Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: 'Hoe verdedig je een klootzak?'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'De carrière van Job Knoester'

Henk Strootman

De Haagse advocaat Job Knoester is een bekwame en ervaren strafpleiter. Met zijn stoppelbaard en lange haar is hij inmiddels een bekend gezicht bij VI Vandaag, waar hij zo nu en dan aanschuift om tussen Derksen, Gijp en Genee mee te praten over actualiteiten.

Hij doet dat met verve. Maar of Knoester ooit in aanmerking zal komen voor een populariteitsprijs is zeer de vraag. Want als advocaat zit hij in de hoek waar emoties hoog opspelen. “Ik sta eigenlijk alleen maar klootzakken bij,” zo zegt hij weleens over zijn clientèle.

Eén zo’n ‘klootzak’ is de 32-jarige Olivier van de G. uit Leiden, die wordt verdacht van de moord op de 14-jarige Esmee uit Hazerswoude. Volgens justitie heeft de turnleraar ontucht met het meisje gepleegd, haar gewurgd en op de bagagedrager van zijn fiets naar een afgelegen plek gebracht. De man zelf komt met een ander verhaal; Esmee was overleden ten gevolge van een uit de hand gelopen stoeipartij. Een ongelukje dus, edelachtbare.

Knoester is best wat kritiek gewend. Hij doet zaken die veel maatschappelijke woede, afgrijzen en walging teweegbrengen. Zoals de moord op tiener Nicole van den Hurk, de drievoudige moord door Thijs H. en de door buren gefilmde en op GeenStijl gepubliceerde ‘dakmoord’ op Pascal Triep.

Het heeft hem door de jaren heen veel haatberichten opgeleverd, maar Knoester liet het van zich afglijden als ‘iets wat er helaas bijhoort’. Maar sinds bekend is dat hij turnleraar Van de G. bijstaat is het hek van de dam.

Er worden hem – meestal anoniem natuurlijk – de meeste verschrikkelijk dingen toegewenst. Van ‘ze moesten je dochter verkrachten’ tot ‘ze moeten je keel doorsnijden’. Knoester is het nu echt helemaal zat en sloeg vorige week terug op Twitter en in de media. “Advocaten halen het onderste uit de kan voor hun cliënten om te voorkomen dat mensen onterecht in de gevangenis belanden,” aldus de getergde advocaat in het AD.

Job Knoester

Dit laatste zal iedereen begrijpen. Maar de laatste jaren lijkt het of sommige advocaten net iets verder gaan dan dat ‘onderste uit de kan’. Zelfs ik, met ruime ervaring in de misdaadjournalistiek, verkeer nog in de naïeve veronderstelling dat advocaten louter kijken naar de bewijsvoering in het dossier. Of alles wel volgens de regels is gegaan en er niet met een tunnelvisie is gewerkt, dat soort dingen. Maar dat blijkt dus een misvatting. Een advocaat als Gerard Roethof, een man die mij gevoelsmatig al koude rillingen bezorgt, heeft ons geleerd dat alles geoorloofd is om een verdachte buiten de gevangenismuren te houden. De man stond Jos B. bij, die man die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van Nicky Verstappen. Roethof deinsde er niet voor terug om, in aanwezigheid van de nabestaanden, de meest bizarre alternatieve scenario’s aan te dragen. Zijn missie om twijfel te zaaien ging zo ver dat hij de vraag opwierp of Nicky wellicht pas ná zijn dood was misbruikt. “Want de term necrofilie komt toch ergens vandaan,” aldus de meest gevoelsarme advocaat van Nederland.

Het zal voor een advocaat best moeilijk zijn om een balans te vinden tussen ‘alles uit de kast halen voor een cliënt’ en een ongeloofwaardige, kwetsende en soms zelfs lachwekkende act op te voeren. Het is een moeilijk beroep, waarin waarschijnlijk weinig ruimte is voor middelmatigheid.

Om in de eredivisie van de advocatuur te komen, moet je bereid zijn heel ver te gaan en is het leed van slachtoffers en nabestaanden van ondergeschikt belang. Ben ik dan tegen de advocatuur? Integendeel, het is een essentieel onderdeel van de rechtspleging. Maar de grenzen van het betamelijke worden meer en meer overschreden. Het onderste uit de kan, prima. Maar er wordt te vaak een potje van gemaakt.