Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Koffie verkeerd

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: tips van buitenaf.

Henk Strootman

Ik heb het in een van mijn eerdere columns al eens gezegd: het aantal werkelijk interessante tips dat ik via de redactie binnenkrijg houdt doorgaans niet erg over. Het kan ook aan mijn fijnmazige filter liggen hoor, want ik vind iets niet snel de moeite waard. Brieven van mensen die ‘onschuldigʼ of door een ‘gerechtelijke dwalingʼ vastzitten of anderszins onrecht is aangedaan, schuif ik al snel opzij. Ik zal bijvoorbeeld nooit de klaagzang vergeten van de bajesklant die boos was omdat in de krant had gestaan dat hij zijn vriendin met twintig messteken had vermoord, terwijl het er in werkelijkheid ‘maar twaalfʼ waren geweest. Tja. Ook met ellenlange epistels over faillissementen, vechtscheidingen en andere particulier leed kan ik niets. En ronduit allergisch ben ik voor briefschrijvers die menen dat hun levensverhaal zo interessant is dat je ‘er een bestseller over kunt schrijven meneer!ʼ

Maar onlangs werd me via via eindelijk weer eens een intrigerend en ogenschijnlijk veelbelovend briefje toegespeeld. Mijn ogen vlogen over het papier. “Dag meneer Strootman,” stond er in schrijfmachineletters, “ik schrijf u omdat ik informatie heb over een grote zaak waarover u in het verleden hebt geschreven. Informatie die u dichter bij de waarheid kan brengen. Kunnen we ergens afspreken? Het gaat me niet om geld, maar om de waarheid. Mijn nummer is 06-55XXXXXX. Groetjes van Joost.”

Het briefje deed mijn bloed meteen sneller stromen, want dit was het soort lezerspost waar je het als journalist van moet hebben. Zakelijk en to the point, al begreep ik niet zo goed waarom de afzender me niet gewoon even had gebeld. Zo moeilijk is het niet om me via de redactie van Panorama te bereiken. Maar goed, ik besloot hém dus te bellen en kreeg na een paar vergeefse pogingen een man aan de lijn die nuchter en oprecht op me overkwam. Hij wilde nog niet zeggen waar het over ging (“Beter niet door de telefoon meneer Strootman, je weet nooit of ze meeluisteren...”) en stelde voor af te spreken in een koffiezaakje in Rotterdam.

Het werd steeds spannender. Waar zou het over gaan? Een vermissing? Een onopgeloste moord? Het had geen zin om op de zaken vooruit te lopen, zo realiseerde ik me, want het aantal zaken waarover ik in de loop der jaren heb geschreven is niet meer te tellen. Op de afgesproken dag zette ik koers richting Rotterdam en parkeerde ik mijn auto op zo’n honderd meter van de ontmoetingsplek.

Het was rustig binnen. Tafeltje gezocht, bak koffie besteld, krantje doorgebladerd. Intussen hield ik de ingang van de zaak scherp in de gaten. Een kwartier verstreek, geen Joost. Kan gebeuren, stelde ik mezelf gerust. Rotterdam is een drukke stad en iemand kan natuurlijk worden opgehouden door het verkeer. Toch maar eens het 06-nummer van mijn informant gebeld. Voicemail. “Hallo Joost,” sprak ik in, “ik ben er al. Kun je me even bellen?” Geen reactie. Tien minuten later nog eens geprobeerd. Weer voicemail. Dan maar een appje gestuurd. Zonder succes, het nummer was niet gekoppeld aan een WhatsApp-account, zo werd me duidelijk.

Na ongeveer drie kwartier vond ik het mooi geweest en verliet ik hyper van de cafeïne het koffiehuis. Ik heb in de daaropvolgende dagen nog diverse pogingen gedaan om mijn tipgever aan de telefoon te krijgen. Eerst kreeg ik steeds de voicemail, later hoorde ik alleen nog het bekende toontje van een niet meer actieve aansluiting.

Boos ben ik niet, teleurgesteld evenmin. Wél geïntrigeerd. Want wat brengt iemand ertoe om een brief te schrijven en vervolgens niets meer van zich te laten horen? Joost mag het weten.

Misdaad
  • AdobeStock