Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Forensisch arts en schrijver Philippe Boxho leeft al 30 jaar tussen de lijken, maar: 'Die geur went nooit'

Zijn nieuwste boek gaat over als zelfdoding vermomde moorden, mannen die hun echtgenotes wurgen, vrouwen die hun ontrouwe minnaars om zeep helpen en dat ene spoortje waarmee hij ze ontmaskert.

Forensisch arts en schrijver Philippe Boxho

Hij heeft zo’n beetje het minst populaire beroep dat er bestaat. Toch gooit de Luikse forensisch arts en criminoloog Philippe Boxho hoge ogen met de boeken die hij schrijft over zijn dagelijks werk, waarin hij de meest lugubere ontdekkingen doet en tientallen misdaden aan het licht brengt.

De doden spreken is zijn derde truecrime-uitgave. In België al een bestseller en nu in dertig talen wereldwijd uitgebracht. Dezer dagen ook in het Nederlands bij uitgeverij Volt. Van zijn eerdere boeken De doden hebben het woord en Interview met een lijk gingen respectievelijk 230.000 en 300.000 exemplaren over de toonbank. Dr. Boxho en zijn verhalen zijn hot.

Alsof het om een nieuwe uitgave in de Harry Potter-reeks ging, stonden rijen fans om middernacht te wachten voor boekhandel Molière in Charleroi toen zijn nieuwste werkje uitkwam. “Misschien is het deels voyeurisme, spanning,” probeert hij de run op zijn boeken te duiden. Een groot auteur vindt hij zichzelf in elk geval niet. “Ik schrijf zoals ik praat, ik verdoezel niets en leg alles uit.”

En dat is nou net wat zijn boeken zo lekker leesbaar maken en moeilijk om weg te leggen, Boxho legt, ongewild, een waas van romantiek over de dood. 

In Luik wordt de forensisch arts bijna liefkozend 'De Wetsdokter' genoemd.

Luchtje aan

Het schrijven kwam bij toeval in zijn leven, hij was nooit van plan zijn macabere werkervaringen aan het papier toe te vertrouwen. “De uitgever hoorde mij een aantal verhalen uit mijn praktijk vertellen in een podcast en zo is het gekomen.”

Materiaal heeft hij te over. In het instituut voor gerechtelijke geneeskunde van de Universiteit van Luik onderzoekt hij elk jaar zo’n vierhonderd doden. Mensen uit de omgeving Luik en Luxemburg die een verdachte of gewelddadige dood stierven. “Ik heb genoeg verhalen voor nog wel twee boeken, maar ik ben het even beu. De volgende uitgave is op zijn vroegst in 2026 te verwachten.”

Er wordt zelfs al gewerkt aan een tv-serie, waarin Boxho overigens niet zal acteren, zo verzekert hij ons. “Wel lijkt het me aardig om in enkele afleveringen onopvallend mijn opwachting te maken, een beetje in de stijl van Alfred Hitchcock.” In België zouden ze dat zeker toejuichen; de arts met zijn grote bril, dikke bos krullen en wrange humor, is er bijzonder geliefd. 

Je ziet hem moeiteloos voor je, zijn weg zoekend door de natte schemerig verlichte straten van Luik en omstreken. Met zijn rugzakje (“Nee, niet zo’n onhandig koffertje”) vol snij- en hakattributen op weg naar alweer een plaats delict om alweer een ‘verdacht’ lijk te onderzoeken. Soms heeft de huis- of politiearts al getekend voor een ‘natuurlijke doodsoorzaak’ als Boxho arriveert, of voor zelfdoding, maar is er toch iemand die vindt dat er een luchtje aan de zaak zit. Letterlijk vaak, maar daarover later meer. 

