Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'De diefstalpil'

Dat vrijwel elke pil gepaard gaat met mogelijke bijwerkingen is algemeen bekend. Maar sommige bijwerkingen zijn wel erg onwaarschijnlijk.

Politierechter

Vanuit het cellencomplex in de catacomben van de rechtbank leiden twee leden van de parketpolitie een kleine man met baard en snor de zaal binnen. Hij werpt een schuchtere blik op de rechter, knikt hem haastig gedag en neemt dan plaats op de stoel naast de tolk. De officier van justitie leest de tenlastelegging voor. Ze verdenkt de man ervan dat hij op klaarlichte dag een iPad uit een bestelwagen heeft gestolen. In vereniging, dat wil zeggen: samen met een ander, al wordt over het lot van zijn medeverdachte tijdens de zitting met geen woord gerept.

“Dat klopt, dat heb ik gedaan, en ik vind het heel erg,” bekent de 30-jarige Nasr*, die nu twaalf dagen in voorarrest zit, zonder omwegen.

“Waarom?” stelt de rechter de logische vervolgvraag.

Het antwoord daarop heeft duidelijk meer voeten in de aarde. In het Arabisch begint Nasr aan een indrukwekkende monoloog, inclusief de nodige theatrale handgebaren, waar zijn tolk maar moeilijk chocola van lijkt te kunnen maken. Maar hoe hij het ook probeert, in de woordenstroom van Nasr zit geen enkele opening. Radeloos kijkt de tolk de rechter aan. Dan waagt hij zich toch aan een vertaling.

“Ik had die middag net met mijn moeder in Tunesië gebeld. Dat was een zeer emotioneel gesprek. Het ging niet goed met mijn moeder, en daardoor was ik erg van slag. Om mij te kalmeren gaf iemand mij een pilletje, en vanaf dat moment weet ik niets meer. Ineens stond ik met die iPad in mijn handen. Door dat pilletje ben ik gaan stelen.”

De rechter kijkt Nasr en daarna de tolk met grote ogen aan. “Door dat pilletje bent u tegen uw wil spontaan gaan stelen?” vraagt hij voor de zekerheid.

‘Heeft u dat vaker,’ vraagt de officier, ‘dat u een pilletje slikt, en daarna ineens met de eigendommen van wildvreemden in uw handen staat?’

Nasr knikt en trekt er een moeilijk gezicht bij. Alsof hij zeggen wil: je doet er niets aan.

“Wat was dat voor een pilletje dan?” vraagt de rechter.

Dat weet Nasr helaas niet. En ook degene die hem het pilletje zou hebben gegeven kan hij zich onmogelijk nog voor de geest halen.

“Heeft u dat vaker,” vraagt de officier, “dat u een pilletje slikt, en daarna ineens met de eigendommen van wildvreemden in uw handen staat?”

“Nee mevrouw,” zegt Nasr. “Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Het was de eerste keer.”

“Maar het is niet de eerste keer dat u steelt, toch?”

Omdat Nasr zwijgt, geeft de officier zelf het antwoord maar. Scrollend door zijn strafblad somt ze de ene na de andere diefstal op. Na zijn laatste veroordeling vluchtte Nasr het land uit, om daarna in Oostenrijk op te duiken waar hij asiel wilde aanvragen, maar in plaats van hem asiel te verlenen, vlogen de Oostenrijkers hem linea recta terug naar Nederland, waar hij nog een celstraf van vijf maanden moest uitzitten. Amper drie weken nadat hij daarmee klaar was, jatte hij de iPad.

Erg verrassend is het niet, maar de officier gelooft geen woord van het verhaal dat Nasr ophangt en eist een onvoorwaardelijke celstraf van vier maanden. Pillen waarvan je spontaan gaat stelen bestaan bij haar weten niet, zegt ze, en bovendien wist Nasr maar al te goed waar hij die middag mee bezig was. Op camerabeelden van de parkeerplaats, waar de eigenaar van het busje bezig was met laden en lossen, is duidelijk te zien dat de twee doelbewust en geroutineerd te werk gingen. De een stond op de uitkijk en gaf het juiste moment aan, de ander sloeg zijn slag. Desondanks werd het tweetal door een oplettende ooggetuige op heterdaad betrapt.

“Ik wil mijn leven beteren,” gooit Nasr het nu over een andere boeg.

De plotselinge snik in zijn stem ontgaat ook de rechter niet, maar veel waarde hecht hij er niet aan. Dat Nasr de diefstal onder invloed pleegde, en dat hij geen flauw idee had waar hij mee bezig was, blijkt uit helemaal niets. En ook voor de wens om zijn leven te beteren zijn in het dossier bar weinig aanknopingspunten te vinden. De straf die de rechter hem oplegt valt hoger uit dan de officier eist, vier maanden cel, maar daarvan zijn er wel twee voorwaardelijk.

“Hoe is het nu met uw moeder?” vraagt de rechter tot slot.

“Met mijn moeder?” vraagt Nasr verbaasd.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban