Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Lang zullen ze racen: de Formule 1 blaast 75 kaarsjes uit

Dit jaar viert de Formule 1 haar 75-jarige verjaardag. Om dat te vieren hebben we 75 interessante feitjes en anekdotes voor je op een rijtje gezet. 

Lang zullen ze racen: de Formule 1 blaast 75 kaarsjes uit

1.

De autoracerij begint niet bij de Formule 1. Al in 1906 is er een ‘Grand Prix’ over een 103 kilometer lang parcours rondom het dan nog onbekende Franse plaatsje Le Mans. De Hongaarse winnaar Ferenc Szisz voltooit de twaalf ‘rondjes’ in iets meer dan twaalf uur.

2.

Op 3 juni 1939 trekt de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club duizenden bezoekers, onder wie prins Bernhard, voor ‘Nederlands eerste automobiel-wegrace’ over de klinkerwegen van Zandvoort. “Fraai weer en aardige strijd,” oordeelt De Telegraaf destijds. De verslaggever is diep onder de indruk van de faciliteiten: “Vier prachtige tribunes, een radio-toren, een restaurant en alleen reeds voor de pers zeven telefoonlijnen, aangelegd midden in de woeste duinen.”

3.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat het idee voor de ‘Formule 1’: een koningsklasse voor de autosport, met vaste circuits en specificaties. Aanvankelijk zijn alleen vooroorlogse voiturettes toegestaan met een motorinhoud tot 4500 cc, of ‘superchargers’ tot 1500 cc. Er zijn geslaagde testraces met Formule 1-regels zoals de Grote Prijs van Turijn (1946), waar twintig auto’s, voor ruim 120 duizend enthousiaste tifosi, strijden om 1 miljoen lire, wat neerkomt op een kleine 40.000 euro anno nu. 

Testrace in Turijn in 1946.

4.

Het eerste, officiële Formule 1-wereldkampioenschap begint in 1950 met de British Grand Prix op de voormalige luchtmachtbasis Silverstone. Uit eerbied voor de zondagsrust vindt die plaats op 13 mei, een zaterdag. 

De eerste GP op Silverstone, 13 mei 1950.

5.

Als we goed geteld hebben, zijn er sindsdien, inclusief de debutanten van dit jaar, 783 coureurs uitgekomen in 1125 Grands Prix. 

De eerste wagens hebben de motor voorin. 'Een paard moet een kar trekken, niet duwen,' redeneert Enzo Ferrari

6.

Met 404 starts is Fernando Alonso de meest ervaren F1-coureur ooit, gevolgd door rivaal Lewis Hamilton (356). 

7.

De kortste Formule 1-loopbaan staat op naam van Duitser Ernst Loof: zijn enige race (Nürburgring, 1953) strandt al na twee meter door motorpech.

Ernst Loof.

8.

In zijn verrassend lange carrière, van 1980 tot 1994, racet Andrea de Cesaris met de groten der aarde. Maar het belangrijkste record dat ‘De Crasheris’ vestigt is achttien uitvalbeurten op rij. 

9.

Wanneer De Cesaris’ teamgenoot Bertrand Gachot in 1991 in het cachot belandt voor het peppersprayen van een taxichauffeur, vervangt het Jordan-team hem door een Duits racetalent. Zijn naam: Michael Schumacher.

10.

Op het Duitse Hockenheim flikt Hans Heyer in 1977 wat niemand anders is gelukt: meerijden in een F1-race zonder dat hij zich heeft gekwalificeerd. Zijn illegale deelname, in een knalgele bolide, valt pas op wanneer Heyer in de negende ronde uitvalt met een kapotte versnellingsbak. 

Hans Heyer.

11.

Het constructeurskampioenschap bestaat sinds 1958. Het winnende Vanwall-team trekt zich meteen terug uit de koningsklasse, omdat hun topcoureur is omgekomen als gevolg van een ernstig ongeluk in Marokko.

