Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Het is Nationale Frikandellendag: we gingen op zoek naar de lekkerste vleesboom van Nederland

Het is Frikandellendag! Onze speciale frikandellenverslaggever zag, rook en proefde daarom creaties die hij in zijn wildste dromen niet kon bedenken.

Frikandellendag

Zaterdag 4 februari is het Nationale Frikandellendag. Een dag waar wij als mannenblad duidelijk iets mee moeten. Maar ja: wat dan? De hele dag frikandellen vreten? Frikandelmakers interviewen? Onze eigen frikandel draaien? Daar maken wij geen vrienden mee. De grap is: niemand weet precies wat nou helemaal de bedoeling is op Nationale Frikandellendag. Of waar dit fenomeen überhaupt vandaan komt. Fabrikanten, leveranciers, snackbarhouders, puristen: geen ziel die het ons kan uitleggen. “Een klein mysterie,” noemen de culinaire kenners van Misset Horeca de verjaardag van ’s lands meest geliefde stuk vlees.

Ook de ‘friturologen’ van vakblad Frituurwereld tasten in het duister. “Dat er zo’n dag bestaat is niet zo vreemd, dat is een beetje naar Amerikaans voorbeeld,” zo staat op de site te lezen. “Maar het is niet helemaal duidelijk wie de initiatiefnemer is geweest van de frikandellendag, wanneer dit gebeurde, waarom en bij welke gelegenheid. Ondanks eerdere oproepen is de vraag nog altijd niet afdoende beantwoord.” Het enige waar men het wel over eens is: vandaag moet de frikandel ‘gevierd’ worden. In al zijn vette glorie.

Om uit te vogelen hoe wij zo’n dag nou het beste aanpakken, raadplegen wij Eke Bosman, een van ‘s lands grootste ‘frikalogen’. Zijn artiestennaam alleen spreekt al boekdelen: De Snackspert. Over de beste man schreven wij in 2022 al een druiperige reportage, met daarin appetijtelijke quotes als: ‘de frikandel XXL veranderde mijn leven’ en ‘er stroomt inmiddels meer mayonaise door mijn lichaam dan bloed’. Deze fastfoodrecensent is de enige, echte autoriteit op het gebied van ongezond eten. Als baby at hij zijn eerste frikandel, vandaag volgen ruim 150.000 Instagram-fans zijn eindeloze frituuravontuur.

De fastfoodrecensent: ‘Deze dag is vooral een mooi excuus voor snackbars en fabrikanten om extra frikandellen te verkopen’

Toch weet ook Bosman niet precies waar onze Nationale Frikandellendag vandaan komt. “Ik meen dat het iets te maken heeft met de oorsprong van de snack, in 1954, maar pin mij daar niet op vast. Die dag is vooral een mooi excuus voor snackbars en fabrikanten om extra frikandellen te verkopen. Wat ik ga doen? Niets bijzonders. Voor mij is het elke dag frikandellendag.” Als ik Bosman vertel dat ik wij ‘de frikandel willen vieren’, luidt zijn eerste reactie: “Leuk, ga je naar Ransdaal?” Wablief? “Ransdaal! Diep in Limburg. Mijn broer woont er in de buurt en die bestookt mij regelmatig met foto’s van een zekere snackbar die bekend staat als frikandellenmekka. Happy Frites, meen ik.

Ook mijn volgers sturen mij geregeld foto’s van die toko. Die menukaart, ongelooflijk. Alle smaken van de wereld stoppen ze daar in de frikandel. Geserveerd op borrelplanken van meters lang. Knettergek. Daar wil ik écht nog een keer eten. Staat erg hoog op mijn bucketlist. Ik hoop deze bedevaart nog voor de geboorte van mijn kind te mogen maken.” Op naar Limburg dan maar. Om de frikandel te vieren. 

Snackspert en frikaloog Eke Bosman.

