Misdaadcolumn: 'Het geheim van Groesbeek'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'Het geheim van Groesbeek'
Iedereen die mij een beetje volgt, weet dat ik niet van de complottheorieën ben. Doofpotten is een ander verhaal, die zijn er wel degelijk. Zoals het Geheim van Groesbeek. Het is een kwestie die je in elk land zou verwachten, maar niet in ons ‘beschaafde’ Nederland.
Het verhaal begint op 1 september 2013, als op de kermis in Groesbeek de dan 52-jarige C. uit Nijmegen door vier mannen in elkaar wordt geslagen. Nu vallen er wel vaker klappen op de kermis, maar dat is doorgaans een kwestie van bloedneuzen en blauwe plekken. In het geval van C. is er echter sprake van buitensporig geweld en mag de man blij zijn dat hij het na een spoedoperatie van bijna vijf uur kan navertellen.
Als oud-Groesbeker weet het slachtoffer de kopschoppers snel te identificeren; het zijn een plaatselijk bekende aannemer met zijn broer, een zoon van de aannemer en een werknemer. Toch verloopt het onderzoek zeer stroperig en pas na vier jaar (!) krijgt C. een uitnodiging van het OM om hem bij te praten over de aanstaande rechtszaak. Er is inmiddels bewijs genoeg, zo krijgt C. te horen en de officier van justitie zal achttien maanden gevangenisstraf eisen.
Begin april 2017 doet de meervoudige kamer uitspraak; de vier mannen moeten tien maanden de cel in. Het gezelschap gaat onmiddellijk in hoger beroep.

En dan wordt het vreemd. Nog voordat het hoger beroep dient, krijgt C. opnieuw een uitnodiging van het OM. Nu wordt hij ontvangen door drie dames uit de top van de organisatie die hem mededelen dat het Openbaar Ministerie zich terugtrekt uit de strafzaak. Over het waarom wordt niets gezegd, behalve dat het iets met de ‘integriteit van het bewijs te maken heeft’. Het duizelt C. als hij weer naar buiten loopt. Vervolgens is C.’s hoop gevestigd op de zitting bij het gerechtshof, op 31 maart 2019. Maar in plaats van duidelijkheid wordt daar extra schimmigheid gecreëerd. Het OM vordert zonder enige toelichting de ‘niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie’. Het Hof is not amused en stelt dat het OM met ‘het achterhouden van wezenlijke informatie handelt in strijd met het beginsel van openbaarheid’. Daardoor is het Hof ‘niet in staat om een zelfstandige belangenafweging te maken’. Om kort te gaan: de strafzaak tegen de vier verdachten wordt per direct beëindigd.
Wat is hier gebeurd? Vanwaar deze geheimzinnigheid? Wat is er zo ontzettend misgegaan dat het OM er geen woord aan vuil wil maken? Hoe kan het dat een onderzoek, dat volgens de recherche volgens het boekje is verlopen, binnen het OM tot zoveel consternatie heeft geleid? Dagblad De Gelderlander deed een WOB-verzoek en ontving dossierstukken waarin zo’n beetje alle relevante passages zorgvuldig zwart waren gelakt. Wel leesbaar was een paniekerig doofpotsfeertje, waarin veel over en weer werd gemaild over het omgaan met ‘lastige vragen’ van de media.
De kwestie leidt zelfs tot Kamervragen. De antwoorden van justitieminister Ferd Grapperhaus maken het rookgordijn alleen maar dikker. Dat de daders niet worden vervolgd is volgens hem ‘vanwege zwaarwegende belangen van bij het strafproces betrokken partijen’. Volgens de minister heeft het OM zich teruggetrokken uit de zaak ‘vanwege een probleem dat in de onderhavige zaak is gerezen’. Waaruit dit pobleem bestaat wil Grappenhaus ook aan de Kamer niet prijsgeven. Is het Geheim van Groesbeek een klassieke doofpot of justitiële onhandigheid? Het laatste nieuws is dat het OM de zaak potdicht houdt en niets voelt voor nieuw onderzoek. Slachtoffer C. legt zich daar niet bij neer. Hij wil blijven vechten voor gerechtigheid. Bij het Gerechtshof in Amsterdam wordt een artikel 12-procedure gestart. De rechter zal dan onderzoeken of het terecht is dat het OM de Groesbeekse kopschoppers niet meer wil vervolgen.