De allereerste GP in Afrika vindt plaats in Marokko.

12.

Niet het Zuid-Afrikaanse Kyalami, noch het Prince George-circuit aldaar (waar Graham Hill in 1962 zijn eerste titel verovert), maar Marokko organiseert in 1958 de allereerste Afrikaanse F1-race. Voor het oog van de koning wint Stirling Moss de straatrace langs de boulevard van Casablanca. Een tweede plek is voldoende voor Ferrari-rivaal Mike Hawthorn om zijn enige wereldtitel te pakken. Lang kan hij niet van zijn roem genieten: hij komt een paar weken later om bij een verkeersongeval.

13.

Ferrari heeft de meeste constructeurstitels gewonnen (16). De Scuderia is ook het enige team dat aan alle seizoenen heeft meegedaan. McLaren debuteert in 1966, met oprichter Bruce McLaren achter het stuur; 

De Dutch Grand Prix van 1961 zorgt voor een unicum: alle coureurs halen de finishlijn zonder één pitstop te hoeven maken

14.

De eerste wagens hebben de motor voorin. Want, zo redeneert Enzo Ferrari: “Een paard moet een kar trekken, niet duwen.” De teams gooien die filosofie snel overboord nadat Stirling Moss in 1958 een race wint zittend voor de motor (in zijn Cooper-Climax T43). 

15.

Colin Chapmans Lotus 12 (1958) is 3,33 meter lang en 1,53 breed. Het past daarmee ruim twee keer in de RB20 van Max Verstappen. 

16.

Hoewel moderne Formule 1-auto’s bijna volledig uit licht koolstofvezel bestaan, is de huidige generatie (798 kilo) twee keer zo zwaar als de eerste doodskisten van staal en aluminium. 

17.

Halverwege 1968 introduceert Colin Chapman een baanbrekende upgrade op de Lotus 49B: een vaste voor- en achtervleugel. 

18.

De introductie van vleugels door Chapman luidt een aerodynamische revolutie in, met levensgevaarlijke ‘wolkenkrabber-vleugels’ en andere wonderlijke creaties. Jos Verstappen-fans kunnen zich waarschijnlijk de ‘X-wings’ van de Tyrrell herinneren (1997). Verder zijn er het ‘dienblad’ van de March 711 (1971), de reusachtige ventilator achter de Brabham BT46 (1978) en de ‘smurf’-luchtinlaat van Ligier (1976). Om maar te zwijgen van de Tyrrell P34 (1977), de enige F1-auto op zes wielen waarmee ooit een race gewonnen werd. 

Een bolide op zes wielen.

19.

De eerste turbo in de Renault RS01 (1977) is zo onbetrouwbaar dat het de bijnaam ‘gele fluitketel’ krijgt. Maar binnen tien jaar zijn turbochargers zo succesvol dat de FIA ze verbiedt (tot de invoering van hybride motoren in 2014).  

20.

De Ferrari 640 trekt in 1989 niet alleen de aandacht vanwege de schreeuwende V12, het is ook de eerste F1-auto met een ‘paddle shift’. Het betekent het einde van de versnellingspook in Formule 1. 

21.

Aanvankelijk racen teams in de nationale kleuren van hun constructeur. Zo is er het ‘British Racing Green’. Alle Duitse fabrikanten, niet alleen Mercedes, zijn ‘zilverpijlen’. Zowel Ferrari als Maserati en Alfa racen in het Italiaanse rosso corsa. 

22.

‘Team Gunston’ past in 1968 als eerste de livery aan voor de hoofdsponsor, een sigarettenmerk. Uit de tabaksindustrie zullen iconische voorbeelden volgen, van de Lotus Goldleaf tot de Marlboro McLaren.

Team Gunston.

23.

Volgens de oorspronkelijke puntentelling krijgt alleen de top zes punten: negen voor de winnaar en dan zes, vier, drie, twee en een voor de volgende plaatsen. Bij autopech mogen coureurs, voor gedeelde punten, hun bolide uitlenen.