'De menselijke fantasie is onbegrensd als het gaat om moorden, zelfmoord plegen of het laten verdwijnen van een lichaam'

Aan de varkens voeren

Philippe Boxho vertelt in De doden spreken waargebeurde verhalen uit zijn carrière, die inmiddels ruim dertig jaar omspant. In die tijd onderzocht hij talloze moorden, zelfdodingen en andere mysterieuze sterfgevallen. Vrouwen die hun man in stukken hakken en verbranden in hun open haard, mannen die hun echtgenotes aan de varkens voeren, zelfmoordenaars die wel heel erg veel kogels nodig hebben om een einde aan hun leven te maken… 

De werkelijkheid is veel absurder dan de meest ingenieuze verzinsels. Of zoals hij het zelf verwoordt: “De menselijke fantasie is onbegrensd als het gaat om moorden, zelfmoord plegen of het laten verdwijnen van een lichaam.”

De forensisch arts werkte onder meer mee aan het onderzoek rond seriemoordenaar Michiel Fourniret.

Philippe Boxho werkte mee aan geruchtmakende onderzoeken naar seriemoordenaars onder wie Michel Fourniret, die elf meisjes en vrouwen verkrachtte en vermoordde, maar daar schrijft hij niet over in De doden spreken. Evenmin heeft hij het daarin over de stiefzusjes Stacy (7) en Nathalie (10), die in 2006 op een braderie in Luik verdwenen en achttien dagen later werden teruggevonden. Zwijgen doet hij ook over slachtoffers van terroristische aanslagen, natuurrampen en grote branden. “Ik heb die drama’s bewust vermeden, omdat ik er geen triest boek van wilde maken. Ik vertel onbekende verhalen die me uit dertig jaar forensisch onderzoek zijn bijgebleven.” 

Het betaalt slecht

In België wordt hij ‘de Luikse Wetsdokter’ genoemd. Bijna liefkozend, want in de drie decennia dat hij in lijken snijdt en de onderste steen, ingeslikte vork of als kogel vermomde ijspriem bovenhaalt, heeft hij vele tientallen moordenaars helpen ontmaskeren. Hij vreest dat dat nog pijnlijk zal veranderen met de sterke afname van het aantal collega’s in zijn branche. 

“In de jaren 2000 waren er 42 wetsdokters in België, nu zijn het er nog maar een stuk of twintig. Nu al blijven elk jaar 70 moorden onder de radar en gaan de daders vrijuit. Dat blijkt uit verschillende studies van mijn collega’s. Destijds hebben we tegen minister Geens gezegd: Geef ons 20 miljoen euro extra per jaar en we zullen meer schuldigen vinden. Zijn reactie: Maar meneer Boxho, de gevangenissen zitten nú al overvol!

Die neergaande spiraal in zijn beroep heeft diverse redenen, zo blijkt uit zijn uitleg. Bijvoorbeeld omdat het slecht betaalt, lang niet iedereen verdient er – zoals Boxho - een aardig jaarsalaris bij door zijn bestsellers. Geld dat hij overigens niet voor zichzelf gebruikt. “Dat geef ik aan mijn kinderen, die zijn jong, zij hebben het harder nodig dan ik,” aldus de vader van drie. 

Philippe Boxho met zijn echtgenote Nadine, die als lijk opduikt in zijn nieuwe boek De doden spreken.

Er is nog een andere reden voor de impopulariteit van zijn professie meent Boxho. Namelijk dat forensische geneeskunde zó veeleisend is dat het nauwelijks te combineren valt met een gezinsleven. De gescheiden Boxho weet dat uit eigen ervaring. Al bleef hij blijkbaar hoop houden, gezien het feit dat hij in 2021 voor de tweede keer in het huwelijk is getreden, met Nadine Cheniaux, die haar echtgenoot vrolijk typeert als ‘enorm geestig’. Met deze logopediste lukt het Philippe Boxho vooralsnog prima om de dood te combineren met de liefde. 