Stom toeval

De 3,5 uur durende treinrit – je moet iets overhebben voor een goede frikandel – besteed ik om mezelf bij te scholen. Zo leer ik dat Limburg het mekka der gehaktstaven is en hier 90% van al onze frikandellen van de band rolt. Vleesgiganten als Mora, Vanreusel en Lekkers van Beckers opereren er allemaal op een straal van vijftig kilometer van elkaar. Niet omdat het restjesvlees hier aan de bomen groeit, of omdat de ui hier meer smaak bevat, maar door stom toeval. Familiebedrijven die ooit in dezelfde regio neerstreken en massaal frikandellen gingen produceren.

Wie iets verder speurt, stuit al snel op het beoogde frikandellenparadijs van Klimmen-Ransdaal. Vooral in de Facebook-groep Frikandel Speciaal Geeks - een online gemeenschap van bijna 10.000 leden, waar connaisseurs hun liefde voor de vetstengel delen – krijgt Happy Frites veel lof. “Vandaag 32 jaar getrouwd, dus mijn vrouw uit eten genomen naar Nederlands beste restaurant!” schrijft ene Arno naast een vrolijke frikandellenselfie. “Geloof me mensen, deze tent is het waard om vreemd te gaan van de gewone frikandel speciaal,” tikt een andere klant verlekkerd, naast een foto van vier frikandellen met een keur aan sauzen en toppings.

Mathies Soons bestiert frikandellenparadijs Happy Frites.

Maar ook in de ‘echte’ media, zoals dagblad De Limburger, vakblad Frituurwereld en De Nationale Smulgids druipen de superlatieven van de recensies af. Het maakt vooral nieuwsgierig naar de ‘Frikandellenbijbel’: de grootste en gevarieerde frikandellenmenukaart op moeder aarde. Zijn we er al bijna?

Dankzij een stroomstoring bij de NS arriveren we na vijf uur reizen op het verlaten stationnetje van Klimmen-Ransdaal, gelegen in het niemandsland tussen Maastricht en Heerlen. In minder tijd had ik mijn tanden nu in een frikandel op de Canarische Eilanden kunnen zetten, maar nogmaals: alles voor de lekkerste vleesboom des lands. Onze bestemming huist hier zowat op het spoor, in een monumentaal stationsgebouw. Al drie keer werd dit plekje verkozen tot ‘prettigste en charmantste’ station van Nederland’, en dus niet alleen vanwege de frikandellen.

De snackbarhouder: ‘We hadden hier laatst een stelletje dat 32 jaar getrouwd was. Die vent wilde hier het hele weekend frikandellen eten met zijn vrouw’

Maar we zijn hier niet voor de mooie wandelpaden. Ik stap binnen bij Happy Frites en krijg een warm onthaal van snackbarhouder Mathies Soons (39), met de rake woorden: “Je zult wel honger hebben.” Op de friteuse naast hem pronken, jawel, tientallen keurig opgestapelde ‘bruine fluitjes.’ “Leuk dat jullie zo’n stevige afstand afleggen om onze frikandellen te proberen. Vijf uur, zeg je? Oei, dat is wel flink. Maar dat maakt van jullie nog geen recordhouder, helaas. We krijgen hier regelmatig bezoek tot uit Groningen. Soms zelfs uit Duitsland, Canada en China. We hadden hier laatst zelfs een stelletje dat 32 jaar getrouwd was. Die vent wilde hier het hele weekend frikandellen eten met zijn vrouw. Ze hadden zelfs een hotel geboekt, hier vlakbij!” Na een korte, harde lachbui: “Mooi toch? Echte frikandelfanaten.”