24.

Pas in 2007 is vastgelegd dat teams uit twee auto’s bestaan. Op Monza verschijnen in 1956 bijvoorbeeld zestien rosso bolides aan de start: zes Ferrari’s en tien Maserati’s. 

25.

Wanneer Juan Manuel Fangio op Monza in 1956 zijn stuurkolom breekt, vergooit Ferrari-teamgenoot Peter Collins zijn eigen kampioenschap door zijn auto af te staan. “Als ik het kampioenschap had gewonnen, zou ik een beroemdheid zijn geworden,” verklaart Collins na afloop. “Daar was ik niet klaar voor.”

26.

Maserati’s Luigi Piotti laat een knap staaltje teamwork zien in 1956 door met zijn auto Stirling Moss, die zonder benzine is komen te staan, naar de pitstraat te duwen. 

Piotti geeft Moss een duwtje.

27.

Dankzij een puntentelling waarbij alleen de beste resultaten tellen, wint Ayrton Senna in 1988 zijn eerste titel. Anders zou hij elf punten achter teamgenoot-rivaal Alain Prost zijn geëindigd. 

28.

Met 163 coureurs, 316 overwinningen en tien wereldkampioenen is Groot-Brittannië het meest succesvolle land in de Formule 1 (gevolgd door Duitsland met 54 coureurs, 179 overwinningen en drie kampioenen). 

29.

Door Jacky Ickx (acht overwinningen) en Thierry Boutsen (drie overwinningen) kent België meer winnaars dan Nederland (Max Verstappen, 63 zeges). 

Jacky Ickx om 1968.

30.

Bij zijn debuut in 2015 is ‘Supermax’ de jongste deelnemer ooit met 17 jaar, 5 maanden en 15 dagen. De oudste is Monegask Louis Chiron, die 55 is bij zijn afscheidsrace (Monaco, 1955).

31.

Er hebben zestien Nederlanders deelgenomen aan de F1. 

32.

Met zeventien punten en twee podiums uit 107 races geldt Jos ‘The Boss’ Verstappen jarenlang als Neerlands beste coureur.

33.

Max Verstappen onttroont zijn vader Jos genadeloos. Na 209 races staat de teller op 3023.5 punten en vier kampioenschappen. 

34.

De eerste Nederlanders, Dries van der Lof en voormalig RAF-piloot Jan Flinterman, komen niet verder dan hun debuut tijdens de eerste F1-race op Zandvoort in 1952. Flinterman finisht, op zeven rondjes, in de Maserati van zijn Braziliaanse teamgenoot.

Jan Flinterman debuteert in 1952 op Zandvoort.

35.

De ‘racende jonkheer’ Carel Godin de Beaufort is de eerste Nederlander die (vier) punten scoort. Tussen 1957 en 1964 doet hij mee aan 31 races in zijn viercilinder Porsche, vaak tegen superieure V8-krachtbronnen. De boomlange ‘Careltje’, die geregeld met blote voeten of een Beatles-pruik in zijn auto zit, maakt vooral indruk met zijn innemende persoonlijkheid. Na de races drinkt hij rustig een biertje met de monteurs. In 1964 overlijdt Godin de Beaufort, pas 30 jaar oud, na een tragisch ongeluk op de Nürburgring. Onder grote belangstelling brengt een witte Porsche-cabriolet, begeleid door racevrienden als Graham Hill, de vriendelijke reus naar zijn laatste rustplaats op landgoed Maarsbergen. 

Carel Gordin de Beaufort valt als eerste Nederlander in de punten.

36.

De Formule 1 heeft twee Nederlandse constructeurs gekend. Midden jaren 70 doet het BoRo-team van broers Bob en Rody Hoogenboom, met één auto, mee aan acht races. In 2007 verschijnt Spyker F1, een ‘voorouder’ van Aston Martin, in een knaloranje livery op de grid. 

37.

