/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FZCM9MoIFdYRfPt1740907715.png)
Noot van de redactie: dit interview met Mark Gillis was te lezen in Panorama 08, verschenen op woensdag 19 februari. Enkele dagen daarna, op 21 februari, maakte Peter Gillis bekend dat hij zijn negen Nederlandse vakantieparken gaat verkopen. Het koopcontract zou zelfs al getekend zijn.
Het turbulente leven van een tv-ster
Mark Gillis (1995) is de jongste telg uit de vakantieparkenfamilie Gillis. Op SBS6 is sinds 2020 al dertien seizoenen te zien hoe pater familias Peter Gillis met zijn kinderen Inge, Ruud en Mark worden gevolgd bij al hun persoonlijke perikelen terwijl ze hun vakantieparken draaiende proberen te houden. Bij zijn chalet op vakantiepark Prinsenmeer in het Brabantse Ommel werd Mark in november 2021 bruut en hardhandig overvallen, waarbij hij onder meer met pepperspray in zijn gezicht werd gespoten, werd geschopt, geslagen en met een taser werd bewerkt. Hij werd beroofd van een horloge, twee armbanden, een telefoon en een zonnebril. De dieven dachten waarschijnlijk dat er veel contant geld te halen viel. In de nacht van 28 op 29 juni 2024 werd Mark in kritieke toestand met een ernstige longontsteking opgenomen in het ziekenhuis van Helmond.
Mark, de vorige keer dat we je hier opzochten op park Prinsenmeer, sliep je hier ook. Dat is allemaal veranderd…
“Klopt. Sinds mijn vader de exploitatie van de Nederlandse parken heeft overgedragen, zijn we geen uitbaters meer. Bovendien zijn alle vergunningen ingetrokken; de nieuwe exploitant is al een jaar hard bezig om die terug te krijgen. Zolang dat niet het geval is, blijven de parken dicht.”
Wat doet dat met jou?
“Het doet me al pijn als ik aan kom rijden hier. Het is stil, er is geen beweging, geen personeel, geen gasten, geen leven. Het lijkt wel een begraafplaats. Het is hier nog nooit zo stil geweest. Er was hier altijd reuring, er was altijd iets te doen. In de zomer hadden we gemiddeld 10.000 gasten per dag. Als je nu over het park rijdt, zie je overal lege caravans die in de winterstand staan. Heel triest.”
Hoe ziet de toekomst eruit voor de Nederlandse parken van Oostappen?
"Ik zou het echt niet weten. Zoals ik al zei hebben we iemand gevonden die al onze Nederlandse parken wil pachten, maar die man wordt op een of andere manier gewoon tegengewerkt. Of dat met ons te maken heeft, durf ik niet te zeggen, maar ik kan er met mijn pet niet bij dat het jaren moet duren voordat zo iemand een vergunning kan krijgen. Iemand die niets met ons te maken heeft en geen enkele connectie heeft met de familie; papa kent hem via via uit de zakelijke wereld. Door ons zo tegen te werken, treffen ze niet alleen ons, maar ook vele anderen. Op dit park hebben we misschien 350 tot 450 jaargasten met een tweede verblijf waar ze altijd van hebben genoten tijdens vakanties. Die mogen hier nu ook niet meer komen. Ja, alleen twee keer in de week om hun tuin te doen, meer niet. Verder zijn er ontzettend veel mensen die graag op onze parken komen om hun vakanties door te brengen… De gasten zijn ook de dupe.”
Hier op park Prinsenmeer kom je al je hele leven, je bent hier opgegroeid….
"Ja, dat het nu zo stil is geeft me echt een heel triest gevoel. Ik kom hier nog geregeld voor werkoverleg, want we laten het park niet verloederen. Er wordt hier nog grasgemaaid, de caravans worden bijgehouden, er wordt allround onderhoud gedaan. Ik ben hier dus nog wel voor werk, maar het is net alsof ik op een kerkhof kom, zo stil en zo kil is het. Beslist geen prettig gevoel.”
