Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Het tragische einde van de Nederlandse American football-ster Harald Hasselbach

Harald Hasselbach blijft vooralsnog de enige landgenoot die de Super Bowl won. Twee keer zelfs, maar hij betaalde er wel de hoogste prijs voor...

Het tragische einde van de Nederlandse American football-ster Harald Hasselbach

“De gemiddelde leeftijdsverwachting van iemand die speelde op mijn positie is 50 jaar. Ik ben in september 50 geworden,” vertelt Harald Hasselbach in 2018 in de Volkskrant. In de kop boven het interview staat dat hij al leeft in blessuretijd. De tweevoudig winnaar van de Super Bowl weet het te rekken tot zijn 56ste, maar dan is zijn lichaam op.

Zijn hersenen hebben te veel geleden tijdens zijn carrière, maar kanker doet hem in 2023 uiteindelijk de das om. Hasselbach sterft veel te jong, al wist hij dus dat hij niet oud zou worden. Het is de tol die hij betaalt voor het schitteren in de jaren negentig, een periode waarin vermaak in de Amerikaanse sport hoger staat aangeschreven dan gezondheid. 

Dat is anno 2025 verbeterd. Zo is er nu een ‘hersenschudding-protocol’: spelers die een hersenschudding oplopen, mogen pas weer aan wedstrijden deelnemen als ze succesvol een hersteltraject hebben doorlopen. Om zulke praktijken werd een kwart eeuw geleden nog gelachen in de NFL. We zijn toch geen mietjes?! “Ik heb twaalf jaar professioneel gespeeld, maar er is nooit een hersenschudding bij me vastgesteld,” zegt Hasselbach in 2018.

“Ik speelde ook nog eens op de meeste fysieke positie van het veld. Had ik hersenschuddingen? Absoluut. Minstens tien. Tegenwoordig genoeg om het advies te krijgen te stoppen. De populaire term in mijn tijd was: You got your bell rung. Je was weleens duizelig, maar daarna ging je het veld weer op. Wie dat niet deed, werd vreemd aangekeken.”

Harald Hasselbach in actie voor de Denver Broncos.

Menselijk schild

Hasselback komt in 1967 ter wereld in Amsterdam. Geen enkele Amsterdammer wordt in de wieg gelegd voor American football, die sport wordt hier immers niet of nauwelijks gespeeld. Rugby wel en dat lijkt erop. Die sport beoefenen lijkt dan ook de meest logische route naar de NFL, maar Hasselbach bewandelt een ander pad.

Hij is het product van een Nederlandse vader en Surinaamse moeder, maar meer nog zijn z’n ouders wereldburgers. Na Haralds geboorte wonen ze in Amsterdam, Suriname, Kenia, Indonesië en Canada. Dat komt door het werk van pa als landbouwkundig ingenieur. In dat laatste land gaat junior naar de middelbare school in de buurt van Vancouver. Daar hebben de coaches van het footballteam aan één blik genoeg: met zijn imposante lijf is Hasselbach geknipt voor de sport. 

“Ik was een kop groter dan iedereen. Was sterk, omdat ik veel in de sportschool zat en ik kon goed rennen. Dat zeg ik trouwens niet om op te scheppen, hoor.” Die laatste opmerking is overbodig, want de cijfers spreken voor zich: Hasselback koppelt een lengte van 1.98 meter aan 130 kilo schoon aan de haak. Het is een droompostuur in het American football. Dan ben je er natuurlijk nog niet, maar hij blijkt ook aanleg te hebben, al moet de bonkige diamant nog worden geslepen.

“In American football draait het om lichaamstypen. Zeker op de positie waar ik speelde, als defensive lineman. Zo begon het. Ik kon gewoon andere jongens goed opzij duwen. Echt spelen leerde ik pas toen ik in Canada een profcontract tekende bij Calgary Stampeders.” 

Hasselbach voert een tackle uit.