Borrelplank

Dat Mathies ook blij is met onze komst, wordt wel bewezen door de zorgvuldig getroffen voorbereidingen voor het vreetfestijn dat op het punt staat van losbarsten. “Ik ga jullie dadelijk verassen met de grootste borrelplank die jullie ooit hebben gezien,” zegt de goedlachse Limburger. “Zes meter lang is ie. Tachtig frikandellen passen erop. Hopelijk hebben jullie een beetje trek?” Lichte paniek. “Uh, tachtig frikandellen? Voor mij en de fotograaf? Je maakt een grapje, toch?” Ik hoop hier graag weer te vertrekken per spoor, niet per ambulance. Fotograaf Marcel haakt zelfs direct af. “Ik vreet die dingen niet. Succes Ryan.” Hevige paniek nu. Dan begint Mathies hard te lachen. Godzijdank. “Nee joh, dat doe ik je niet aan. Je krijgt hulp.” Hij wijst naar het bargedeelte van zijn snackhuis, dat vol staat met hongerige Limburgers. “Ik heb een mannetje of dertig uitgenodigd. Vandaag gratis en voor niets, dus dat ging vrij makkelijk. En ze hebben allemaal netjes op jou gewacht. Maar de mensen hebben nu wel grote trek, dus als je het niet erg vindt, ga ik direct beginnen.” 

Boven het luide gespetter van frituurvet vertelt Mathies hoe hij de frikandellenkoning van het zuiden werd. “In een ver verleden was ik vrachtwagenmonteur, maar een eigen onderneming lonkte. Mijn oom, Robert Rouwet, runde meerdere snackbars in deze windstreek. Ik stond vaak in de keuken mee te helpen. Met zijn hulp opende ik eindelijk mijn eigen zaak, zo’n 14 jaar geleden inmiddels. Vanaf dag één hebben wij niks te klagen gehad. En niet perse omdat we aan een treinstation zitten, hoor. Het is een klein stationnetje, er stapt hier misschien één reiziger per dag binnen. Nee, we worden vooral gevonden door de dorpsbewoners, maar ook door mensen uit de hele regio. Onze huisgemaakte frieten zijn geliefd, maar zeker ook door onze Frikandellenbijbel. Nergens in Nederland vind je zo’n groot aanbod. Die gekte begon eigenlijk pas in 2018.”

De liefde voor de frikandel is niet gendergebonden.

Mathies neemt een flinke slok van zijn blonde biertje en vertelt verder. Met zijn linkeroog houdt hij scherp het frituurproces van zijn frikandellen in de smiezen. “Samen met Maiko, mijn ‘minister van Facebook’, bedachten we een manier om wat socialemedia-aandacht te genereren. We kwamen uit op frikandellenplankjes. Voor de invulling bedachten we de gekste variaties. Frikandellen met paprika, komkommer, hete sauzen, noem maar op. We deden eigenlijk maar wat. Ik deelde een foto van zo’n plankje op Facebook en dat sloeg in als een bom. Binnen no time hadden we duizenden reacties.” De Limburger laat lachend de bewuste foto zien. “Media begonnen die foto ook te delen en toen liep het al helemaal uit de klauwen. Tienduizenden reacties, miljoenen views, echt niet normaal.”

Mathies kan die gekte wel verklaren. “Loaded frikandellen zie je tegenwoordig overal, maar wij waren in 2018 toch echt de eerste. Iedereen werd er helemaal wild van.” Dat is inmiddels zeven jaar geleden en nog steeds komen frituurfans van heinde en verre voor de Crazy Cheese (met cheddarkaas en ui), de Tostidel (met ham en kaas), de Quattrodel (voor de grote trek) en al die andere mafklappers uit Mathies’ Frikandellenbijbel naar het zuidelijkste puntje van Nederland. In die vleesbijbel pronken inmiddels dertig frikandeltypes. “We komen regelmatig samen met het team om nieuwe variaties uit te testen. Soms is het drie keer niks en soms proef je een nieuwe en denk je: holy shit, dit is een blijvertje.” 