Door een regenbui bij de start krijgt Spyker-coureur Markus Winkelhock, die vanuit de pitstraat op regenbanden begint, zes rondes de leiding in de Europese Grand Prix. Omdat hij snel daarna uitvalt en geen Grand Prix meer zal racen, heeft Winkelhock 43% van zijn carrière aan kop gereden – een percentage dat zelfs Verstappen en Hamilton niet halen.

38.

De vraag wie de beste coureur aller tijden is, leidt snel tot oeverloze GOAT-discussies. Maar over wie de snelste ooit is, bestaat geen twijfel: dat is Valtteri Bottas. Niemand heeft namelijk sneller in een F1-auto gereden dan de Fin tijdens de kwalificatie op Baku (2016). Uit de slipstream van Verstappen klokt hij, in een Williams, 378 km/h! In Mexico boekt Bottas dat jaar ook de hoogste topsnelheid tijdens een race: 372,5 km/h. 

39.

Er is geen gebrek aan opties, maar onze stem voor slechtste coureur ooit gaat naar Canadees Al Pease. Met zijn versleten Eagle en stuurkunsten waar Lance Stroll zich voor zou schamen, heeft Pease halverwege zijn thuisrace in 1969 al een achterstand van 24 rondjes wanneer de wedstrijdleiding hem, als enige coureur ooit, diskwalificeert voor te langzaam rijden.

Al Pease.

40.

In 1966 slaagt Australiër Jack Brabham er op Zandvoort in om het hele veld in te halen. Jackie Stewart (1969, Spanje) en Damon Hill (1995, Australië) zetten iedereen zelfs op twee rondjes, weliswaar geholpen door een uitzonderlijk aantal uitvalbeurten. 

41.

De Dutch Grand Prix van 1961 zorgt voor een unicum: alle coureurs halen de finishlijn, zonder één pitstop te maken. 

42.

De enige andere keer dat alle coureurs finishen zonder pitstop is tijdens de beruchte ‘regenrace’ op Spa (2021), waarin de coureurs een ererondje achter de safetycar rijden.

43.

De eerste safetycar komt in actie tijdens de Canadese Grand Prix van 1973, bestuurd door de in Assen geboren Egbert ‘Eppie’ Wietzes (1938-2020). In de hectiek van een opdrogende baan en een volle pitstraat pikt Wietzes’ Porsche 914 per ongeluk de verkeerde raceleider op, wat leidt tot urenlang verwarring over de winnaar.

De eerste safetycar in 1973.

44.

Na de ongelukkige primeur in Canada maakt de safetycar pas in 1993 zijn rentree, met onder andere een Lamborghini Countach en een bescheiden Fiat Tempra.

Ayrton Senna wint de GP in thuisland Brazilië.

45.

Natuurlijk zijn er geen officiële statistieken over, maar de titel van grootste vrouwenverslinder in F1 gaat ongetwijfeld naar James Hunt (1947-1993). De Britse levensgenieter zou met vijfduizend vrouwen het bed hebben gedeeld, onder wie 35 stewardessen die hem, in voorbereiding op zijn kampioensrace in 1976, op zijn Japanse hotelkamer hebben bezocht. 

46.

In de mannenwereld die de F1 is schrijft de Italiaanse Maria Teresa de Filippis (1926-2016) op 18 mei 1958 geschiedenis door als eerste vrouw deel te nemen aan een F1-race (op Spa). Maar bij de volgende race weigert een Franse wedstrijdleider haar de toegang. Want, zo vindt hij: “De enige helm die een vrouw moet dragen, is een droogkap.” 

De eerste vrouw in de Formule 1: Maria Teresa de Filippis.

47.

Van de vijf vrouwelijke coureurs die deelnamen aan de F1 is alleen Lella Lombardi op het scorebord beland. Ze haalt in 1974 een half puntje tijdens de gestaakte race op het iconische Spaanse stratencircuit van Montjuïc, een prestatie overschaduwd door een crash die vier toeschouwers het leven kost. 

