Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: 'Zoeken naar Tanja'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'Zoeken naar Tanja'.

Henk Strootman

Om redenen die elk weldenkend mens zal kunnen begrijpen is er door de jaren heen veel aandacht geweest voor de vermissing van Tanja Groen uit Schagen. De 18-jarige studente verdween in de nacht van 31 augustus op 1 september 1993, toen ze vanuit een studentensociëteit in Maastricht op de fiets onderweg was naar haar kamer in Gronsveld. Er zijn alleen maar vragen in deze zaak, echt nul aanwijzingen. Aan de politie heeft het niet gelegen. En ook niet aan media, zoals Tros Vermist, landelijke en regionale kranten en Peter R. de Vries. Dat zich ook talloze wichelroedelopers en koffiedikkijkers ongevraagd met het mysterie hebben bemoeid hoort er helaas bij.

Het zal ruim een jaar geleden zijn geweest dat De Vries mij toevertrouwde met iets heel speciaal bezig te zijn. Hij wilde Tanja Groen vinden. Of terugbrengen, hoe je het ook noemt. Maar bovenal haar ouders Corrie en Adrie verlossen van bijna dertig jaar tergende onzekerheid. Hiertoe wilde De Vries een stichting oprichten met als doel tipgeld in te zamelen.

Het moest wel raar lopen, zo redeneerde De Vries, als dit uiteindelijk niet een veelvoud zou opleveren van de beloningen die justitie doorgaans uitlooft. En hij kreeg gelijk. Stichting De Gouden Tip bleek een doorslaand succes, de donaties stroomden binnen. En nog. Achteraf heb ik me weleens afgevraagd waarom Peter zijn ambitie bracht als een magnum opus, iets wat hij voor het einde van zijn loopbaan nog hoopte mee te maken. Het was of hij een voorschot nam op het onheil dat hem boven het hoofd hing.

Onlangs was de zaak Tanja Groen opnieuw volop in de media. “Onderzoekers vinden mogelijk graf van Tanja Groen,” schreef De Telegraaf op 17 januari. Het is zo’n moment waarop je hart een vreugdesprongetje maakt. Zou het echt? Het kwam erop neer dat een onderzoeksteam onder leiding van de Haarlemse rechtspsycholoog Peter van Koppen op de Strabrechtse Heide bij Geldrop drie plekken had ontdekt die haar graf konden zijn. Het team drong bij de politie aan op ‘nader onderzoek’, waarmee ongetwijfeld werd bedoeld dat een graafactie moest worden voorbereid.

Maar zover kwam het niet. Want drie dagen later volgde in een persbericht van het OM de koude douche. “Het Openbaar Ministerie laat geen nader onderzoek doen naar enkele plaatsen op de Strabrechtse Heide bij Geldrop waar mogelijk stoffelijke resten zouden liggen van de sinds augustus 1993 vermiste Maastrichtse studente Tanja Groen. Het OM verwijst hierbij donderdag naar kort onderzoek woensdag door het Nederlands Forensisch Instituut, de forensische opsporing en Staatsbosbeheer, die tot eenzelfde conclusie leidde. (…) Het gaat om een konijnenburcht, een netwerk van konijnenholen bestaande uit meerdere, onderling verbonden ruimtes.”

Op zo’n moment denk ik: hoe zouden Corrie en Adrie deze dagen hebben beleefd? Misschien zijn ze door Van Koppens onderzoeksteam tijdig ingelicht over de ontdekkingen en zorgvuldig meegenomen in de verdere stappen, dat weet ik verder niet. En ik sluit ook niet uit dat de verwachtingen zijn getemperd. Althans, dat mag ik toch hopen. Want eigenlijk kun je het deze mensen toch niet aandoen. Het is al eens eerder vertoond, toen er in 2020 ‘sterke aanwijzingen’ waren dat Tanja in een bestaand graf was bijgelegd. Hoop pers erbij, iedereen hield de adem in. Maar ook toen leidde de zoekactie tot een grote deceptie.

Ik vraag me af: zou het niet beter zijn om toekomstige zoekacties in stilte uit te voeren? Nieuwsgierige pers kan worden afgepoeierd met de mededeling dat het gaat om een ‘graafactie in het kader van lopend onderzoek’. Leidt het tot niets, dan blijft de nabestaanden in ieder geval veel narigheid bespaard. Want daarvan hebben Corrie en Adrie hun portie wel gehad.