In de epiloog van De doden spreken doet hij in elk geval uit de doeken dat hij een ‘normaal’ bestaan leidt, met zijn gezin. “Ik heb een goed gevuld sociaal leven, veel vrienden en kennissen. Ik laat geen gelegenheid voorbijgaan om plezier te maken, mijn lunchpauzes zijn heilig en meestal zijn ze gevuld met afspraken in restaurants.” 

Een soort eerbetoon

Ontelbare keren is de forensisch arts gevraagd of zijn vak hem het slapen niet belet en of hij eigenlijk wel normaal is. Op die laatste vraag antwoordt de Luikenaar zonder aarzelen met ‘ja’, op de eerste zegt hij resoluut ‘nee’. Hij ziet zijn brein namelijk als een soort ladekast, legt hij uit. “Een van de laden is de forensische geneeskunde, terwijl mijn leven buiten het werk uit vele andere laden bestaat, en er is geen verbinding tussen die laden, tenzij ik dat wil.”

Privé en werk lopen in zijn boek stiekem toch een beetje door elkaar, aangezien de schrijver de namen van slachtoffers en of daders vervangt door die van zijn vrienden, honden of echtgenote. “Want,” zo zegt hij, “geen van de moordverhalen uit mijn boeken mogen traceerbaar zijn.” Daarom geeft hij ook nooit gehoor aan verzoeken van familieleden die hem vragen om de dramatische dood van een dierbare in zijn boeken op te nemen. “Mensen zien dat blijkbaar als een soort eerbetoon, maar ik doe het nooit.” 

Zijn echtgenote Nadine voert hij in De doden spreken op als een aan heroïneverslaafde jonge vrouw die door haar man wordt gewurgd en in de achtertuin verbrand, zij het met veel moeite, want dat is zo gemakkelijk nog niet. 

Philippe Boxho neemt zijn vak bloedserieus, maar laat de zwaarte ervan niet met hem op de loop gaan. Bang voor zijn eigen dood is hij dan ook niet. “De simpele zekerheid dat we allemáál zullen sterven, helpt me om niet bang te zijn voor de dood. Wat het leven draaglijk maakt, is dat je niet weet welke dag je laatste zal zijn.”

Priester worden

Hij lacht om de dood. “Maar niet om de doden,” verduidelijkt hij in zijn boek. “Ik lach niet om mensen, maar om de manier waarop ze overlijden. Een man die zichzelf veertien keer doodschiet voor hij sterft... dat is een wereldrecord!”

Dat hij er zo, bijna enthousiast, over kan vertellen, heeft te maken met een heel vaste overtuiging zonder welke hij zijn vak niet zou kunnen uitoefenen. “De dood is niet tragisch voor de persoon die sterft, en ook niet voor iemand die er beroepsmatig mee bezig is. Iedereen die ik onderzoek, beschouw ik in eerste instantie als een werkobject. Pas wanneer de familie over de overledene vertelt, wordt deze een persoon voor mij. (…) We spotten met de dood, of beter gezegd met de omstandigheden ervan, maar nooit met de overledene zelf.”

En dan te bedenken dat deze man, die zo hartelijk lacht om de dood, eigenlijk priester wilde worden. Uitgerekend een geestelijke praatte het hem uit zijn hoofd. “Hij had gelijk, het was van mij vooral honger naar kennis en geen roeping tot het geloof,” legt hij uit in zijn boek.  

Hij besloot medicijnen te gaan studeren vanuit een drang om mensen te helpen. Eenmaal huisarts, met een eigen praktijk, werd hij gevraagd om forensisch onderzoek te doen. Dat liet zich gaandeweg niet combineren met een huisartsenpraktijk, die hij vervolgens opgaf. 

Skelet en flarden huid

In De doden spreken geeft hij toe dat sommige ervaringen uit zijn dagelijkse praktijk hem nog altijd raken. Zo vindt hij het na al die jaren nog altijd moeilijk als het om kinderen gaat of om mensen die overduidelijk moederziel alleen waren.

“Doden zien, stelt op zich niet veel voor, want de dood zal ons uiteindelijk allemaal verrassen. Maar de sociale ellende waarin je mensen soms aantreft, de eenzaamheid waarin sommige mensen leven: dat is veel moeilijker om te verwerken.”

Hij refereert aan een oude man die in zijn appartement dood in zijn stoel werd aangetroffen, met de televisie aan. “Ik kwam binnen en zag hem zitten, niet meer dan een skelet en flarden huid bijeengehouden door zijn kleren. (…) De man zat daar al maanden en niemand had hem gemist. (…) Dat soort eenzaamheid grijpt me telkens weer naar de keel.”

Jaarlijks blijven zo'n zeventig moorden onopgemerkt.

Doorgaans is hij goed in staat met de ellende die die hij aantreft om te gaan. “Ik zie elke dag gruwel, en dat went. We zijn gepantserd.”

Die gewenning geldt niet voor de geur van een lijk in ontbinding. “Dat went nooit,” schrijft Boxho in zijn boek. “Die geur blijft ondraaglijk gedurende je hele carrière. Wel ontwikkel je manieren om ermee om te gaan. Mijn methode is om zo snel mogelijk, maar zonder te haasten, de ruimte binnen te gaan waar het lijk zich bevindt en daar te blijven wachten tot mijn neus verzadigd is van de geur, zodat ik die minder ruik. Dat werkt.” (…) “Belangrijke tip: vermijd heen en weer lopen tussen de buitenlucht en de stinkende ruimte, want dat is een zekere manier om misselijk te worden. En draag nooit wollen kleding, want die houdt de geur vast.”

De ondergang van een Porsche

Dat geldt niet alleen voor wol. Boxho beschrijft hoe een man tijdens een hete zomer zelfmoord had gepleegd in zijn Porsche. Hij had een dodelijke dosis pillen geslikt en werd pas na dagen gevonden. Boxho: “Het lichaam was verregaand ontbonden en had vocht uitgescheiden op de autostoelen. Die waren niet meer te redden en werden verwijderd om vervangen te worden, maar omdat de geur nog te ruiken was, werd het hele interieur gestript. Zelfs daarna bleef de lucht hangen en de prachtige Porsche werd naar de sloop gebracht.”

'Ik lach niet om mensen, maar om de manier waarop ze overlijden. Een man die zichzelf veertien keer doodschiet voor hij sterft... Dat is een wereldrecord!'

De reden dat de forensisch arts met zoveel passie schrijft over zijn vak, is dat hij wil uitleggen wat het inhoudt. Waarom DNA de koningin van het forensisch onderzoek wordt genoemd, waarom vliegen iets kunnen vertellen over het tijdstip waarop iemand is overleden….

Mensen hebben er – niet in de laatste plaats door detectives waarin heel veel niet klopt – een nogal vertekend beeld van. Zo wijst Boxho erop hoe schoon en opgeruimd een plaats delict doorgaans is in series. In zijn boek zegt hij daarover: “Het lijkt vaak wel alsof die plekken voor de moord expres zijn schoongemaakt om er zeker van te zijn dat alle sporen die er gevonden worden in verband staan met de moord. En ja, hoor. (…) In werkelijkheid zijn de plaatsen delict die wij betreden vaak onvoorstelbaar vuil. (…) In ons vak kun je maar beter zijn ingeënt tegen tetanus.” 

Professioneel in stukken gehakt

In De doden spreken geeft Philippe Boxho de meest bizarre voorbeelden van zelfdodingen en moorden. Moorden die eigenlijk geen moorden blijken te zijn. Zoals in het geval van een vrouw die haar vader in zijn slaap doorzeeft met kogels. Tijdens het gerechtelijk onderzoek blijkt dat de man al dood was (getroffen door een fatale hersenbloeding) voor zijn dochter haar schoten loste. Ze gaat vrijuit.  

Verreweg het meest spectaculaire dat hij in zijn loopbaan heeft meegemaakt, noemt hij het onderzoek naar een vrouw die haar ex-man tijdens een ruzie de hersens insloeg. Als ze tot haar positieven komt, realiseert ze zich dat ze de vader van haar kinderen heeft vermoord. Zij mogen daar nooit achter komen en dus moet het lichaam verdwijnen. Philippe Boxho: “De vrouw had ooit bij een slagerij gewerkt en hakte haar slachtoffer professioneel in stukken die ze in plastic zakjes stopte, invroor en vervolgens een voor een verbrandde in de inzethaard.” 

'Die vrouw had bij een slagerij gewerkt en hakte haar slachtoffer professioneel in stukken, die ze invroor en later een voor een verbrandde in de inzethaard'

Zo verdween het lijk in enkele dagen volledig, zonder een spoor achter te laten. “Dat maakte het verhaal moeilijk te controleren,” aldus Boxho. Toen de vrouw alsnog haar misdaad bekende, konden de onderzoekers haar eenvoudigweg niet geloven. “Een psychiater meende zelfs dat ze alles verzon.” Uiteindelijk bracht de stofzuiger, waarin enkele botresten werden aangetroffen, het bewijs.

Met dank aan Sharon Stone

Opvallend empathisch vertelt Boxho over de doden, over de impact van autopsies op zijn eigen emoties en die van anderen. Hij heeft duidelijk te doen met de jongeman die voor een weddenschap met vrienden een vork inslikt, wat hem fataal wordt. Hij kijkt met een milde blik naar de Romeo op leeftijd die tevergeefs hoopte op een liefdesnacht vol vuur en romantiek, maar die in plaats daarvan bezwijkt aan de toorn van zijn bedrogen minnares. De forensisch arts zoekt naar de kogel die zijn borst moet hebben doorboord. Een kogel die in het lichaam onvindbaar blijft. Tot Sharon Stone in de film Basic Instinct in het hoofd van de forensisch arts opkomt en hij zich realiseert dat de borstwond niet door een kogel is veroorzaakt, maar door de ijspriem. Het instrument is van sporen ontdaan teruggelegd door de dader, naast de champagnekoeler. De moordenares is zijn gekrenkte – nota bene getrouwde - minnares die een flesje parfum in Romeo’s badkamer ontdekte dat niet van haar was. 

Sharon Stone leidde Philippe Boxho naar een kogel, die geen kogel bleek.

De zaak ontlokt de Luikenaar nog een aardig staaltje antropologische kennis over de bijzondere talenten van ‘de vrouw’. “Als je een vrouw bij je thuis ontvangt voor de nacht, dan laat ze na een dag of twee altijd iets kleins en onopvallends achter in je badkamer of ergens anders. Jij hebt het niet gezien, en je zult het ook nooit zien, zelfs niet als je het probeert te vinden. Maar als je daarna een andere vrouw ontvangt, zal zij het zeker vinden en instinctief weten dat het niet van je ex-vrouw is, van wie je net gescheiden bent. En dan ben je eraan.”

Philippe Boxho: "Doden zien, stelt op zich niet veel voor. Maar de sociale ellende waarin je mensen soms aantreft, de eenzaamheid waarin sommige mensen leven: dat is veel moeilijker om te verwerken."

Hij dist zoveel weetjes op over zijn vak dat je na het lezen van De doden spreken bijna de perfecte moord zou kunnen plegen. Het fijne daarvan houdt hij wijselijk voor zich. Dr. Philippe Boxho heeft antwoord op álles wat te maken heeft met moord en doodslag. Juist daarom drukt hij zijn lezers op het hart om toch vooral te genieten van het leven zolang dat je toelacht. “Met respect voor anderen en jezelf, voordat het de dood is die je aangrijnst.” 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • ANP E.A.