Coureur Maria Teresa de Filippis wordt de toegang tot een Frans circuit ontzegd. 'Want,' zo zegt de wedstrijdleider, 'de enige helm die een vrouw moet dragen is een droogkap'

48.

De in 1992 aan borstkanker overleden Lombardi is tevens de eerste openlijk lesbische coureur. Na hun carrière zijn drie mannelijke coureurs ‘uit de kast gekomen’, onder wie recentelijk Ralf Schumacher.

49.

Onder de vrouwelijke testrijders is Susie Wolff, vrouw van Mercedes-baas Toto, die in 2014 voor Williams een trainingssessie doet op Silverstone.

50.

In 2025 klinkt er voor het eerst een vrouwelijke race engineer over de boordradio. Laura Mueller begeleidt Esteban Ocon bij zijn nieuwe werkgever Haas.

51.

Met 74 races heeft geen circuit vaker op de kalender gestaan dan Monza (het ontbreekt in 1980 wegens werkzaamheden). 

52.

In 1971 kent de ‘temple of speed’ Moza de spannendste finish ooit: de top vijf, uitkomend voor vier verschillende teams, eindigt in 0,61 seconde van elkaar!

53.

Op 10 september 1961 is Monza het toneel voor de zwartste dag uit de F1-geschiedenis. Bij een ongeluk in de openingsronde boort de Ferrari van titelfavoriet reichsgraf Wolfgang von Trips zich in het publiek. Von Trips en vijftien toeschouwers komen om, maar de race gaat door. Hierdoor wint teamgenoot Phil Hill de titel. Later zegt de Amerikaan daarover: “Ik was kampioen, maar dat ongeluk ontnam ons alle vreugde.”

De Ferrari van Wolfgang von Trips verandert van koers.

54.

Met 70 races op een nagenoeg identieke baan is Monaco een goede graadmeter. In 1950 domineert Fangio’s Alfa de race in het Prinsdom met een gemiddelde snelheid van 98,7 km/h en een poletijd van 1:50.2. Ter vergelijking: in 2024 zet Charles Leclerc zijn Ferrari op pole in 1:10.270. 

55.

Bij de Grand Prix van Canada (2024) zetten George Russell en Verstappen dezelfde kwalificatietijd neer: 1:12.000. Het kan nog gekker. In 1997 klokken titelkandidaten Villeneuve, Schumacher en Frentzen op Jerez exact dezelfde, snelste kwalificatieronde: 1:21.072. 

56.

Bij de regenachtige Grand Prix van Monaco van 1996 halen slechts drie coureurs de finish. Olivier Panis pakt zijn enige overwinning en de latere FIA-steward Johnny Herbert eindigt, als laatste, op het podium.

57.

Ter promotie van de film Ocean’s Twelve onthult Jaguar in 2004 een speciale Monaco-livery met een echte Steinmetz-diamant in de neus gemonteerd. Bij de openingsronde gaat het fout wanneer Christian Klein tegen een bandenstapel botst. De diamant (huidige waarde: $500.000) is, voor zover bekend, nooit teruggevonden…

58.

De Duitse Grand Prix vindt in 1959 eenmalig plaats op de fameuze AVUS-ring bij Berlijn. Het circuit bestaat uit twee kaarsrechte stukken autobahn met aan weerszijden een bakstenen kombocht met een krankzinnige helling van 43 graden. 

De Duitse GP van 1959 wordt verreden in Berlijn.

59.

Met minstens 154 bochten (volgens sommige definities zijn het er ruim 170) is de originele Nürburgring, de Nordschleife, hét iconische F1-circuit. Maar nadat andere coureurs de gehavende Niki Lauda in 1976 uit zijn brandende bolide moeten bevrijden, is het gedaan met de 22 kilometer lange rit door de ‘Groene Hel’. 

De brandende bolide van Nikki Lauda op de Nürburgring.

60.