En hoe! Op zijn positie moet Hasselbach dienen als menselijk schild, met andere woorden: zoveel mogelijk tegenstanders de doorgang beletten en als het even kan de quarterback, de spelverdeler, omver kegelen. Gezond is het allemaal niet, het blijkt later zelfs nog veel ongezonder dan iedereen eigenlijk al dacht, maar het beulswerk levert hem wel een lucratief contract op.

Een jaar nadat hij in 1992 met de Stampeders kampioen van Canada wordt, trekt hij naar Denver Broncos dat uitkomt in het walhalla van het American football, de NFL. Tot dat moment heeft de geboren Amsterdammer geleefd als een nomade, maar Denver voelt meteen als thuis. Ook na zijn carrière blijft hij er wonen en hij overweegt nooit om de Broncos te verruilen voor een club die beter schuift. “Ik was een soldaat en ben mijn team altijd trouw gebleven.” 

Buik vol van

Iedere wedstrijd trekt hij met evenveel voldoening het shirt met nummer 96 weer over zijn brede en trotse schouders. Toch prijkt er een tweede NFL-club op zijn cv: Green Bay Packers. Maar dat is puur omdat de Broncos hem na zeven jaar trouwe dienst naar de uitgang dirigeren. Doodongelukkig is Hasselbach bij zijn nieuwe werkgever, of in zijn eigen woorden: “De slechtste ervaring uit mijn leven.” 

‘You got your bell rung, zeiden ze in mijn tijd. Je was weleens duizelig, maar daarna ging je het veld weer op. Wie dat niet deed, werd vreemd aangekeken’

Hij kan met zijn brede schouderpartij incasseren als geen ander, maar de Packers hebben een nóg fysiekere positie voor hem in petto: die van wedge buster. In normaal Nederlands: de speler die na de aftrap vooruitloopt op zijn troepen om de eerste klappen van de aanstormende tegenstander op te vangen. Het bevalt hem niks, figuren als kamikazevoer. “Ik belde mijn vrouw en zei dat als ik dit ging doen, er tien jaar van mijn leven af zou gaan. Achteraf hoorde ik dat ze niet eens wisten hoe oud ik precies was. Ze behandelden me dramatisch.” 

Na een handjevol oefenwedstrijden scheiden de wegen van Hasselbach en zijn nieuwe club, het is een faliekante mismatch. Hij heeft zijn buik vol van de NFL en kapt er helemaal mee. Na het onbevredigende einde van zijn loopbaan is hij dermate gedesillusioneerd dat hij zes jaar lang ieder snippertje American football negeert. Hij kijkt niks, hij leest niks. 

Zeepbakje

Pas als zijn zoon Terran een plek in het schoolteam bemachtigt en zo in zijn voetsporen treedt, hervindt hij voorzichtig de liefde voor de sport die hij jarenlang gepassioneerd beoefende. “Op dat niveau is alles nog puur. Die jongens spelen uit liefde voor de sport. Ik probeer dat bij ze te cultiveren.” 

Hasselbach gaat dan als coach van de verdedigers aan de slag. Bovendien helpt hij talenten die op de drempel staan van de NFL. En die komen maar wat graag bij hem aankloppen. Want wie in Amerika een kampioensring bezit in een van de vier grote sporten (basketbal, ijshockey, honkbal en American football), staat hoog aangeschreven en is de rest van zijn leven een legende.

En Hasselbach won niet één, maar twee keer de Super Bowl met Denver Broncos. Aan te koop lopen met zijn gewonnen sieraden heeft hij echter een broertje dood. “Dat is toch het Nederlandse in mij. Wees bescheiden. Spelers die pronken met hun kampioensringen: walgelijk,” zegt hij in 2021 tegen SportAmerika.nl. “Mijn ringen bewaar ik in een zeepbakje en heel af en toe doe ik ze om. Ik kreeg op het vliegveld prompt een upgrade naar first class toen ze de ringen zagen. Bespottelijk eigenlijk. Alsof je zo belangrijk bent.” 

De kampioensringen van de Denver Broncos.

