Oplichter plundert rekening bejaarde man (84). Tientallen ouderen opgelicht door zogenaamde bankmedewerker. Hoogbejaarde Utrechtse voor duizenden euro’s opgelicht. Bejaard echtpaar met babbeltruc beroofd van spaargeld...
Welk laag stuk vreten doet zoiets in godsnaam? vraagt de gemiddelde lezer van dergelijke nieuwsberichten zich al snel hardop en hoofdschuddend af. Het antwoord op die vraag stapt deze morgen, geflankeerd door twee leden van de parketpolitie, de rechtszaal binnen. Stef* is een magere, bleke jongen van amper 20 jaar oud in bajesuniform: een joggingbroek en een hoodie.
Half november wordt een 81-jarige alleenstaande vrouw gebeld door iemand die zich voordoet als medewerker van de ING-bank. Hij vertelt haar dat cybercriminelen het voorzien hebben op haar bankrekeningen. Maar geen nood, het onheil valt gelukkig nog af te wenden. Daarvoor heeft de bank wel haar bankpassen nodig. Een medewerker komt ze dezelfde dag nog bij haar ophalen. Om te voorkomen dat de vrouw haar bankpassen aan kwaadwillenden meegeeft, krijgt ze van de nep-ING’er een ‘geheime ophaalcode’. Als het goed is zal de meneer die straks de bankpassen komt ophalen, exact dezelfde code noemen. Alleen aan hem mag de vrouw de passen, met de bijbehorende pincodes, meegeven. Je kunt tegenwoordig immers niet voorzichtig genoeg zijn... Nog geen uur later belt Stef bij de oude vrouw aan.
“Ik kreeg alleen dat adres en die code door om de passen op te halen,” zegt Stef. “Hoe het precies in z’n werk gaat, dat oplichten en zo, geen idee.”
“Van wie kreeg u die informatie?” vraagt de rechter tegen beter weten in.
“Dat kan ik helaas niet zeggen,” klinkt het te verwachten antwoord.
‘Ik kreeg alleen dat adres en die code door om de passen op te halen,’ zegt nep-ING’er Stef. ‘Hoe het precies in z’n werk gaat, dat oplichten en zo, geen idee…’
Met de buitgemaakte bankpassen reed Stef naar een pinautomaat waar hij 2150 euro uit de muur trok. Diezelfde middag probeerde hij bij de MediaMarkt een aantal dure iPhones af te rekenen, maar omdat de bankpassen inmiddels als gestolen geregistreerd stonden, werd de politie erbij gehaald en was de jonge Stef er gloeiend bij.
“U wist dondersgoed waar u mee bezig was, toch?” vervolgt de rechter.
“Ja, dat wel,” bekent Stef.
“Waarom deed u het dan?”
“Geldnood. Ik had niet eens geld om te eten.”
“U zou ook kunnen gaan werken,” oppert de rechter.
“Als ik ga werken duurt het nog zeker twee weken voordat ik mijn geld heb,” zegt Stef. “Zolang kun je niet wachten als je honger hebt.”
“Maar dit is wel het laagste van het laagste, vindt u niet?”
Stef haalt zijn smalle schouders op.
“U denkt dan niet, wanneer u oog in oog staat met zo’n bejaarde, kwetsbare vrouw: dit kan ik niet maken?”
“Natuurlijk is het laag,” antwoordt Stef. “Maar op zo’n moment kan ik niet meer terug. Dan breng ik mijzelf in gevaar.”
De weinig berouwvolle Stef behoort tot de zogenaamde Top400, een groep jongeren uit de regio Amsterdam die veelvuldig met politie en justitie in aanraking komt. Om hen in het gareel te krijgen en te houden, staat een heel leger aan jongerenwerkers en andere hulpverleners dag en nacht paraat. Op papier althans. In de praktijk valt dat volgens Stef vies tegen. Het enige wat de reclassering doet, is hem controleren in plaats van hem te helpen. Zijn persoonlijke Top400-regisseur is volgens hem ‘nalatig’ en de begeleiding in het begeleidwonenproject waar hij woont ‘matig’. Hij moet alles zelf doen, klaagt hij.
“Een begeleider is niet iemand die alles voor u doet terwijl u zelf achterover leunt,” verduidelijkt de rechter. “U bent inmiddels volwassen. Zo werkt het niet.”
“Als ik het allemaal zo goed zelf kon, dan woonde ik daar toch niet?” pareert Stef.
Ook de reclassering zet vraagtekens bij Stefs geestelijke en emotionele volwassenheid. Hoewel de officier van justitie anders eist, wordt hun advies om Stef volgens het jeugdrecht te veroordelen door de rechter overgenomen. Maar niet zonder de waarschuwing dat dat echt de allerlaatste keer is. Voor zijn aandeel in de oplichting wordt Stef veroordeeld tot vier weken jeugddetentie. Ook zal hij het slachtoffer de 2150 euro moeten terugbetalen.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban