Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

'Vermissingen hoeven niet altijd aan de grote klok'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: vermissingen.

Henk Strootman

Een paar jaar geleden werd in het Belgische dorp Ledegem de 15-jarige Angel vermist. Iedereen in rep en roer. Want als het om vermiste meisjes gaat, ligt België nog altijd flink onder het vergrootglas. In deze zaak bleek de vermiste puber op een woensdagmiddag van huis te zijn weggelopen na een ruzie met haar moeder over een mobieltje. Komt in elk gezin voor en meestal drijft de bui wel weer over. Maar Angel kwam niet thuis. De doodongeruste moeder schakelde hulporganisatie Child Focus in en maakte gretig gebruik van sociale media. Facebook ontplofte. In een mum van tijd wist iedereen wie Angel was, hoe ze eruitzag, waar ze op school zat en waar ze woonde. Huiveringwekkende scenario’s begonnen zich langzaam af te tekenen. Waar was Angel? Wat kon er met haar zijn gebeurd?

Het verlossende antwoord kwam op vrijdag, toen het meisje zich gezond en wel bij haar moeder meldde. Wat was er gebeurd? Angel was na de ruzie demonstratief met een bundeltje kleren onder haar armen naar buiten gelopen, had daar een beetje rondgehangen en was later stilletjes via een achterdeur weer naar binnen geslopen. Vervolgens had ze zich dagenlang op zolder verborgen gehouden, tot die vrijdagochtend dus; boze Angel had haar punt voldoende gemaakt. Moeder opgelucht natuurlijk, maar ook kwaad; ze was in een paar dagen jaren ouder geworden. Einde verhaal? Niet echt. De gebeurtenis is namelijk illustratief voor de nadelen die kleven aan de inzet van social media. Want of Angel het nu leuk vindt of niet, ze is tot in lengte van dagen ‘bezit’ van het internet. Googel het incident maar, met één of twee zoekslagen poppen haar naam en foto tevoorschijn. Lijkt onschuldig, maar is dat het ook bij toekomstige sollicitaties? Wie zegt niet dat je door zo’n actie het stempel ‘instabiel’ krijgt opgedrukt?

Een oproep op internet verspreidt zich als een inktvlek. Maar ik kan me geen vermissing herinneren die louter dankzij Facebook oproepen werd opgelost

Ik moest aan dit alles denken toen ik de laatste weken weer enkele alarmerende vermissingsoproepen voorbij zag komen. Een meisje van 12, een meisje van 13, één van 16, een ventje van 12. Allemaal inmiddels gelukkig weer terecht. En allemaal weer terug in de anonimiteit, althans, dat valt te hopen. Maar dat heb je dus niet altijd zelf in de hand. Een oproep op internet verspreidt zich als een inktvlek omdat het massaal wordt gedeeld. “Maar het kan toch helpen?” hoor ik al zeggen. Ook dat is maar de vraag. Ik kan me eerlijk gezegd geen vermissing herinneren die louter dankzij Facebook-oproepen werd opgelost, een enkele notoire wegloper met spijt uitgezonderd.

Angel was twee dagen vermist, maar ze blijft voor eeuwig vindbaar op internet.

Het is natuurlijk verschrikkelijk als je kind vermist wordt, dé nachtmerrie van elke ouder. En het is verdedigbaar dat je in zo’n zenuwslopende situatie alles en iedereen mobiliseert. Maar hoe en wanneer doe je dat? Wie neemt de leiding?

Uit statistieken blijkt dat veruit de meeste vermiste personen – ook jongeren – wel weer terechtkomen. Daarom is de politie altijd terughoudend met het plaatsen van oproepen. Bij volwassenen omdat ze het recht hebben om te verdwijnen en bij jongeren omdat er vaak een verklaring is voor hun tijdelijke afwezigheid. Het meteen openbaar maken van iemands persoonlijke gegevens is niet alleen een flinke inbreuk op de privacy, maar leidt ook tot goedbedoeld maar zinloos meespeuren, waarbij de vermiste op één en hetzelfde moment in zowel Brussel, Den Helder als Schin op Geul blijkt te zijn gesignaleerd.

Natuurlijk zijn er uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer er een klein kind wordt vermist. Dan treedt het AMBER Alert in werking. Een krachtig en effectief instrument, juist doordat het maar heel af en toe en altijd heel overwogen wordt ingezet. Die nuance ontbreekt bij social media volledig.