Toch is Hasselbach wel trots op het feit dat hij nog altijd de enige Nederlander is die ooit de Super Bowl won. Al is hij de eerste om dat te relativeren: de sport krijgt in Nederland immers maar weinig aandacht en is er niet of nauwelijks te spelen. Ook de jonge Hasselbach droomt als kind niet van schitteren op de voor Amerikanen belangrijkste sportavond van het jaar. “Ik wist tot mijn dertiende jaar helemaal niets van deze sport,” vertelde hij aan de vooravond van zijn eerste Super Bowl-optreden in NRC Handelsblad. Hij voetbalde, zwom, hockeyde en probeerde ook cricket en atletiek.

In Canada hing hij volop in de gewichten. Zonder de eerder genoemde coaches die hem op de sport attendeerden, was hij nooit uitgegroeid tot NFL-ster. In eerste instantie zag hij ook maar weinig in American football. “Ik vond het met al die pauzes een beetje saai,” vertelt hij in 1998 in de Nederlandse krant. “Het heeft zeker vijf, zes jaar geduurd voordat ik deze sport echt leerde kennen. Het is niet zo makkelijk om te volgen. Maar als je je erin verdiept, ga je het vanzelf waarderen.” 

Hasselbach (m) probeert een pass te blokkeren van Miami Dolphinsquarterback Dan Marino.

Spiedende helikopter 

De pure liefhebbers zitten zondagnacht voor de televisie, maar wat we hier meekrijgen van de Super Bowl beperkt zich vooral tot de altijd breed uitgemeten halftime-show, daar optreden is zo ongeveer het hoogste wat een internationale artiest kan bereiken. Dit jaar is de eer aan Kendrick Lamar. Op maandagochtend ziet u in het ontbijtnieuws ongetwijfeld flitsen voorbijkomen van dat optreden. En in een bijzinnetje wordt dan vast even vermeld wie de wedstrijd tussen Philadelphia Eagles en Kansas City Chiefs heeft gewonnen. 

Hoe anders is dat in de VS. Er heerst een ware gekte rond het spektakel. Als Hassalbach zich met zijn teamgenoten in San Diego warmdraait voor zijn eerste finale van het NFL-seizoen, cirkelt er die winterdag in 1998 zelfs een helikopter boven het trainingsveld. Het is een televisiestation dat een glimp wil opvangen van de besloten training. En het gaat nog verder, zo meldt hij in NRC: “Overal waar we hier komen, worden we belaagd. Er staan uitgebreide ontvangstcomités en de fans zwermen met pen en papier om ons heen om een handtekening te bemachtigen. Het is heel indrukwekkend. Iedereen weet wie we zijn.” 

‘American football heeft mij zó veel gebracht. Dat zou ik voor niets willen ruilen. Voor niets’

Terwijl hij in Nederland zo onbekend is dat hij hier aan een soort kennismakingsinterview wordt blootgesteld. Sinds zijn dertiende is hij al weg uit zijn vaderland, zo merkt de krant op, hoe zit het eigenlijk met die wortels? “Ik ben al lang weg, maar toch voel ik me nog een Nederlander. Ik merk dat ik anders ben dan de mensen aan deze kant van de wereld.” 

Maar als hij twintig jaar later opnieuw opduikt in een Nederlandse krant, blijkt Hasselbach toch behoorlijk veramerikaanst. Hij uit zich in een mengelmoes van Nederlands en Engels. Niet gek na zo’n lange periode aan de andere kant van de oceaan. Wellicht speelt ook geheugenverlies Hasselbach parten. In de Volkskrant doet hij niet geheimzinnig over zijn gezondheidsproblemen, een akelige souvenir van zijn profcarrière. De dan 50-jarige staat zich voor zijn koelkast geregeld vertwijfeld af te vragen wat hij ook alweer wilde eten of drinken. Soms vertelt zijn vrouw hem een verhaal en heeft hij twee minuten later geen idee meer waarover het ging. 

