Misdaadcolumn: 'Was vroeger alles beter?'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'Was vroeger alles beter?'
Is er meer misdaad of is er meer aandacht voor misdaad? Het is een soort kip-of-het-ei-vraag waar ik het antwoord niet op heb. Afgaande op wat er vanaf de gemiddelde borreltafel valt te beluisteren, gaat het in ieder geval de verkeerde kant op met Nederland en worden er aan de lopende band moorden gepleegd. Kreten als ‘het wordt steeds erger’ en ‘het komt ook steeds dichterbij’ horen tot de vaste ingrediënten van dergelijke gesprekken. Ik heb weleens aan zo’n verontruste landgenoot gevraagd hoeveel moorden er volgens hem in Nederland per jaar worden gepleegd. “Zo’n duizend,” was het antwoord. Ik kon hem snel uit de droom helpen. In de jaren 2000-2004 waren het er gemiddeld 236 per jaar en dat aantal stijgt niet, zoals veel mensen denken, maar daalt juist. Sinds 2015 zijn het er gemiddeld zo’n 125 per jaar.
Toch begrijp ik wel dat mensen een heel andere gevoelstemperatuur ervaren bij moord en doodslag in Nederland. Door de komst van internet in het algemeen en sociale media in het bijzonder gaat de verspreiding van het nieuws razendsnel, bijna real time. Nog voordat de persfotograaf ter plekke is en de politie en het slachtoffer met een laken heeft toegedekt, hebben voorbijgangers met hun mobieltje al dé foto gemaakt. En het maakt nogal verschil of je, zoals vroeger, alleen maar leest dat iemand op straat is geliquideerd of dat je wordt geconfronteerd met de ongecensureerde beelden. Ik denk dat maar weinig mensen de foto’s van de vermoorde Theo van Gogh, Pim Fortuyn en Peter R. de Vries van hun netvlies krijgen. Die harde en gedetailleerde nieuwsvoorziening kan een gevoel van onveiligheid in de hand werken, maar of het allemaal écht zo slecht gesteld is in ons land waag ik te betwijfelen.

Zo ken ik een stad als Rotterdam nog uit de jaren tachtig, toen ik nog bij de politie werkte. De Witte de Withstraat was elk weekend het toneel van steek- en schietpartijen en meer dan wat louche gokhuizen en foute kroegen had dit stukje Rotterdam niet te bieden. Ga er nu eens kijken. Het is een van de leukste straten van Rotterdam met fatsoenlijke horeca, een enkel hotel en wat galerieën. En de nu keurige West-Kruiskade stond voor drugs-ellende en straatprostitutie.
Later werden er tippelzones in het leven geroepen, maar ook dat waren niet bepaald de parels van de stad. Het leidde toch weer tot overlast met als dramatische uitkomst een reeks onopgeloste moorden op hoertjes. Wie vandaag de dag per trein naar Rotterdam Centraal reist arriveert in een station dat is uitgeroepen tot het mooiste van Nederland. Dertig jaar geleden werd de reiziger bij aankomst getrakteerd op Perron 0, een gedoogzone waar junkies zich verzamelden om methadon te scoren. En ook de immer haastige heroïnejunks met hun plastic boodschappentasje zijn uit het straatbeeld verdwenen, zoals je nog zelden ingetikte autoruitjes ziet.
In Amsterdam was het niet veel anders. Je hoeft maar naar een jarentachtigfilm als Amsterdamned te kijken om een indruk te krijgen van hoe de stad er toen bij lag. Vies, onveilig en grimmig. Krakers hielden de politie bijna wekelijks bezig, de grachten leken op open riolen waarin matrassen, oude etalagepoppen en blokken piepschuim vrij spel hadden.
De ‘burgerpot’ (drugsteam in burgerkleding) voerde een verbeten en bijna zinloze strijd tegen de junkies en dealers. En de nu hippe Zeedijk was een no go area waarin je je eerder in Detroit waande dan in Mokum. Tot zover dit geschiedenislesje. Moraal van het verhaal: consumeer het nieuws met mate, laat je niet gek maken. Het gaat écht niet alleen maar slecht in Nederland. Integendeel.