Cyriel Dessers heeft Feyenoord zojuist in de blessuretijd langs AZ geschoten, de Belg zorgt zo voor een vreugdeexplosie die je vrijwel alleen in een voetbalstadion treft. Wildvreemden omhelzen elkaar op de tribune en dansen de horlepiep. De Kuip komt collectief klaar. Het zijn schitterende taferelen die iedere supporter herkent, winnen in de laatste minuut: lekkerder kan niet. Het zijn de dingen die de gang naar het stadion zo aantrekkelijk maken, maar eerder die middag zagen we het voetbal ook van haar lelijkste kant. Vanuit het publiek werd een blikje Red Bull naar de AZ-spelers gegooid, reden voor de scheidsrechter om de wedstrijd even te staken.
Op diezelfde zondag moet ook Vitesse- FC Utrecht worden onderbroken, nadat vanuit het bezoekersvak met vuurwerk is gegooid. Het is de voorlopige climax van een eredivisieseizoen dat wordt ontsierd door incidenten. Vuurwerk, aanstekers, bekers bier, blikjes, muntjes; je zou toch denken dat voetballiefhebbers extra genieten nu ze eindelijk weer naar het stadion mogen. Een extra grote slok van hun evenementenbier mogen nemen. Maar nee, bij iedere club is er een groepering die een wedstrijd vooral aangrijpt om voetballers en/of rivaliserende supporters te bekogelen met van alles en nog wat.
Dan zijn er ook nog serieuze gevechten tussen aanhangers van NEC en Vitesse, een divisie lager bij MVV-Roda JC en is de vraag gerechtvaardigd of er nog wel met uitpubliek moet worden gespeeld. Die maatschappelijke discussie staat op het punt van beginnen, als het kabinet enkele dagen na Feyenoord-AZ supporters weer uit de stadions bant. Het probleem lost zich zo vanzelf (tijdelijk) op.
Ware het niet dat het ook incidenten regent in het eerste eredivisieweekend zónder toeschouwers. In Leeuwarden, Almelo en Alkmaar komen jongeren het stadion binnen om rotzooi te trappen, zoals het op meerdere plekken onrustig is tijdens de wedstrijden.
Maar de heftigste rellen vinden plaats in het centrum van Rotterdam. De stad is die vrijdagavond, sinds een week zit alles vanwege nieuwe coronamaatregelen vanaf acht uur ’s avonds op slot, het decor van een geweldsorgie waarin politieagenten hun leven niet zeker zijn. Politiewagens worden in de fik gestoken, agenten bekogeld met vuurwerk en stenen en sommigen zien zich genoodzaakt om hun wapen te trekken.
Ziekelijke drang
Een dag later krijgen de rellen navolging in een heleboel andere steden, want corona blijkt niet het enige virus dat door het land raast. Het hooliganvirus is minder gevaarlijk, maar zeker zo besmettelijk. Kenmerken: alles willen slopen, zo stoer mogelijk proberen te ogen, een capuchon dragen (liefst zwart) en een ziekelijke drang naar aandacht. “Het zijn jongens die alleen maar willen vechten,” zegt Marnic Eysink Smeets, lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid in het AD. “Snoeihard, nietsontziend. Dat zijn echt gasten uit een extreme hoek, die niet bang zijn voor de politie.”
Me dunkt. Ook in Den Haag raken vijf agenten gewond. Het corona- en 2G-beleid wordt vaak aangehaald als een motivatie voor de gewelddadige ‘demonstraties’, net als de sluiting van de stadions en het vuurwerkverbod. Zoals afgelopen januari de invoering van de avondklok aanleiding bleek om in diverse binnensteden te rellen.
Zijn dat nou echt de motieven, of is het gewoon ordinair vermaak? “Het is een cocktail van frustratie, verveling en sensatiezucht,” zegt Ron van Wonderen (senior-onderzoeker bij het Verwey- Jonker Instutuut) in hetzelfde artikel.
“Anderhalf jaar corona heeft de lontjes kort gemaakt. Dit zal een probleem blijven zolang corona het dagelijks leven bepaalt en vrijheden beperkt.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de Panorama Jaar in Beeld-special of bekijk het op Blendle.
- ANP