/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FfIt1f5pTJA0NAQ1740741639.jpg)
In de laatste weken van december 2024 is het Zuid-Hollandse Klaaswaal, een dorp in de Hoeksche Waard dat amper vierduizend bewoners telt, in rep en roer. In Panorama’s Echte Mannen Top 100, onze jaarlijkse ode aan het mannelijk geslacht, is één van de inwoners van het dorp verrassend binnengekomen op plek 75. Hij staat op gepaste afstand van de winnaar, de man die in zijn eerste maanden in Engeland direct uitgroeide tot een halfgod op Anfield en ver daarbuiten – Liverpool-trainer Arne Slot – maar boven andere sporticonen, zoals darter Michael van Gerwen (76) en voetballer Wout Weghorst (85). Ook oud-premier Mark Rutte (100) legt het tegen hem af.
De motivatie die we erbij schreven: “De eigenaar van Café Goud in het Zuid-Hollandse Klaaswaal is de grootste attractie van dit bruin café: Justin Goud is pas 18 en daarmee de jongste kroegbaas van Nederland!”
Zoals dat gaat in een dorp verspreidt het nieuws over de meest recente lokale beroemdheid zich als een lopend vuurtje. Via vrienden van hen bereikt de publicatie van de Echte Mannen Top 100 uiteindelijk ook André en Esther, de ouders van Justin. Hun hart maakt direct een sprongetje. Zo trots als een pauw deelt vader André het nieuws op X. “Oké @wilfredgenee plaats 70 op de ranglijst echte mannen top100 in de Panorama maar kijk eens wie erop plek 74 staat Job Knoester ! 1 plekje boven Justin Goud de jongste kroegbaas van Nederland,” schrijft hij enthousiast.

Ook moeder Esther kruipt in de pen. Een e-mail van haar, die wél is voorzien van leestekens, belandt in onze mailbox. “Wat onwijs leuk om de naam van mijn zoon tegen te komen in jullie lijst. Justin is zelf nogal nuchter onder zijn vermelding op nummer 75, maar wij vinden het helemaal te gek! Het is natuurlijk ook heel uniek dat zo’n jong iemand een café runt. Wij zijn enorm trots. Justin staat er met plezier vijf dagen per week. Daarmee maakt hij het niet alleen aantrekkelijk voor jongeren en jongvolwassenen om regelmatig gezellig in het café te hangen, hij bevordert ook de leefbaarheid van ons dorp. Je hoeft niet per se naar Oud-Beijerland of naar Rotterdam voor een gezellige avond.”
Haar bericht sluit ze af met een uitnodiging: “Mochten jullie het leuk vinden om een keer langs te komen, dan horen we dit graag!” Nou, dat laten wij ons natuurlijk geen twee keer zeggen.
'Justin bevordert de leefbaarheid van ons dorp. Je hoeft niet meer naar Rotterdam of Oud-Beijerland voor een gezellige avond'
Van frituurpan naar biertap
Vrijdagavond, een zijstraatje in het centrum van Klaaswaal. In Café Goud, dat sinds kort de naam draagt van de nieuwe eigenaar, staat de Hollandstalige muziek op standje luchtalarm.
“NOU, DIT IS HET DAN, MIJN CAFÉ!” Vanachter de bar begroet Justin Goud, de jongeman om wie het allemaal draait, ons op het vereiste volume. Zijn gezicht spreekt boekdelen: zijn ogen stralen en hij heeft een glimlach zo breed als de rivier de Oude Maas. Hij ziet eruit als iemand die eindelijk zijn plek heeft gevonden. Apetrots schieten zijn ogen van de bar naar de muren en weer terug naar de tap: dit is een gezellig bruin café, niet groter dan een woonkamer, maar juist daardoor knus genoeg om je er meteen thuis te voelen. Als je de drempel overstapt, beland je meteen tussen de stamgasten. Tien van hen zijn er nu binnen, rond de klok van 20.00 uur. Geen van hen zit anoniem aan tafel in een hoekje, nee, allemaal hangen ze gezellig aan de bar, het kloppend hart van Café Goud. Dit is het soort kroeg waar iedereen elkaar kent, maar waar nieuwe gezichten altijd welkom zijn.

“Een paar maanden geleden had ik nooit gedacht dat ik hier zou staan,” vertelt Justin. “Dit was nooit mijn wereld. Ik heb wel een bijbaantje in de horeca gehad, maar dat was in een snackbar. En ja, frituren is toch echt iets anders dan biertjes tappen. Tot voor kort had ik nog geen flauw idee hoe dat überhaupt moest.”
Hij moet er zelf om lachen. Toch staat hij hier, achter de bar van zijn eigen kroeg. Met een glimlach tovert hij een bierglas tevoorschijn en schuift het onder de tap. In één soepele beweging draait hij de kraan open, waarna het bier rustig in het glas stroomt. Met een scherp oog houdt hij de boel in de gaten. Na een paar seconden draait hij de kraan weer dicht en presenteert hij het biertje. De schuimkraag is precies twee vingers dik: perfect.
“Proost!” zegt hij, terwijl zijn ogen glimmen van trots.
Ongure types
“Ach ja, ik sponsorde deze toko de afgelopen jaren toch al,” lacht André, de vader van Justin. Het avontuur van Café Goud is begonnen bij hem. Meerdere avonden per week stond hij aan de bar van Willem’s Place, zoals het café tot voor kort nog heette. Het voelde als zijn tweede thuis, een plek waar de gezelligheid nooit ver weg was. Maar afgelopen jaar vond Willem het wel mooi geweest. De tijd was rijp om van zijn pensioen te gaan genieten en om niet meer elke avond achter de bar te staan.

André sloeg de schrik om het hart toen hij hoorde dat Willem van plan was het café te verkopen. “Ik wilde niet dat deze plek zomaar uit het straatbeeld zou verdwijnen,” zegt hij. “Er bleken twee potentiële kopers te zijn, maar dat waren van die ongure types. Wat zou er onder hun vleugels van dit café terechtkomen? Niks, verwachtte ik. Er zou niks meer overblijven van de sfeer die hier heerst. Er was ook nog een derde optie, maar die was nóg erger: het café zou worden omgebouwd tot een woning. Daar zat ik al helemáál niet op te wachten. Ik heb nog geprobeerd om twee van de stamgasten over te halen om dit café samen met mij te kopen. Die mannen komen hier elke avond, ze zijn net zo gehecht aan het café als ik. Maar zij stonden daar niet echt om te springen. Ze wilden wel graag dat het café behouden bleef, maar de verantwoordelijkheid voor het runnen ervan... Nee, dat was niets voor hen.”
'Ik sponsorde deze toko de afgelopen jaren toch al. En ik zat er helemáál niet op te wachten dat het café zou worden omgebouwd tot een woning'
André moest een alternatief verzinnen. Thuis plantte hij voorzichtig een zaadje bij zijn zoon: “Misschien is die kroeg wel iets voor jou.” Justin, die op dat moment nog bezig was aan zijn opleiding aan het Scheepvaart en Transport College, worstelde met wat hij wilde in het leven. Justin: “Ik zag mezelf niet de hele dag op een heftruck zitten. Ik wilde iets anders, maar ik wist nog niet precies wat. Toen kwam mijn vader met het idee om samen met hem de kroeg over te nemen. Ik stond er gelijk voor open.”

Alle spaargeld erin
Moeder Esther was niet meteen om en deelde haar twijfels: “Werken in de horeca houdt méér in dan gezellig achter de bar staan. Het kost enorm veel tijd. Je moet inkopen doen, administratie bijhouden... Het moet echt je passie zijn. Maar ze hadden allebei nauwelijks ervaring in de horeca. Bovendien hebben André en ik net een nieuwbouwwoning gekocht, die binnenkort wordt opgeleverd. Daar gaat straks ook veel tijd in zitten. Het leek me allemaal nogal ambitieus. Maar ik dacht wel: als ze het echt willen, moeten ze het maar doen.”
Na lang wikken en wegen hakten André en Justin de knoop door. André: “Ik heb Willem vervolgens een appje gestuurd. Zo van: dit is ons voorstel. Take it or leave it. Nog diezelfde avond hadden we een deal.”
Het kostte Justin bijna al zijn spaargeld. “Maar dat had ik er wel voor over.” Binnen een week opende Café Goud zijn deuren.

Geen alcoholvergunning
Een gebrek aan horeca-ervaring, een overvolle agenda, een klein dorp als afzetgebied: het is dat de familie Goud geen café in het buitenland heeft geopend, anders waren ze de perfecte kandidaten geweest voor de makers van het tv-programma Ik Vertrek. Nog voor de deal met de vorige eigenaar officieel was, diende zich de eerste tegenslag al aan. Om alcohol te mogen verkopen – wel zo handig voor een kroeg – heb je een alcoholvergunning nodig, maar daar geldt een minimumleeftijd voor van 21 jaar. Hoe graag Justin het ook wilde, hij kon zichzelf onmogelijk drie jaar ouder toveren. Vader André: “Typisch Nederland. Op zijn 18de zou hij wel naar het front gestuurd kunnen worden met een geweer, maar om een café te runnen, moet je kennelijk minimaal 21 zijn.”
Met wat creativiteit bleek er een oplossing voorhanden: de alcoholvergunning werd niet op de naam van Justin gezet, maar op die van André. Dit bracht echter wel ingrijpende gevolgen met zich mee. Het café valt nu officieel onder de verantwoordelijkheid van André, wat betekent dat hij fysiek aanwezig moet zijn op elk moment dat de zaak open is. Hij hoeft niet achter de bar staan – Justin is wél oud genoeg om bier te mogen tappen – maar moet wel in het pand aanwezig zijn, mocht er onverwacht een inspecteur op de stoep staan. Elke woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, van 16.00 uur tot sluitingstijd, zit André nu aan de bar als de stille bewaker van Café Goud. Een onverwachte verantwoordelijkheid voor de man die het al druk genoeg heeft, omdat hij de eigenaar is van een goedlopend bedrijf in wasmachines. “Maar wat moest ik anders?” zegt hij. Ook de naam van Esther is op de vergunning gezet. Esther: “Maar ik heb meteen gezegd: je hoeft echt niet van mij te verwachten dat ik hier drie, vier avonden per week ga ik zitten.”

De beslissing om hun zoon uit de brand te helpen, betekent voor hen beiden een ingrijpende verandering van hun leven. Zittend aan de bar klapt André regelmatig na een lange werkdag zijn laptop nog open: “Vroeger deed ik ’s ochtends de boekhouding voor mijn bedrijf en ging ik ’s middags naar klanten. Maar nu moet ik om vier uur al hier zijn, in het café. Nu ga ik dus ’s ochtends al naar klanten, rijd ik halverwege de middag hierheen en werk ik hier de boekhouding bij. Maar je weet natuurlijk hoe het gaat in een kroeg. Dan zit ik achter mijn laptop en zeggen de gasten: ‘Kom op joh, doe niet zo saai, drink een biertje met ons mee.’ Maar ja, die boekhouding komt niet vanzelf af, hè.”
Ook voor Esther is er het nodige veranderd: “Ik ben nu vaak alleen thuis met onze dochter. Maar ik blijf braaf voor vier personen koken. Je weet maar nooit of de mannen nog trek hebben als ze ’s nachts thuiskomen.”

Gouden boeddhabeeld
Terug naar Justin, die met de alcoholvergunning van zijn ouders op zak de deuren van Café Goud kon openen. Achter de bar had hij nog nooit gestaan. Willem, de vorige eigenaar, leerde hem in één middag de fijne kneepjes van het vak. Voor Justin ging er een wereld open. Hij leerde hoe je het perfecte biertje tapt, hoe je een bestelling snel en efficiënt op de kassa aanslaat en welk glas eigenlijk bij welke alcoholische drank hoort. Ook ontdekte hij dat het logo op een bierglas, bijvoorbeeld van Heineken, altijd naar de klant moet wijzen wanneer je het voor zijn snufferd neerzet. En als je wijnglazen wilt laten blinken, moet je ze poleren met een doek: ook een verrassing voor hem.
Met deze intensieve training achter de rug was Justin klaar voor zijn vuurdoop: zijn eerste avond achter de bar. Justin: “Als mensen een biertje bestelden, ging me dat meestal nog wel goed af. Maar af en toe vroegen ze om een Jameson. Of een Dimple. Dan zocht ik me rot. Wist ik veel dat dat whisky is.”
André, lachend: “Honderd procent dat we toen weleens zijn vergeten de kassa aan te slaan.”
'Een biertje ging me meestal nog wel goed af. Maar als ze vroegen om een Jameson of een Dimple, dan zocht ik me rot. Wist ik veel dat dat whisky is'
Maar ondanks deze opstartproblemen veroverde Justin al snel de harten van zijn stamgasten. Eén van hen, een schilder, spoot zijn terrasmeubilair glinsterend goud, geheel in stijl van de nieuwe naam van het café. Een ander kwam ineens aanzetten met een gouden boeddhabeeld, als decoratie voor op de toog.
Esther: “Justin doet het geweldig. Hij is enorm gegroeid in het contact met mensen. Het is mooi om te zien hoe zelfverzekerd hij gesprekken aangaat met mensen die hij niet kent. Hij pikt ook snel dingen op. In het begin vergat hij het nog weleens, maar nu zet hij een bierglas altijd met het logo naar de klant toe.”