Behoorlijke beuker

Terwijl Mathies en zijn team de borrelplank der borrelplanken in stelling brengen, meng ik mij in het feestgedruis. Onder alle aanwezigen – een mengelmoes van medewerkers, vaste klanten en lokale liefhebbers – proef ik een ongekend niveau van anticipatie. “Het gebeurt niet vaak dat ze die zesmeterplank in stelling brengen hoor,” zegt een stevige, kale meneer. De man blijkt een lokale bierbrouwer. “Heb je het Bush-biertje al geprobeerd? Een behoorlijke beuker is dat, 12,5% sterk, maar wel verdomde lekker. Wacht, ik bestel er direct eentje voor je.” Limburgse gastvrijheid.

Twee lange jongens naast ons mengen zich in het gesprek. “Leuk hoor, die Nationale Frikandellendag. Maar hier doen we niet aan die onzin. Hier is het elke dag frikandellendag.” De andere jongen is wel blij met de media-aandacht voor Mathies en diens legendarische creaties. “Deze plank verdient zeker een mooi artikel in jullie blad. Die halen ze alleen tevoorschijn op hele speciale gelegenheden. Pas twee keer eerder gebeurd, meen ik. Eén van die dagen was de bruiloft van Mathies zelf. Nou, dan weet je het wel he?” Navraag bij Mathies levert een iets ander verhaal op. “Op mijn bruiloft? Ha! Echt niet. Mocht ik willen. Daar had mijn vrouw nooit ja op gezegd. Nee, ik heb de XXL-plank wel op mijn verjaardag ingezet. Een groot succes natuurlijk. Binnen tien minuten was ie helemaal leeg.”

Weer een andere bezoeker schuift een nieuwsbericht uit het lokale sufferdje onder mijn neus. “Kijk,” zegt hij erbij, “jullie bezoek is eerder deze week zelfs al aangekondigd.” De titel van het betreffende bericht: “De Frikandellenplank XXL van Ransdaal komende week opnieuw tevoorschijn voor reportage in weekblad.” Is ie al klaar?

En jawel: daar staat ie, in al zijn vette glorie: een zes meter lange borrelplank, speciaal ontworpen door een lokale houtbewerker en verder uitgewerkt door de vader van Mathies, met in elk van de tachtig gleufjes een dampende Van Lieshout-frikandel, met daarin weer tachtig vakkundig gesneden gleufjes, op hun beurt weer opgevuld met smeuïge saus, gefrituurde uitjes, gesmolten kaas, hete pepers en zo nog tientallen vrolijke smaakmakers. Als verslaggever heb ik de Schotse hooglanden bewandeld, in historische kastelen geslapen en de ruigste zeeën getrotseerd, maar dit is pas echt indrukwekkend.

“Ga je gang,” zegt Mathies zonder verdere poespas tegen zijn bezoekers. Dat heeft iedereen goed verstaan. De frikandellen vliegen in indrukwekkend tempo van de plank. Hevig gesmak en blije gezichten alom. Zelf verorber ik een kruising tussen een loempia en een frikandel (‘loempidel’), iets met heel veel gesmolten cheddarkaas en iets heel pittigs. Na drie exemplaren laat ik een vies boertje en trek ik mij voldaan terug in een donker hoekje. De feestelijke plank van tien minuten geleden is verworden tot een druipende balk met overal kwakjes saus en etensresten. Dat was het dan. De frikandel is vandaag gevierd.

Jimi Hendrix

Een half uur later zit ik uit te buiken met alweer mijn derde Bush-biertje. Een jongen die Jimi Hendrix heet laat zijn ID-kaart zien om te bewijzen dat hij echt Jimi Hendrix heet. “Heb ik iedere dag last van. Gisteren nog, toen ik mijn vakantie naar Schotland boekte, werd mijn reservering doodleuk geannuleerd. Ze dachten dat ik ze in de maling nam.” Dan stapt Mathies op ons af: “Je moet natuurlijk ook nog zelf een frikandel uit onze bijbel kiezen, voordat je voortrekt.” Limburgse gastvrijheid. Ik bestudeer de Ransdaalse bijbel en raak geïntrigeerd door de enige variatie met drie vlammetjes achter diens naam: ‘The Beast.’ De overtreffende trap van de toch al zeer pittige ‘Spicy Del’, met andalousesaus, srirachasaus en gebakken uien. De pittigste berenlul van de lage landen.

