Misdaadcolumn: 'Dwaalspoor in zaak-Ploegstra'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'de zaak-Ploegstra'
In mijn vorige column had ik het over de band die je als misdaadverslaggever hebt met nabestaanden van ernstige misdrijven. De inkt van die column was nog niet droog of ik werd gebeld door Cees Ploegstra, ook iemand met wie ik al jaren contact heb. Cees is een van de broers van de in 2010 spoorloos verdwenen kraanmachinist Herman Ploegstra uit IJzendijke.
De Zeeuw verdween na een avondje sporten in Breskens en bij een zoektocht werd zijn auto onder verdachte omstandigheden langs een landweg teruggevonden. Een echt dorpsmysterie was geboren, al doet die term tekort aan het leed dat Hermans vermissing heeft veroorzaakt. Bij zijn vrouw, zijn dochter en broers. Met name Cees is iemand die aan de boom blijft schudden. En dat leidt ertoe dat hij me zo nu en dan belt. Zoals onlangs dus.
Cees had een anonieme tip ontvangen, zo vertelde hij, die tot zijn verbazing aan hem persoonlijk was gericht en op zijn privéadres was bezorgd. Maar het was toch opwinding die overheerste. Zou er dan eindelijk, twaalf jaar na dato, een doorbraak in de lucht hangen? Cees nam mij in vertrouwen en deelde de inhoud van de tip. Die bleek nogal concreet.
Niet alleen werden er namen en adressen genoemd, ook de toedracht die tot Hermans verdwijning had geleid werd tot in detail uit de doeken gedaan. Volgens de tipgever had Herman samen met dorpsgenoot B. drugstransporten verzorgd voor een plaatselijk bekende crimineel, die in België een gevangenisstraf uitzit voor zijn betrokkenheid bij de geruchtmakende Kasteelmoord. Herman zou hebben aangegeven dat hij met zijn bijverdiensten wilde stoppen, waarop de crimineel aan B. de opdracht zou hebben gegeven Ploegstra een lesje te leren.
Met fatale afloop.
Voor de familie Ploegstra is het de zoveelste dreun in hun jarenlange zoektocht naar de waarheid
Er viel onmiddellijk een aantal dingen op aan de informatie. Aan de ene kant wekte het de indruk afkomstig te zijn van een insider, aan de andere kant leken sommige details opzettelijk foutief te zijn vermeld. Alsof iemand zo had geprobeerd de aandacht van zichzelf af te leiden. En dan natuurlijk de vraag: waarom twaalf jaar wachten met zo’n tip? Nog niet zo lang geleden heeft een coldcaseteam werkelijk alles op alles gezet om de zaak op te lossen. In heel IJzendijke en omgeving is waarschijnlijk niemand te vinden die nog nooit van de zaak-Ploegstra heeft gehoord. Waarom niet eerder gebeld?
Maar de echte twijfel sloeg toe toen ik las wat de tipgever over B. te zeggen had. Er zou bij de man sprake zijn van ‘fundamenteel egocentrisme en dominant en agressief gedrag’. En dan: “Voor partners heeft hij weinig tot geen respect, hij kleineert ze in aanwezigheid van derden.” Dit is een rode vlag. Het klinkt als iemand die een appeltje te schillen heeft met de vermeende moordenaar van Ploegstra. Deze persoonlijke, rancuneuze noot roept meteen twijfels op over de waarde van de tip. Daar komt bij dat deze man in het omvangrijke onderzoek van de recherche op geen enkele manier in beeld is gekomen en ook van Ploegstra’s zogenaamde drugshandeltjes – destijds een hardnekkig gerucht in IJzendijke – is nooit iets gebleken. Echt helemaal niets.
Rest de vraag wat de tipgever heeft bezield. Een ordinaire zucht naar aandacht of sensatie? Was het de briefschrijver (of schrijfster) er inderdaad om te doen geweest B. in een kwaad daglicht te zetten? Is er een boze of bedrogen ex in de pen geklommen? Wat het ook is, voor de familie Ploegstra is het de zoveelste dreun in hun jarenlange zoektocht naar de waarheid. Eén ding heeft deze verwarde ziel in ieder geval wel bereikt; de naam Herman Ploegstra is weer eens gevallen. Er is weer even aan de boom geschud.