Alleen het circuit van de eenmalige Grand Prix in de Italiaanse kustplaats Pescara (1957) is langer: 25,58 kilometer. Fangio houdt de poletijd net onder de tien minuten en Jack Brabham moet bij een plaatselijk benzinestation bijtanken.

61.

Tijdens de Amerikaanse Grand Prix van 1959 moet Jack Brabham zijn stilgevallen Cooper-Climax over een helling naar de finishlijn duwen voor een vierde plek en een welverdiend kampioenschap. 

62.

De eerste strategische pitstop voor benzine vindt pas in 1982 plaats, wanneer uitgerekend Brabhams BMW-team Nelson Piquet in Oostenrijk bewust met een lichte tank laat beginnen.

63.

Omdat teams experimenteren met levensgevaarlijke ‘raketbrandstof’ om maximale PK’s uit de motoren te persen, verbiedt de FIA het bijtanken al snel.  

64.

De nieuwe brandstofrestricties zorgen in 1985 voor een bizarre ontknoping op Imola waarbij onder anderen Nigel Mansell, Senna en Piquet stil komen te staan zonder benzine. Prost raakt zijn overwinning kwijt omdat zijn auto te licht is bevonden en de Belg Boutsen moet zijn lege Arrows over de finish duwen… 

Jos Verstappen knalt op Spa door een gebroken wielophanging in een bandenstapel dat hij, weliswaar duizelig, levend uitstapt, is een wonder

65.

Bij de tijdelijke herinvoering van het bijtanken in 1994 gaat het spectaculair fout wanneer de Benetton van Jos Verstappen op Hockenheim in vlammen opgaat.

66.

Pas sinds 1994 is er een snelheidslimiet in de pitstraat (80 km/u op de meeste circuits);

67.

De carrière van Sebastian Vettel is welgeteld zes seconden oud wanneer hij, als Sauber-testcoureur, op de bon gaat voor te snel rijden in de pits. 

68.

Hoewel de logge 18-inch wielen net zijn ingevoerd, voorziet McLaren Lando Norris in Qatar (2023) in een recordtijd van 1.80s van vers rubber.

69.

Tot nu toe zijn er 52 F1-coureurs in het harnas gestorven. Daarvan is Ayrton Senna de enige die ten tijde van zijn dood al een kampioenschap heeft gewonnen. 

Het fatale ongeluk van Ayrton Senna.

70.

Het laatste fatale ongeluk dateert van 5 oktober 2014 als het Franse talent Jules Bianchi in Japan tegen een shovel knalt. Na een maandenlange coma bezwijkt hij aan zijn verwondingen.

71.

Oostenrijker Jochen Rindt, een schoolvriend van Helmut Marko, is de enige postume wereldkampioen. Bij zijn fatale ongeluk op Monza in 1970 heeft hij voldoende voorsprong opgebouwd om Jacky Ickx te verslaan.

De gehavende helm van Helmut Marko.

72.

Helmut Marko ondervindt zelf hoe gevaarlijk de Formule 1 kan zijn wanneer hij tijdens de Franse Grand Prix van 1972 het zicht in zijn linkeroog verliest door een opspattend steentje.

73.

De Formule 1 is niet alleen gevaarlijk voor coureurs. Berucht is de fatale ontmoeting tussen auto van Tom Pryce en de brandblusser van een 19-jarige marshall op Kyalami (1977). In de bomvolle pitstraat op het Belgische Zolder rijdt Carlos Reutemann in 1981 een monteur dood. In Italië (2000) en Australië (2001) komen marshals om door rondvliegende banden. In 2013 overlijdt een baancommissaris in Canada na een aanrijding door een takelwagen.

74.

Vanaf de verplichting van een helm (in 1952) voert de Formule 1 voortdurend maatregelen in om de veiligheid te verbeteren. Nog voor de Halo-ring en HANS (die stellage rondom de helm) is er de schokabsorberende hoofdsteun. Dat is die groot uitgevallen ‘nekkraag’ die coureurs na een race uit hun auto kieperen. Hoe belangrijk die uitvinding is, blijkt vlak na de invoering in 1996, wanneer Jos Verstappen op Spa dankzij een gebroken wielophanging in een bandenstapel knalt. Dat hij, weliswaar duizelig, levend uitstapt, is een wonder. In zijn boek Beyond the Limits concludeert de legendarische F1-arts Sid Watkins dat Verstappen zonder hoofdsteun ‘ongetwijfeld zou zijn overleden of zwaar hersenletsel hebben opgelopen’. Iets om bij stil te staan: Max Verstappen is ruim een jaar na deze crash geboren… 

Een vuurzee rond Jos Verstappen op Hockenheim.

75.

Omdat niet iedereen na zijn pensioen kan aanschuiven als analist, slaan sommige ex-coureurs een hele andere richting in. Carlos Reutemann gaat de politiek in. Pedro Diniz runt een biologische boerderij. Voormalig Toro Rosso-talent Jaime Alguersuari is club-dj in Spanje. Rikky von Opel, inderdaad een telg van die Opel-familie, maakt een nog vreemdere carrièreswitch. Liechtensteins enige F1-coureur verhuist na zijn roemloze pensioen in 1974 naar een Thais klooster om als boeddhistische monnik te leven. Volgens de laatste berichten woont de 77-jarige daar nog steeds…

Rikky von Opel.

1982: een jaar vol drama 

Wat is het beste seizoen ooit? Van titanengevechten tussen Prost en Senna tot de thriller van 2021, er zijn genoeg spannende periodes geweest in de Formule 1. Maar als er één jaar meer drama bevat dan alle afleveringen van Drive to Survive bij elkaar, is het 1982 wel. Het is het jaar dat turbomotoren doorbreken en ‘ground effect’ aan banden gaat. Terwijl routiniers als Lauda en Piquet het opnemen tegen aanstormende talenten als Mansell en Prost, broeit er op de achtergrond een oorlog tussen de voorloper van de FIA en de constructeurs die de hele sport op losse schroeven zet. Het jaar kent elf verschillende winnaars op zestien circuits, van de meest memorabele race op Monaco tot een knotsgekke finale op de parkeerplaats van Caesar’s Palace. Naast de baan is er ook genoeg actie, zoals de knokpartij tussen Piquet en de onoplettende achterligger Eliseo Salazar die hem op Hockenheim de overwinning kost. Tragisch dieptepunt is de dood van rookie Riccardo Paletti die in Canada, voor het oog van de camera’s, levend verbrandt.  

De crash van Gilles Villeneuve.

Maar 1982 staat vooral in het teken van de intense rivaliteit tussen Ferrari-teamgenoten Gilles Villeneuve en Didier Pironi. Het levert een episch duel op in San Marino. Terwijl de tifosi de spectaculaire 1-2 vieren, kijken de kemphanen elkaar nauwelijks aan. Villeneuve voelt zich verraden door zijn teamgenoot die volgens hem teamorders heeft genegeerd. Twee weken later rijdt de Canadees zichzelf, in een wanhoopspoging om Pironi’s poletijd te verbeteren, te pletter in het Belgische Zolder.

Pironi lijkt verzekerd van de titel totdat de Fransman bij een crash in de stromende regen op Hockenheim zijn benen verbrijzelt. Uiteindelijk heeft Keke Rosberg, vader van de latere kampioen Nico, aan één overwinning genoeg om het kampioenschap te pakken.

Wanneer Pironi in 1987 omkomt bij een powerboat-ongeluk, is zijn vriendin in verwachting van tweelingen. Ze noemt de jongens Gilles en Didier.

Jacques Villeneuve vervult in 1997 de kampioenschapsdroom van zijn vader en in 2020 mag Gilles Pironi, als engineer bij Mercedes, de trofee in ontvangst nemen tijdens de Britse Grand Prix.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Sport
  • ANP E.A.