Interactieve sfeer
Inmiddels is café Goud een paar maanden open. De sfeer is er nog altijd hetzelfde: gezellig, intiem en huiselijk. Justin en André zijn druk bezig met het verfijnen van hun ideeën en het trekken van een jonger publiek. Klanten kunnen sinds kort bijvoorbeeld hun eigen muziek kiezen door een QR-code te scannen, wat voor een leuke, interactieve sfeer zorgt. Op het tv-scherm aan de muur verschijnen af en toe ludieke bewerkte foto’s van vaste gasten, een originele manier om iedereen aan het lachen te krijgen. Ook staat er sinds kort een koeling met Gold Dry Vodka, de populaire drank van de onder jongeren bekende fitnessgoeroe Joël Beukers. Daarnaast zijn er al plannen voor een wijnbar.
André: “Ik wil Justin naar een bartenderschool sturen. In Amsterdam, in Barcelona, dat maakt me niet uit. Gewoon om hem alles over ingrediënten en technieken te laten leren.”
Zelf blijft Justin er nogal nuchter onder. Maar wanneer je diep in zijn ogen kijkt, zie je dat hij het vak heeft omarmd. “Stap voor stap wil ik dit café verder aankleden. Kleine veranderingen, totdat het op een gegeven moment echt helemaal af is. Ja, ik zie mezelf dit nog wel jaren doen.”

‘Opeens komen er allemaal lekkere wijven’
“Zonder Justin was er in Klaaswaal nóg minder te beleven.” Kroegtijger René (60), voorheen een vaste klant van Willem’s Place en nu van Café Goud, voelt zich bevoorrecht dat hij nog steeds elke avond zijn plek kan innemen aan de bar. Klaaswaal, een dorp in de Hoeksche Waard met vierduizend inwoners, is op z’n zachtst gezegd geen Rotterdam. Er zijn nog maar twee cafés. Tot voor kort waren dat er drie, maar inmiddels heeft De Snabbelaar, een klassiek bruin café waar je naast een biertje ook terecht kon voor een gezellig praatje, zijn deuren gesloten. In een pand in de Voorstraat, schuin tegenover Café Goud, huisvest nog wel Het Kippenhok: een kroeg met een biljarttafel en een gokkast. René: “Maar onlangs was Het Kippenhok een paar weken dicht. De eigenaren waren op vakantie naar Spanje. Als Justin Willem’s Place dus niet had overgenomen, had ik toen niet naar de kroeg gekund.”
Vroeger was de Voorstraat het kloppende hart van Klaaswaal, maar het straatbeeld is de laatste jaren flink veranderd. De bakker, de slager, de drogist, de bloemist: ze zijn allemaal verdwenen. Er blijft steeds minder over, verzucht René. “Daarom ben ik zo blij dat dit café nog bestaat. Het is mijn tweede huiskamer. Hier kent iedereen elkaar. Mensen komen hier niet om te zuipen, maar voor de gezelligheid, de sfeer en de vertrouwde gezichten.”
Met Justin als nieuwe barkeeper is René blij. “Hij zorgt ervoor dat het café blijft draaien. Justin maakt het niet alleen aantrekkelijk voor de jongeren, maar ook voor ons, de oudere garde, die hier al jaren komt.”
Kleeft er volgens René dan echt geen enkel nadeel aan de transformatie van Willem’s Place naar Café Goud? “Nou, er is wel een dingetje. Justin heeft veel vrienden, waardoor er nu opeens allemaal lekkere wijven binnenkomen. Op zich niks mis mee, natuurlijk. Maar… ze vinden mij te oud.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Paul Tolenaar