn naam dook op in onderzoeken naar geweldsdelicten en drugshandel. In 2020 kreeg hij zeven jaar opgelegd voor betrokkenheid bij grootschalige cocaïne-import en het witwassen van crimineel geld. Kort na zijn veroordeling wist hij echter te ontsnappen en sindsdien stond hij internationaal gesignaleerd als één van Europe’s Most Wanted. Marco’s dood betekent het einde van een jarenlange klopjacht en markeert de neergang van een generatie criminelen die de Rotterdamse onderwereld decennialang domineerde.
De oude garde verdwijnt namelijk in hoog tempo. Namen als Kobus Lorsé, Cock Steenbergen, John Broek, Henk Smol, René Franken, Jan Oosterbaan en Henk Boom klinken nog na in de straten van de Maasstad, maar velen van hen zitten vast, hebben het criminele pad verlaten, zijn met pensioen of zijn overleden. Met de dood van Marco Ebben lijkt het tijdperk van de klassieke Rotterdamse penoze voorgoed voorbij. Ebben stond bekend om zijn roekeloze levensstijl en werd gezien als de natuurlijke opvolger van zijn vader Henk, alias ‘De Rotterdamse Holleeder’. Marco’s overlijden in Mexico roept vragen op over de geheimen die hij wellicht meeneemt in zijn graf.
Zo werd Ebben meermaals gelinkt aan de nooit opgeloste moord op Pepijn van der Velden in 2013. Van der Velden, zelf geen onbekende in de onderwereld, werd in zijn auto doodgeschoten aan de Aalbes in Rotterdam. Ondanks intensief onderzoek bleef de schutter onbekend. Zowel Ebben senior als junior werd destijds verhoord, maar beiden zwegen. Ook de reeks bomaanslagen vanaf 2023 op het huis en bedrijfspand van de Vlaardingse loodgieter Ron van Uffelen blijft in nevelen gehuld. Waar sommigen Van Uffelen zagen als een toevallig slachtoffer zijn er ook geruchten over zijn mogelijke betrokkenheid bij schimmige financiële transacties. Hoewel Ebbens naam tijdens het onderzoek viel, ontbrak hard bewijs om hem direct aan de aanslagen te koppelen. In een interview met RTV Rijnmond ontkende Ebben elke betrokkenheid bij de zaak.
Het idee dat misdaad loont, mag dan tot de verbeelding spreken, de werkelijkheid toont een grimmiger beeld. Waar de oude penoze ooit pronkte met dure auto’s, glimmende horloges en royale uitgaven in Rotterdamse clubs, rest nu vaak slechts een celdeur of grafsteen. “Misdaad loont niet,” benadrukt justitie keer op keer – en de harde realiteit lijkt die boodschap te onderstrepen. Toch is de criminaliteit in Rotterdam verre van verdwenen. Jonge, vaak gewelddadigere groepen vullen het machtsvacuüm dat de oude garde achterlaat. Waar deals vroeger beklonken werden in rokerige cafés, verloopt communicatie tegenwoordig via versleutelde berichten en fysieke ontmoetingen. De stad verandert snel: hippe koffiebars, nieuwe woontorens en opgeknapte straten bepalen het straatbeeld. Maar in de steegjes van Katendrecht, Crooswijk en de havengebieden echoën de verhalen van weleer nog altijd. Onopgeloste schulden en conflicten verdwijnen niet met het ouder worden van hun hoofdrolspelers.

Met de gewelddadige en – niet geheel onverwachte – dood van Marco Ebben is weer een hoofdstuk in de Rotterdamse onderwereld afgesloten. “Wie het zwaard opneemt zal door het zwaard vergaan,” plegen bijbelgetrouwen dan te zeggen. Maar het verhaal gaat door. De vraag is niet óf de volgende generatie zich aandient, maar wanneer – en hoe gewelddadig dat zal zijn. Eén belangrijke speler kennen we al: Bolle Jos. Ook zijn naam blijft rondzingen en ja, óók in Rotterdam, een stad die hij vanwege het havengebied als zijn tweede thuis beschouwt. Net als Ebben probeert hij buiten bereik te blijven van justitie en rivalen. Maar hoe lang kan hij dat volhouden? In de onderwereld is niemand ooit echt veilig. Wie zich verrijkt met misdaad leeft met een constante blik over de schouder. Vluchten kan, verbergen ook – maar ontsnappen? Dat lukt zelden. Uiteindelijk haalt het verleden iedereen in.