Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Sébas Diekstra

Slachtoffer-advocaat Sébas Diekstra: 'Slachtoffers worden niet serieus genomen'

Hij stond onder meer de ouders bij van Ivana Smit (het fotomodel dat overleed in Kuala Lumpur), de vader van Sharleyne (het meisje dat van de tiende etage zou zijn gevallen) en de vriend van de vermoorde Anne Faber. Sébas Diekstra (41) is uitgegroeid tot de bekendste slachtoffer- en nabestaandenadvocaat van Nederland. “De positie van het slachtoffer is nog lang niet wat hij zou moeten zijn.”

Wat is er mis met het verdedigen van mannen als Ridouan T. of Willem Holleeder?

“Daar is helemaal niets mis mee. In Nederland heeft iedereen recht op een goede advocaat, hoe ernstig het strafbaar feit ook is waarvan hij of zij wordt verdacht. Maar zelf heb ik niet de behoefte om verdachten van zulke feiten te verdedigen. Ik sta veel liever slachtoffers en nabestaanden bij.”

Maar waarom geen grote boeven?

“Het is een bewuste keuze geweest om mij te richten op de bijstand aan slachtoffers en nabestaanden. Ook heb ik het gevoel dat ik mijn werk beter kan doen als ik me duidelijk focus op deze kant van het strafproces. Overigens sta ik wel met enige regelmaat verdachten bij, dat zijn militairen en politiemensen. Om de een of andere reden voelt dat voor mij net iets anders dan het bijstaan van gewone burgers. In een deel van de gevallen worden deze ambtenaren verdacht van een strafbaar feit dat gepleegd zou zijn tijdens de uitvoering van hun werk.”

Zou je wel de nabestaanden van een slachtoffer van Ridouan T. kunnen bijstaan?

“Laat ik voorop stellen dat ik daarvoor nog nooit direct gevraagd ben, maar eerlijk gezegd heb ik ook de ambitie helemaal niet. Dat heeft ook te maken met de dreiging die rondom zo’n zaak speelt. Als mijn cliënt of ikzelf bedreigd zou worden, zou ik me mogelijk niet meer vrij voelen om te handelen zoals ik denk dat ik als advocaat moet handelen. Dat zou betekenen dat ik de belangen van mijn cliënt onvoldoende kan behartigen. Daarom zou ik daar zonder de nodige garantie niet zomaar aan beginnen. Het is niet dat ik het uitsluit om in dergelijke processen rondom liquidaties nabestaanden bij te staan, maar als er voor een advocaat geen voldoende veilige omgeving gecreëerd kan worden om zijn of haar werk te doen, dan heeft dat onvermijdelijk een negatief effect op de rechtsbijstand. In het verleden heb ik vaker nabestaanden van een liquidatie bijgestaan en daarbij heb ik de risico’s altijd eerst goed afgewogen voordat ik besloot om de zaak op mij te nemen.”

‘Met het verdedigen van Ridouan T. is niets mis. Iedereen heeft recht op een goede advocaat, hoe ernstig het strafbaar feit ook is. Maar zelf sta ik veel liever slachtoffers en nabestaanden bij’

Ben je bang aangelegd?

“Nee, dat is het niet. Het is echt afweging van risico’s. Voordat ik mij omschoolde tot advocaat ben ik meer dan tien jaar beroepsmilitair geweest bij de Koninklijke Marechaussee. Na mijn opleiding tot wachtmeester-opsporings-ambtenaar ben ik geplaatst bij de brigade Rotterdam-Rijnmond. Een brigade in een gebied waar je als jonge wachtmeester, vergelijkbaar met de functie van politieagent, al snel geconfronteerd werd met heftige situaties. Van doodrijdingen tot steek- en schietpartijen. In die periode heb ik geleerd: begin pas aan hulpverlenen als de situatie veilig is. Zoals ook weleens gezegd wordt: moed is de zoon van voorzichtigheid, niet van roekeloosheid.”

Wat trok jou zo aan de Koninklijke Marechaussee aan?

“Rond mijn 17de wist ik al precies wat ik wilde gaan doen. Populair gezegd: boeven vangen en mensen in nood helpen. Ik wilde op een bepaalde manier het verschil kunnen maken voor mensen. Ik heb nog wel even getwijfeld tussen de politie en de marechaussee, maar op een gegeven moment heb ik de knoop doorgehakt. Dat had vooral te maken met de status van de marechaussee en het meer gedisciplineerde regime dan bij de politie. Dat trok mij enorm.

Ik heb mijn vwo niet afgemaakt en heb gesolliciteerd naar een plaats op het Opleidingscentrum van de Koninklijke Marechaussee. Tijdens mijn tijd binnen de politiedienst in Rotterdam ben ik rechten gaan studeren. De militaire discipline heeft me er als een raket doorheen gestuwd. Binnen een paar jaar had ik mijn basisdoctoraal en daardoor kon ik na bijna vijf jaar op straat doorstromen naar de Koninklijke Militaire Academie. Daar word je opgeleid tot officier. Ik ben teamleider geworden bij een brigade, een soort teamchef. Uiteindelijk maakte ik in 2012 de overstap naar de advocatuur, maar tot op de dag van vandaag werk ik nog een aantal dagen per maand bij Defensie. Begin dit jaar ben ik begonnen aan een nieuwe functie binnen de Luchtmobiele Brigade en daarbij bevorderd tot luitenantkolonel. In die nieuwe functie ben ik als militair adviseur betrokken bij de inzet van militairen en materieel in een Nederlandse veiligheidsregio.”

Waarom blijf je dit werk doen naast je beroep als advocaat?

“Aan de ene kant is dit voor mij een manier om bij te dragen aan de veiligheid van Nederland en daarmee onze samenleving. Aan de andere kant is dit ook een manier om verbonden te blijven aan de organisatie waar ik zoveel jaar als beroepsmilitair met veel plezier heb gewerkt. Ik krijg er nog altijd heel veel energie van.”

Welke gebeurtenissen in jouw periode op straat zijn je het meest bijgebleven?

“Dat zijn er heel veel. Wat ik bijvoorbeeld nooit zal vergeten, is één van mijn allereerste nachtdiensten. We reden in de buurt van de Erasmusbrug toen we in de verte zagen dat er rook bij een lantaarnpaal vandaan kwam. Daar stond een auto die zich te pletter had gereden. Voor een jonge diender is dat natuurlijk een behoorlijk heftige ervaring. Ik trok het portier open en zag meteen dat het foute boel was. Overal waar ik keek, zag ik bloed. Ik herkende ook meteen de geur van alcohol. Een fractie later was ik die man aan het stabiliseren en zat ik van top tot teen onder het bloed. Dat was een van mijn eerste dagen.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Later heb ik een aantal schiet- en steekpartijen meegemaakt. God, ik herinner me ook nog een aanrijding van een Opel Zafira op de snelweg. Een heel gezin dat zich te pletter had gereden. Toen ik op de locatie aankwam, ontdekte ik meteen dat er niets meer was dat ik voor ze kon doen. Die auto moest zelfs worden weggetakeld terwijl er nog een lichaam in zat omdat dit er langs de snelweg niet zomaar uitgehaald kon worden.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Misdaad
  • Clemens Rikken