Rottend brein 

“Ik hoop dat ze iets ontdekken om het proces af te remmen. Want hoe voel ik me op mijn 60ste als ik op mijn 50ste dit al ervaar? In feite is je brein aan het rotten. Ik heb mijn lichaam altijd getraind om fit te blijven en ben er trots op dat ik dat nog steeds kan doen. Ik kan alleen niets doen om mijn brein te repareren.”

De hersens hebben het zwaar te verduren bij American football.

Hij heeft op het moment dat de krant hem spreekt net de NFL ingeschakeld voor een diagnose, evenals veel van zijn collega’s. “De test die ze deden was belachelijk. Veel vragen die ze stelden waren IQ-gerelateerd. Die kon ik prima beantwoorden, op dat vlak heb ik geen problemen. Voor hen was er niets mis met mij. Voor mij is het anders. Er zijn gewoon dingen die ik niet meer kan, zeker als ik het vergelijk met toen mijn brein optimaal werkte.” 

Volgens Hasselbach heeft iedere generatiegenoot die op zijn positie speelde CTE, een progressieve hersenziekte. Extreem beangstigend noemt hij dat. Het imago van de sport heeft er ook een enorme deuk door opgelopen en de mogelijke gezondheidsschade is ook de reden dat president Barack Obama zijn kinderen verbiedt American football te spelen.

In 2018 zijn er wel protocollen gekomen over hoe te handelen bij hersenschudding, vertelt Hasselbach. Zo is er in het College-football besloten dat het na drie hersenschuddingen voor een speler einde seizoen is. Allemaal veel te soft meent hij. “Als er niets rigoureus gebeurt - andere regels of uitrustingen - zul je het einde van de sport zien. Misschien nog wel tijdens mijn leven, als ik het geluk heb er nog twintig jaar te zijn.”

Dat geluk heeft hij niet. Hasselbach vroeg zich af hoe hij zich op zijn zestigste zou voelen, maar dat heeft de vader van vier kinderen nooit ervaren. In 2023, op zijn 56ste, blaast hij zijn laatste adem uit, een halfjaar nadat er bij hem kanker geconstateerd is. Die fatale diagnose kwam nog boven op de toch al zo hoge prijs die hij voor zijn carrière in de NFL betaald had. Toch had hij niet voor een ander pad gekozen als hij alles van tevoren geweten had, zo zegt hij vijf jaar voor zijn dood. “Ik heb de genen gekregen dit te doen. De sport heeft mij zó veel gebracht. Ik heb veel geld verdiend, mijn vrouw ontmoet, kinderen gekregen. Dat zou ik voor niets willen ruilen. Voor niets.” 

Harald Hasselbach was vader van vier kinderen.

Broer werd ook al niet oud

Misschien denkt u: Hasselbach, ken ik die naam niet ergens van? Dat kan kloppen, want de profsporter had een bekende broer: presentator Ernst-Paul Hasselbach. Waar Harald studeerde in Canada en op de universiteit werd geschoold tot professioneel American footballer, keerde zijn één jaar oudere broer terug naar Amsterdam om eerst te studeren en vervolgens een journalistieke loopbaan te beginnen.

Als presentator van SBS6 komt hij halverwege de jaren negentig voor het eerst op de buis bij programma’s als Prime Time Magazine en Reportage, maar hij geniet verreweg de meeste bekendheid vanwege het aan elkaar praten van Expeditie Robinson. Tien seizoenen is hij gastheer van het nog altijd razend populaire survivalprogramma, tot hij in 2008 bij een noodlottig ongeval om het leven komt.

Tijdens opnamen van RTL 5’s 71° Noord in Noorwegen raakt zijn auto van de weg en belandt Hasselbach – schoonzoon van Paul Witteman - in een rivier. Naast de presentator overlijdt ook de Belgische productieassistente Leentje Custers bij het verkeersongeval. Ernst-Paul Hasselbach werd slechts 42 jaar. 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Sport
  • ANP, Getty