Waaruit bestaat jouw dagelijkse werk vooral?
“Ik werk vooral veel in België, daar zijn de drie parken van Oostappen Groep - Blauwe Meer, Hengelhoef en Parelstrand - verder gegaan onder de nieuwe naam TOPCampings. Maar ik kom ook nog steeds op de Nederlandse parken, daar wordt zoals gezegd nog volop onderhoud gepleegd. We hebben nog veel medewerkers in dienst, hoewel er dus veel minder inkomsten zijn. We zijn een familiebedrijf, dus ook samen met ons personeel vormen we één grote familie. We hebben niemand op straat gezet. Aangezien de parken dicht moesten, had mijn vader vrij eenvoudig ontslag aan kunnen vragen voor onze medewerkers. De motivatie was legitiem geweest, aangezien er op de Nederlandse parken niets meer binnenkomt maar de mensen wel doorbetaald moeten worden. Toch hebben we dat niet gedaan. Sommigen werken al meer dan dertig jaar voor ons, dat schept een sterke band en op een bepaalde manier ga je van die mensen houden. We kunnen hen gelukkig nog wel even aan het werk houden, maar er komt niets meer binnen, dus dat kan niet eeuwig duren. We proberen zo lang mogelijk te blijven ademen.”
‘Ik ben hier op de parken nog wel voor werk, maar het is net alsof ik op een kerkhof kom, zo stil en zo kil is het. Beslist geen prettig gevoel’
De familie Gillis is geregeld in het nieuws vanwege rechtszaken. Recent eiste het Openbaar Ministerie nog 18 maanden gevangenisstraf tegen je vader voor het vermeend jarenlang plegen van belastingfraude.
“Het voelt alsof ze ons voortdurend moeten hebben, alsof ze mijn vader klein proberen te krijgen of een lesje willen leren. We worden van alle kanten tegengewerkt. Ik zit maar weinig op social media, maar in januari heb ik papa via Instagram en Facebook een hart onder de riem gestoken met de woorden: ‘Samen staan we sterk, samen gaan we door dik en dun, samen door weer en wind, samen kunnen wij ook dit aan! Als familie zijn wij er voor elkaar! Papa ik ben ontzettend trots op jou als vader, maar nog trotser op jou als ondernemer! Wat jij allemaal bereikt hebt in die jaren, is onbeschrijfelijk. 24/7 heb jij geknokt voor wat je nu bent! Ik ben er voor je, zoals jij er altijd voor mij bent.’
Die tekst heb ik geplaatst bij een foto van ons op de eerste dag dat we naar de rechtbank gingen. Ik vond dat hij wel even wat positieve aandacht en een steuntje in de rug verdiende. Mijn vader weet natuurlijk dat ik hem 100 procent steun en dat ik er altijd voor hem zal zijn, maar in de media en op social media wordt hij overal maar platgebrand. Ik ken niemand, maar dan ook echt niemand die altijd zo positief kan blijven en altijd maar vooruit kan denken. Ik prijs hem echt niet iedere dag de hemel in op social media, daar ben ik helemaal geen type voor, maar ik vond wel dat hij even de credits verdiende. Het overgrote deel van de reacties die ik erop kreeg, komt van mensen die me steunen. Natuurlijk zijn er altijd van die toetsenbordhelden die er negatief op reageren, maar daar heb ik nog nooit naar gekeken.”

Je schetst een oersterke band met je vader.
“Die is onverwoestbaar. In de zomer van 2024 heb ik lang in het ziekenhuis gelegen en zat mijn vader samen met zijn vriendin Wendy dag en nacht bij mijn bed. We hebben een sterke familieband en we proberen er voortdurend voor elkaar te zijn. Wendy is er ook constant geweest voor mijn vader en voor mij in die zware tijd.”
Over je gezondheid gesproken: hoe gaat het momenteel met je?
“Goed. Ik ben inmiddels 32 kilo kwijt. Jullie hebben vast meegekregen dat ik eind juni 2024 in het ziekenhuis belandde. Dat gebeurde eigenlijk bij toeval en met heel veel geluk. Mijn moeder moest worden opgenomen op een vrijdagmiddag, mijn zus ging met haar mee. Diezelfde ochtend was ik toevallig bij de huisarts geweest omdat ik al een flinke tijd aan het hoesten was, ik denk al wel een maand. Het ging eigenlijk op en af met mijn gezondheid, maar ik ben niet echt iemand die snel naar een dokter gaat. Van de huisarts kreeg ik die ochtend een antibioticakuur, het zou na het weekend wel beter worden. Maar vrijdagnacht werden we door het ziekenhuis gebeld dat mijn moeder kunstmatig in coma werd gebracht. We kregen het verzoek om langs te komen. Ik was echter zo ziek, dat mijn broer Ruud en mijn zus Inge twijfelden om mij mee te nemen. Maar ik wilde per se mee.
‘Mijn vader, broer en zus kregen te horen dat ik ernstiger ziek was dan zij dachten. Ze zeiden: Het enige dat we kunnen doen, is proberen hem in leven te houden’
Uiteindelijk is dat mijn geluk geweest, want als ik niet mee was gegaan, had ik de volgende ochtend niet gehaald. Dan was ik er gewoon niet meer geweest. Dat hebben ze in het ziekenhuis bevestigd. Aan het bed bij mijn moeder zagen de artsen dat het niet zo goed met mij ging, dus ze stelden voor om me ook maar even te onderzoeken. Ik werd opgenomen met een saturatie van 49 procent. Saturatie staat voor het zuurstofgehalte in je bloed. Bij gezonde mensen zit de zuurstofsaturatie tussen 95 en 99 procent. Als de longen ziek zijn en niet meer goed werken, kan de saturatie dalen naar minder dan 90 procent. Met mijn 49 procent was ik een lopende tijdbom. Dat het zó erg was, had ik natuurlijk zelf niet in de gaten, ik was 's ochtends nog bij de huisarts geweest. Daar was mijn saturatie niet gemeten.
Gelukkig is gebleken dat ik een sterk lichaam heb, dat me er doorheen heeft gesleept. En ik heb dus de mazzel gehad dat ik in het ziekenhuis moest zijn voor mijn moeder. Van die nacht kan ik me trouwens niets meer herinneren. Ik weet nog wel dat ik rond 03.00 uur werd gebeld door mijn zus, omdat het ziekenhuis over mijn moeder had gebeld. Ik heb me aangekleed en Ruud heeft me opgehaald. Maar vanaf het moment dat ik naar buiten ging, ben ik alles kwijt. Dat we in het ziekenhuis zijn aangekomen, dat we bij mijn moeder hebben gezeten, dat ik zelf ben onderzocht en opgenomen: alles is weg. Dat heeft met de coma te maken waarin ik ben beland. Na allerlei onderzoeken bleek hoe slecht het met me ging en toen hebben ze me zaterdagmiddag in coma gebracht. Uiteindelijk daalde mijn saturatie naar 35 procent met een ernstig verhoogde bloeddruk van 280. Je zou voorzichtig kunnen stellen dat het niet zo goed met me ging. Uiteindelijk is mijn moeder mijn reddende engel geweest.”
Wat was er precies met je aan de hand?
“Het bleek om een verwaarloosde longontsteking te gaan. In het ziekenhuis kreeg ik daar een bacteriële infectie bij, die zorgde voor een tweede longontsteking. Mijn longen waren ernstig aangetast door verschillende infecties. Eigenlijk wisten ze er in het ziekenhuis ook geen raad mee. Mijn vader, broer en zus kregen te horen dat ik ernstiger ziek was dan zij dachten. Ze zeiden: Het enige dat we kunnen doen, is proberen hem in leven te houden.
Er werd contact gelegd met het azM, het academisch ziekenhuis Maastricht, waar ik eigenlijk naartoe zou moeten. Maar daar was ik veel te zwak voor, dus dat hebben ze niet gedaan. Er bleef wel voortdurend contact tussen beide ziekenhuizen en godzijdank hebben ze me in leven gehouden. Ik ben de artsen erg dankbaar. En mijn familie ook. Zoals gezegd heeft papa mij dag en nacht gesteund en 24/7 aan mijn bed gezeten. Zij zijn echt door een hel gegaan, zeker ook mijn broer en zus, want onze moeder lag ook in coma. Voordat zij in coma werd gebracht, hadden ze ook afscheid van haar moeten nemen, voor het geval dat. Toen belandde ook nog hun broertje in coma, en ik bleek veel zieker dan mijn moeder.”

Wat weet je nog van het moment toen je weer bijkwam?
“Daar weet ik ook niets meer van. Ik heb een delier gehad dat vier dagen en nachten heeft geduurd. Een delier of delirium kun je omschrijven als een plotseling opgekomen verwardheid; iemand met een delier kan gaan hallucineren of wanen krijgen. Nou, dat heb ik geweten. Ik werd zo gek als wat.
Ik heb de politie in het ziekenhuis gezien, bombardementen, ik was frikandellen aan het zoeken in bed en ik wilde Wendy, de vriendin van mijn vader, mijn bed intrekken, zo van: komde gij maar ’s hier meidje. Achteraf kan ik er om lachen, maar papa dacht dat ik er iets aan over zou houden, een hersenbeschadiging ofzo. Het was allemaal zorgwekkend in het ziekenhuis, want mijn moeder had ook een delier, terwijl zij maar zeven dagen in coma had gelegen en ik zeventien.
‘Ik ben mentaal best sterk. Ik heb al een hoop meegemaakt, ik ben onder andere overvallen waarbij ik zwaar ben mishandeld. Dat achtervolgt me nog steeds’
Toen ik na vier dagen weer een beetje bij zinnen was, werd me verteld hoe slecht ik had gelegen. Mijn vader heeft me toen even met rust gelaten. Maar toen ik een weekje wakker was, heeft hij me foto’s en filmpjes laten zien van de situatie waarin ik had verkeerd. Op die manier heb ik gezien hoe slecht het met me is gegaan. Er is een foto waarbij mijn vader aan mijn bed staat, met zijn beide handen op mijn blote rug, zijn hoofd vol zorgen over me heen gebogen. Ik kan nog steeds niet met droge ogen naar die foto kijken, het doet me echt veel. Ik wil ze jou dadelijk wel laten zien, maar ik wil niet dat die foto's in de publiciteit komen… Kijk, hier. Ik zie aan de houding van mijn vader dat hij ten einde raad is. Op dat moment weten ze nog niet of ik het zal overleven. Mijn vader beheerst de kunst van het positief blijven en hij is al die tijd tegen me blijven praten. Op de foto zie ik dat hij er behoorlijk doorheen zit en radeloos is. Dat grijpt me enorm aan.”

Wat heeft het geestelijk met je gedaan?
“Ik moet zeggen dat ik mentaal best sterk ben. Ik heb al een hoop meegemaakt, ik ben onder andere een keer overvallen waarbij ik zwaar ben mishandeld. Dat achtervolgt me nog steeds, want ik ben voortdurend op m’n hoede. Die overval heeft nog dagelijks invloed op mijn leven. Uiteindelijk ben ik er ook sterker door geworden. Ik ga ook nu niet bij de pakken neerzitten of op de bank liggen sippen dat ik het maar ternauwernood heb overleefd. Ik probeer er het beste van te maken en iedere dag te genieten van de mooie dingen die er zijn.”
Wat zijn die mooie dingen in het even voor jou momenteel?
“Mijn grootste trots, het mooiste moment in mijn leven, is dat ik peetoom ben geworden van het zoontje van mijn beste vriend. Ook ben ik oom van het zoontje van mijn zus. Met hen probeer ik mooie momenten te beleven. Het zijn maar kleine dingen, maar er gaat van alles door me heen als ik ome Mark wordt genoemd.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Ivo van der Bent