SPORTCOLUMN: Arne Slot krijgt éindelijk wat kritiek over zich heen

Thomas Braun

Arne Slot, de ideale schoonvader, de immer goedlachse beste trainer die Nederland ooit heeft gehad, de man die alle successen van Rinus Michels en Louis van Gaal heeft doen verbleken, de man die perfect Engels spreekt en daarmee een verademing in de Britse perszaaltjes is na Erik – zeg ’ns eh – ten Hag, heeft zich misdragen. Ja, hij is ook maar een mens, hoor ik alle volgzame discipelen van Zijne Koninklijke Heiligheid in koor roepen. 

Ik moet bekennen dat het oeverloze gedweep en alle loftuitingen mij de keel gingen uithangen. Alles wat Slot deed of zei was ge-wel-dig. Wát een trainer, wát een tactisch inzicht en o, o, o wat is hij toch goed met de pers met dat vloeiende Engels van hem. Nou, ik vind zijn optredens tegenover de Britse media maar een trucje. Krijgt hij een vraag, dan stelt ie steevast een amicale wedervraag alsof hij en de journalist de dag ervoor nog samen hebben gebackgammond. “Well John, I knew you we’re going to ask me that...” Gevolgd door een minzame toevoeging als: “I will tell you tomorrow, is that okay?” 

En dat hij de Engelse taal tot in de puntjes beheerst, valt ook wel mee. Zijn uitspraak is bovengemiddeld, maar vaak moet hij aan zijn perschef vragen wat precies de vraag was. Nou moet ik erbij zeggen dat sommige mensen uit Liverpool moeilijk te volgen zijn. Ooit had ik een interview met Michael Jeffrey, speler van Fortuna Sittard, en ik had er letterlijk geen woord van verstaan. Maar ach, dacht ik, het staat op band, ik luister het wel rustig terug. Nou, ik kon er nog geen chocola van maken. Scouse wordt dat genoemd, dat typische Liverpool-accent, waar ook Arne wekelijks mee wordt geconfronteerd. 

Intussen heeft Slot in Engeland het ene na het andere record gebroken. Het kon niet op. Wie had het nog over Jürgen Klopp? “De beste trainer ter wereld,” durfde ESPN-analist Anco Jansen te beweren. Het wachten was op een kras op de plaat, een uitglijder. En die is er gekomen. Slot ging in de derby tegen Everton los tegen de scheidsrechter en kreeg rood. Eindelijk kwam er wat kritiek. Robert Maaskant, ook als analist: “Dit maakt hem gewoon heel klein.”

Mooi. De hoogvlieger is terug op aarde. Iedereen kan vanaf nu weer normaal doen. Slot is een goede trainer, maar laten we de boel in godsnaam niet overdrijven. Hij is ook maar een mens.

Edwin Struis

Eén ding moet je Slot gewoon nageven: vergeleken met het stonecoal-English van Louis (‘That’s another cook’) van Gaal en Erik (‘Then you have to run behind the facts’) ten Hag komt het Engels van Slot rechtstreeks geslopen uit de Oxford English Dictionary. Denk zelfs dat ie de taal beter onder de knie heeft dan menig Liverpudlian. Zelden zal een Nederlandse coach de zaakjes zo geperfectioneerd hebben als Slot dat doet aan de andere kant van de Noordzee. 

Want vergeet even niet wat hij tot nu toe gepresteerd heeft in de Premier League, toch de beste competitie ter wereld. Natuurlijk, hij heeft aardig materiaal ter beschikking, maar dat hebben veel andere managers ook in Engeland. Kijk eens naar de plekken van Manchester United en Tottenham Hotspur op de ranglijst, en de ineenstorting van Manchester City. Je moet die duurbetaalde Aston Martin-rijders wel bij de les houden en dat trucje beheerst Slot als geen ander. Hij brengt dat ‘never walk alone’ aardig in de praktijk, de spelers van Liverpool zijn nog nooit zo persoonlijk benaderd als onder Slot. Of denk je dat sterspeler Mohamed Salah onder dwang zinnen produceert als: “Ik had niet verwacht dat hij zó goed zou zijn.”  

Dus ja, ik ben bang dat ik een beetje meega in het gedweep. Wat je wel merkt is dat de man uit Bergentheim in een half seizoen Engeland al meer onder druk staat dan in drie seizoenen Feyenoord. Al een paar gele kaarten en een rode, op dat soort momenten valt hij even uit zijn rol van goedlachse, meegaande manager. En ook de uitdrukking op zijn gezicht toen zijn elftal roemloos onderuitging in de FA Cup tegen Plymouth Argyle sprak boekdelen. Bij dit soort uitglijders komt de ware aard even bovendrijven, die hij doorgaans goed weet te maskeren. 

Slot is geen holy little bean, om Van Gaal maar even te parafraseren, maar wat hij presteert als opvolger van de in Liverpool immens populaire Jürgen Klopp, vergeet dat ook niet, is ongekend en bijna on-Nederlands. Want zeg nou zelf: welke landgenoot heeft in Engeland eenzelfde footprint achtergelaten bij een absolute topclub? Ja, Ruud Gullit, Guus Hiddink en Louis van Gaal wonnen de FA Cup, maar echt geschiedenis schrijf je in Engeland pas met het winnen van de Premier League en/of de Champions League. En Slot is aardig onderweg naar die status. Kortom: het gedweep mag misschien een tandje minder, maar met Arne Slot heeft het Nederlandse voetbal een businesscard van formaat.