In no time resteren er van 80 frikandellen enkel nog de contouren.

“Die moet je proberen!” roept ene Danny. “En dan wegspoelen met een lekkere Bush!” A cocktail for disaster, noemen ze dat aan de overkant van de zee. Drie mannen die om mijn tafeltje staan schudden alleen hevig van nee. “Niet doen,” zegt een van hen. Ik volg zijn advies en sla het aanbod af. Maar de Limburgse gastvrijheid kent kennelijk geen grenzen. Danny: “Ah, joh, tuurlijk wel! Gewoon doen! Mooi voor je verhaal toch? Wacht, ik bestel alvast je Bush.” Tien minuten en drie happen later heb ik een zweetaanval en heel, heel veel spijt. Dit is niet meer pittig, dit is de hel. Vermomd als onschuldige frituursnack. Ik ga helemaal kapot en dit heftige 12,5% bier maakt het alleen maar erger. Een uur later zit ik in de trein naar huis en tolt mijn hoofd alle kanten op. Mijn maag tolt net zo hard mee. “Ik moet kotsen”, zeg ik tegen niemand en spuug dan mijn hele avond op de vloer van de stiltecoupe. De frikandel is vandaag gevierd.

De verslaggever: ‘Tien minuten en drie happen later heb ik een zweetaanval en heel veel spijt. Dit is niet meer pittig, dit is de hel’

70 jaar frikandellen

In het jaar 2640 v. Chr. legden Egyptenaren de stenen van de eerste piramide, in 1876 was ‘s werelds eerste telefoon klaar voor gebruik en in 1954 zag de allereerste frikandel het levenslicht. Het was Gerrit de Vries, een Dordtse slagersknecht, die destijds gehaktballen maakte, exclusief voor de horeca. Hij deed wat niemand ooit had gedaan: vlees combineren met kruiden en paneermeel. En hij noemde het: de frikadel. Zonder ‘n’. Gaandeweg veranderde dit iconische lekkernijtje van een ronde bal in een lange staaf en werd een ‘n’ in de spelling geperst.

Pikant detail: het was niet uitvinder Gerrit de Vries, maar een heel andere slager die van de frikandel een blijvertje maakte. Jan Bekkers perfectioneerde de gehaktstaaf  tot een glad exemplaar van fijngemalen vlees. Zonder velletje en met een ideale lengte van welgeteld 18 centimeter. Met zijn snackfabriek ‘Lekkers van Beckers’ werd de Brabander lachend rijk van de uitvinding van zijn Dordtse collega, die even was vergeten  patent op de frikandel te nemen en dus een vermogen misliep.

Inmiddels is de frikandel de meest geliefde snack van de Hollander; het ding wordt jaarlijks zo’n 600 miljoen keer genuttigd. Al weten de meesten van ons nog steeds niet wat we dan precies eten. Over de ingrediënten van de frikandel gaan al 70 jaar de wildste geruchten. Lamavlees, varkensogen, hondendarmen, bizontestikels; allemaal lariekoek. De moderne frikandel bestaat uit kippenvlees, varkensvlees en heel soms wat paardenvlees. Het grootste deel is separatorvlees; kleine restjes die aan de botten blijven zitten nadat de filet, borst en andere grotere stukken van de kip zijn afgesneden. Klinkt ook vies, maar bekijk het positief: door het restvlees te eten, wordt elk stukje van een geslacht dier goed gebruikt. Lang leve de frikandel.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Lifestyle
  • Marcel van den Bergh