Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Eerlijk oversteken'

Een voetganger op een zebrapad heeft vaak gelijk, maar het is niet altijd zo zwart-wit als het lijkt.

Bij de politierechter: 'Eerlijk oversteken'

Afgelopen voorjaar zat Boris* (23) achter het stuur van zijn vaders lease-auto toen hij een zebrapad naderde waarop een echtpaar de weg overstak. Boris remde naar eigen zeggen ruim op tijd, maar daar dacht de overstekende man heel anders over. Met weidse armgebaren maakte hij zijn ongenoegen kenbaar. Boris haalde zijn schouders op en reed verder, totdat hij ineens een harde tik hoorde. Alsof er iets naar zijn auto was gegooid. Later bleek dat een dropje te zijn.

“En toen bent u teruggereden om verhaal te halen,” zegt de rechter.

“Ik wilde kijken of er schade was,” zegt Boris. “Zo ja, dan wilde ik dat netjes afhandelen met die meneer.” Over het vervolg van het incident lopen de lezingen uiteen. In die van Boris stapte hij uit de auto en werd hij door de man direct bij zijn keel gegrepen en tegen de auto aangedrukt. Ook kreeg hij een knietje in zijn ballen, waarna Boris hem eindelijk van zich af wist te duwen. In die van de overstekende man liep hij met zijn telefoon op de auto af om het kenteken vast te leggen, waarna de jonge automobilist de telefoon uit zijn handen sloeg en hem daarna met een welgemikte vuistslag hard op zijn linkerkaak sloeg. En dan zijn er nog twee onafhankelijke getuigen, die geen van beiden de telefoon hebben gezien, maar wel allebei de vuistslag die Boris zou hebben uitgedeeld.

‘Dit verdient hij niet,’ zegt het slachtoffer terwijl zijn stem breekt

De overstekende man, een Bos-nië-veteraan van een jaar of 50, zit vandaag achterin de zaal. Naast hem zit iemand van Slachtofferhulp die namens de man een slachtofferverklaring voorleest. Hij heeft naar eigen zeggen een maand lang helse hoofdpijn gehad. Drie dagen lang heeft hij alleen vloeibaar voedsel kunnen eten. Voor het geleden leed eist hij een immateriële schadevergoeding van 400 euro. Die schadevergoeding is Boris’ laatste zorg. Veel erger is het feit dat er van een vorige veroordeling nog een celstraf van twintig dagen boven zijn hoofd hangt. Mocht hij die moeten uitzitten, dan is de kans groot dat hij zijn leer- en werkplek op een binnenvaartschip verliest, met alle gevolgen van dien. Maar dan gebeurt er iets ongebruikelijks.

“Dit is precies wat ik niet wou,” interrumpeert het slachtoffer van achterin de zaal. “Dit verdient hij niet,” zegt de man terwijl zijn stem breekt. “Zelf heb ik ook mijn zelfbeheersing verloren. Ik heb niet geslagen, hij wel, en ik heb daar veel last van gehad, maar dit verdient hij niet. Als dit op een of andere manier de toekomst van zo’n jonge jongen dwarsboomt, dan is het onrecht. En gelooft u mij, ik ben in Bosnië geweest, ik heb veel onrecht gezien.”

Een paar tellen kijken rechter, officier, advocaat en Boris de man zwijgend aan. Zijn woorden maken duidelijk indruk.

“In dat geval,” verbreekt de advocaat de stilte, “zou ik willen voorstellen om het af te doen met een schuldigverklaring zonder straf.”

“Ik zou daarmee kunnen leven,” zegt de officier.

En de rechter ook, zo blijkt. De geëiste schadevergoeding zal Boris wel moeten betalen. Verbouwereerd schudt hij even later de uitgestoken hand van het slachtoffer.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban