Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Week van Toen: Stontziek van de hondenpoep (1990)

Elke week poetsen we een pareltje op uit het rijke archief van Panorama (anno 1913). Deze week, uit editie 06, 1990: 'Gatverdamme!' 

Week van Toen

Want Amsterdam is poep op de stoep, zong Danny de Munk precies veertig jaar geleden, wat misschien wel de aanleiding voor de gemeente Amsterdam was om een grootschalig onderzoek te doen naar het typische jarentachtigfenomeen hondenpoep. In 1985 ergerde maar liefst 68 procent van de Amsterdammers zich daar nog groen, geel en bruin aan terwijl die ergernis daarna, mede door de verplichting om als hondenbezitter een zakje mee te nemen als je je hond uitlaat, steeds verder afnam. Toen tien jaar geleden, in 2015, een herhaalonderzoek werd gedaan, zei nog maar 29 procent zich te storen aan de hondenpoep. Het parkeerprobleem in de stad, dat vonden de Amsterdammers opeens veel erger. Nog steeds waarschijnlijk.

In 1990, in de hoogtijdagen van alle shit, leek het ons een goed idee om eens een volledige ‘honden-special’ te maken, met speciale aandacht natuurlijk voor alle poep op straat. In die tijd werd er namelijk steeds vaker en steeds harder geroepen om een nationaal hondenpoepbeleid, aangejaagd door de Nederlandse Vereniging van Reinigingsdirecteuren (NVRD) die er ‘strontziek’ van werd (jawel) dat iedereen zijn of haar hond maar overal liet schijten. Er werden voor het eerst boetes uitgedeeld, 20 gulden per overtreding, maar dat zette volgens de NVRD geen zoden aan de dijk. “We moeten naar hogere bedragen toe,” zei voorzitter Hoek. “In New York krijg je een bon van 200 tot 250 gulden. Dat werkt.” 

Volgens hem beseften hondeneigenaren niet hoeveel geld het kostte als de gemeente elke dag de stront van hun viervoeters moest opruimen: “Als ik u vertel dat het opruimen 3 gulden per drol kost en u weet dat de gemiddelde hond er dagelijks twee legt, begrijpt u dat je aan reusachtige bedragen komt. Dat is gewoon niet op te brengen.”

Poepdirecteur Hoek in 1990: 'Een Frans hurktoilet voor honden, dat zou ideaal zijn!'

Sommige gemeentes, waaronder Bergen op Zoom, hadden in die tijd al zogenaamde cani-cleans: hondentoiletten die uit grote bakken met één opening bestonden. Met een ‘geurlokker’, die in de volksmond al snel ‘stankpaal’ werd genoemd, zouden honden naar het gat moeten worden gelokt. “Heel simpel,” zei Hoek, “maar wel duur. Ik weet niet hoeveel gemeentes 10.000 gulden hiervoor willen neerleggen.” 

Weinig, zo bleek al snel in de praktijk. Het werkte namelijk voor geen meter. Zoals Hoeks idee dat mensen dan maar thuis zo’n ding moesten aanleggen ook niet op veel animo kon rekenen. Maar dat wist hij zelf ook: “Zo’n Frans hurktoilet voor honden, ideaal. Maar dat zal wel een utopie zijn.”

In 2003 werd uiteindelijk het hondenbeleid ingevoerd zoals we dat tegenwoordig nog steeds kennen. Binnen de bebouwde kom ben je als hondenbezitter verplicht om tijdens het uitlaten drollen op te rapen met een zakje of een schepje, met uitzondering van losloopgebieden en openbare hondentoiletten waar de gemeente met een ‘poepzuiger’ langskomt. Doe je dat niet en worden jij en je hond op heterdaad betrapt, dan krijg je een boete van tussen de 100 en de 150 euro, afhankelijk van de gemeente waar je woont. Krijgt Hoek toch nog zijn zin!